GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Wag. komt op tegen de conclusie, die we uit de procedure-Lieftinck trokken.

Hij zegt er van:

«Met ernst moeten wij opkomen tegen de gevolgtrekking van de Heraut uit de beslissing vanhetProv. Kerkbestuur van Zuid.Holland in zake Dr. Lieftinck

Als onze kerk één geheel uitmaakt, dient elk bestuur de beslissing van een ander, in zijn kring wettig genomen, te eerbiedigen. En wij hehiben nooit beweerd dat kerkherstel zou mogelijk zijn, indien slechts éen kerkbestuur onder de velen uit orthodoxen bestond De meerderheid moet in de geheele kerk zoo worden omgezet, dat desnoods door verscherping van wetsbe palingen dergelijke beslissingen, als er thans eene door Friesland genomen werd, onmogelijk worden.

Wij betwijfelen echter, of een getrouw kerkbestuur niet reeds thans in staat zou zijn, om een man als Dr. L. te veroordeelen. Immers is hij toch wel waarlijk in openbaren strijd met den geest en de begin selen van de belijdenis der Hervormde kerk (Art. 3 O. en T) daar hij eenvoudig ontkent wat alle kerken van alle eeuwen samen beleden hebben en van een geheel andere wereldbeschouwing uitgaat Alleen een moderne kan dit ontkennen, die van zijn stand, punt alles anders beoordeelt, dan ieder, die naar recht en billijiiheid het historisch spraakgebruik tot richtsnoer neemt. Wij zouden nu echter gaarne eens eindelijk antwoord bekomen op de reeds zoo dikwijls gedane vraag, hoe het toch wel onder de hooggeloofde Dordtsche kerkorde zou gegaan zijn, als een wettige Nationale Synode onder invloed van den geest des tijds formules als de tegenwoordig bij ons geldende had ingevoerd. Daargelaten de meerdere zelfstandig heid der Provinciale kerken, die met den vroegeren staatkundigen toestand samenhing, — zou dan een classis van Sneek iemand uit de bediening hebben rao gen weren, die door de Friesche synode onschuldig verklaard was ? Of zou deze iemand als kettersch hebben kunnen veroordeelen, die niet tegen de door de Nationale Synode bindend verklaarde onderteekenings formule gezondigd had ? Of gelooft men, dat aan de heerschappij der Dordtsche kerkorde zulk eene uitstorting des Heiligen Geestes verbonden ware, dat het daardoor onmogelijk was tot ongeloof te vervallen ? De historie heeft.dat bijgeloof reeds gelogenstraft».

Snijdt dit hout?

Onder de Dordtsche kerkenordening stond de Nationale . Synode gebonden aan de Heilige Schrift. En hoe nu, zou een Synode, die uit Gods heilig Woord had te concludeeren, ooit een man als Dr. Lieftinck gehandhaafd hebben ?

En stel al, zulk een Synode had dit toch gedaan, welnu, dan zouden onverwijld alle kerken, die Christus getrouw bleven, in doleantie zijn gegaan, en er geen oogenblik aan gedacht hebben, de uitspraken van een Synode, die Gods Woord verliet, te eerbiedigen.

Voorts zegt, de Wag.:

«Of overigens de Heraut al zonder bewijs verzekert, dat «al werd heel de hiërarchie orthodox, alles hetzelfde zou blijven, zoolang de besturen deze organisa tie in haar vloekwaardig bestaan eeren en handhaven, die hen dringt om den C\msXusieHjeler te vervolge en den ChnsXüsloochenaar te handhaven», dit z ons volkomen koud laten, indien het ons niet met een gevoel van weerzin vervulde tegen dergelijke telkens herhaalde en lang weerlegde voorstellingen. En wij kunnen ieder, wien het in dezen om waarheid te doen is, slechts raden, om de kalme en bezadigde woorden te lezen, die Dr. Roozeraeijer in zijn thans voltooid werk «Het christelijk geloof» aan deze vraag heeft, gewijd

Dat een lid van een kerkbestuur de medeverantwoordelijkheid draagt voor eene door hem bestreden beslissing en door deze mede schuldig wordt, zien wij ook door niets bewezen. De hoofdvraag blijft steeds deze: Moet men om het ingeslopen bederf, waardoor men althans voor lang geen ongeloofsprediking weren kan, de kerk prijsgeven oi niet? Dit moest de Heraut ook als hoofdvraag erkennen in stede van voortdurend door onjuiste voorstellingen uit alles reclame te maken voor de doleantie, gelijk week aan week geschiedt, hetzij naar aanleiding van plaatshebbende feiten, die de natuurlijke gevolgen zijn van vlen bestaanden toestand, en voor een ded met name in Friesland aaii den doleantie zelve te wijten zijn, hetzij door onge gronde grieven op te wekken tegen gewaande ongerechtigheden, die in den aard onzer kerkregeering zou den schuilen, alsof «in het vloekwaardig bestaan van kerkbesturen» een gruwzame miskenning van Christus' koningschap lage».

Wat hier van de verantwoordelijkheid der kerkbesturen gezegd wordt, is volstrekt onhoudbaar.

Als morgen den dag de Tweede Kamer een besluit in strijd met de Grondwet nam, en het Huis van Oranje te na kwam, zou de minderheid zich niet mogen nederleggen bij het besluit der meerderheid, maar weigeren moeten langer met deze meerderheid iets van doen te hebben.

En zoo is het hier.

Op ondergeschikte punten mag een minderheid berusten in het besluit der meerderheid.

Hier daarentegen waar het een besluit gold in strijd met de Grondwet der kerk, d. i. Gods Woord, en ter aanranding van de Majesteit , van onzen Koning, den Christus, mocht de minderheid niet langer in dit college blijven.

En dan besluit de Wag. :

«En hierbij moet ons nog eens een ernstig woord van het hart Indien wij dezelfde wijze van doen eens op de Heilige Schrift wilden toepassen, tot hoe onzinnige uitkomsten zou dit wel leiden? Johannes schrijft in zijn brief het bekende woord: «Dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof» en hoe licht kan iemand daarop de stelling bouwen: «In het Koninkrijk Gods is de eenige macht, die iets vermag, die des gelooft». Wat zou men wel van den man zeggen, die ia zijne dwaasheid begon te jammeren: „Daarmede wordt aan Koning Jezus de eere ontnomen en de schennende hand naar zijne kroon uitgestoken. Immers ons geloof ach! het is niets dan de vrucht van hetgeen de Heere in ons werkt; en wat is het dan nog ? Alleen de Heere is de Machtige Jacobs en de Heilige Israels, die in zijne kerk iets vermag te doen, en zou dan dat zwakke geloof de wereld kunnen over winnen ? Het is een hemeltergende lastering, alzoo de Gezalfde des fleeren van zijne kroon te berooven!» — Welnu, even onzinnig is het gejammer over de eenvoudige bepaling van het kerkelijk reglement volgens welke van de rechtspraak der Synode geen hoo ger menschelijk beroep is in het kerkgenootschap, terwijl in zake van wetgeving deze beslissing nog wel aan de Provinciale Icerkbesturen is opgedragen. Is die verwarring tusscheri het geestelijk lichaam van Christus en zijne belichaming in den uitwendigea band eens genootschaps moedwillig of de vrucht van verwarde hersenen ?

Waarlij!: , de afschuwelijk vrome taal van de Heraut is onverdragelijk. En wij achten het een groote zonde voor God, eene hel van vijandschap tusschen geloovigen en belijders onderling te stoken, ter wille van hersenschimmige grieven tegen een vorm van kerk* regeering, in plaats van alle macht op den strijd tegen het ongeloof te concentreeren. Het Farizeïsme kijkt daarbij der doleantie de oogen uit, als het de volks kerk moedwillig aan het ongeloof prijsgeeft, om een nagemaalvt Calvinisme ten troon te verheffen, dat zeer zeker de wereld niet overwinnen zal, maar waartegen de Satan te kwader ure zich keeren zal, zeggende: Jezus ken ik en Paulus weet ik, maar gij — wie zijt gif

Als staal van echt-Christelijke polemiek kan dit slot uitnemend dienst doen.

Maar niet als wapen in den strijd.

Immers, juist de Heraut heeft steeds tegen dat lijdelijk Antinomiaansche Heere Heere roepen geprotesteerd, en op handelen krachtens ons geloof aangedrongen.

Wat we dan ook tegen de mannen van de Wag. hebben, is juist dat hun geloof daarom niet overwinnen kan, omdat het zelfs den strijd

niet durft aanbinden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1890

De Heraut | 4 Pagina's