GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Zending' en de maatscliappy.

I.

De tijden zijn gelukkig voorbij — hoewel nog niet zoo lang — dat ongeloovigen als Gerstacker e. a. de Zending dorsten bespotten en over haar vruchten den staf breken.

Algemeen, door wie gelooft ^gn wie niet gelooft, wordt thans naar billijkheid erkend, dat ook de Christelijke Zending tot alle dingen nut is; dat zij de beschaving brengt en bevordert; den handel nieuwe wegen opent, landen ontsluit en volken genaakbaar maakt, kortom dat reeds welbegrepen eigenbelang ook diegenen wien het Kruis een dwaasheid is moet nopen den zendehng te eeren, zijn werk te steunen.

Intusschen eeuwen zijn voorbijgegaan sinds het zoover kwam. De eerste en grootste zen-^ deling onder de volken, Paulus, had te Efeze niet slechts te strijden tegen een in eigen oog wijze wereld, tegen de machten des duivels en des vleeschés, maai m 't bijzonder te kampen met den tegenstand van een handwerker, wiens beroep bedreigd scheen. Te Filippi werd de apostel bemoeilijkt door een soort van firma, die winst sloeg uit de voorspellingen van een door een waarzeggenden geest bezeten meisje; de apostel zou, vreesde men, de »zaken" benadeelen. En van dien dag af hebben steeds 's menschen zelfzucht, gewinzucht en eigenbelang aan alle pogen tot verbreiding des Evangelies, Gods grootste weldaad, in den weg gestaan.

Het zou onbillijk zijn voorbij te zien, dat handel, veroveringen, scheepvaart, ontdekkingen onder 's Heeren bestier vaak kracLïlge middelen zijn gebleken om voor het Evangelie den weg te banen. Het woelen der volken vervulde den raad des Heeren. De uitbreiding der eerste Christelijke kerk volgde de lijnen door den handel over de Middellandsche zee getrokken Later drong het Latijnsch Christendom door in de wouden en bergen der Germanen, wier woonsteden door de veroveringen der Romeinen en door den handel toegankelijk waren geworden. De groote Christelijke steden van Amerika dankten eveneens hun ontstaan aan koopmansgeest, aan een ondernemingszucht met bedoelingen volstrekt niet van geescelijken aard, en diezelfde geest heeft ook tal van Zendings veelden geopend op de vele eilanden der Stille zee. Het tegenwoordig Californië is niet geworden wat het is enkel door Zendingsarbeid. Nog sterker spreekt het voorbeeld van Britsch Indië. Dat Zuid-Aziatisch keizerrijk met zijn scholen en hoegescholen, zijn wet en orde, zijn vergelijkenderwijs groote beschaving en vooruitgang, zijn Christelijk stempel in één woord, bij de verdwijning der heidensche maatschappij, zou er nooit gekomen zijn, ware niet de lange heerschappij der Britsche Oost-Indische Compagnie voorafgegaan, hoeveel daarop ook aan te merken zij.

Een algeneene wet valt in dezen niet te stellen, 't Is onjuist te beweren, dat de beschaving in zuiveren vorm het Zendingwerk Steeds vóórging, dikwijls bleek zij veeleer een hinderpaal. In Engelsch-Amerika bijvoorbeeld waren 'de factorieën der bontkoopers, die met de Indianen handelden, er eer dan de zendingsposten, doch op vele eilandgroepen der Stille zee en op Madagaskar was daarentegen de zendeling de eerste, wat ook in 't binnenland van Sumatra 't geval was.

En - de oude Zending leert hetzelfde. Het is welbekend, dat midden-Europa het Evangelie vooral van de westelijke eilanden ontving. De zendelingen uit Ierland en van lona op de Schot sche kust, die eerst Schotland en Engeland voor 't Evangelie wonnen, en toen doordrongen in ons vaderland en Duitschland, hadden geen de minsiie wereldsche bedoelingen. Toch was hun invloed zoo krachtig, dat hij in heel Europa merkbaar en ten zegen werd. De ruwe horden uit het noorden, waartegen Europa niet bestand bleek, die door de legers van Katel den Groote niet werden overwonnen of aelfs in toom gehouden, werden ten laatste getemd en tot beschaafde volken gemaakt, eenvoudig door den invloed des Evangelies, dat tot hen kwam omringd door legermachten en door geen handelsondernemingen ingeleid.

Drie dingen zijn bijna algemeen waar bevonden.

Vooreerst, dat het Evangelie in de streken welke onder zijn invloed kwamen het karakter van de beschaving der Westerlingen die er zich gevestigd hadden, edeler en grooter maakte en de macht, welke in die beschaving ligt, bevestigde. De Zending mag geen staatkundige bedoehngen hebben. Wanneer dit het geval was, zijn in vroeger eeuwen de vruchten steeds bitter geweest, en zoo is 't gebleven. Maar uiteraard steunt het Evangelie al wat min of meer op Christelijken bodem staat, al wat te verkiezen is boven het heidendom met zijn fabelen, verfoeiselen en gruwelen. Engeland b.v. zou kwalijk Indië behouden hebben of althans eindeloos hebben moeten strijden, ware er geen Christelijke Zending geweest. Haar invloed toch bedwong eenerzijds onrechtvaardigheden en dwinglandij in de heerschende machten en anderzijds was hij dienstig tot verlichting en tot het verwekken van trouw en gehechtheid bij de inlanders aan hun onder worpen vorsten. Wat het Evangelie b.v. in onze Minahassa heeft gewrocht is welbekend.

Ten tweede kan men aannemen, dat de eerste aanraking tusschen Zending en handel, vooral in het vroegste tijdperk, wanneer gelukzoekers en bandeloeze lieden zich voorop stellen, in den regel van ongunstigen aard is. 't Zij de avonturiers den zendeling voorgingen of volgden, steeds waren zij der goede zaak verderfelijk. De walvischvaarders op Tahiti en Hawai, de bannelingen op Van Diemensland, de kinderroovers van Melanesië, de slavenhandelaars aan den Congo, de opiumkooplui in China en de verkoopers van brandewijn aan den Rooden Indiaan - allen zijn den volken ten vloek, der Zending tot schade en belemmering geweest.

Moeielijk kan men de hinderpalen te groot schatten, die door dit al aan de verbreiding der waarheid zijn in den weg gelegd. Wij, in onze maatschappij, weten nu eenmaal hoe velen er den naam van Christe.'^.en dragen die de kracht daarvan door handel en wand? ]verloochenen. Maar de heiden weet dit niet, Op zoo grooten afstand weet hij niet hoeveel koren er schuilt onder wat hem vaak voorkomt enkel kaf te zijn. Hij oordeelt over den vreemdeling naar degenen die vaak 't eerst tot hem komen, gewetenlooze niet 4an winst bejagende handelaars, verdrukkers, lieden van kwade praktijken enz. Zoo leert hij alle vreemdelingen verfoeien. Bovendien te werk gaand naar de gebruiken zijns lands is Christen bij hem 'tzelfde als Engelschman of ISiederlander en omgekeerd.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's