GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een belangrijk boekske.

I.

We ontvingen zooeven het Overzicht van de zesde Zendingsconferentie, gehouden te Batavia *n te Depok, van 25 Augustus tot 8 September 1889.

Zooals men weet worden deze vergaderingen elk jaar gehouden. Het nu uitgegeven verslag, dat er zeer net uitziet, telt 250 blz. en is gedrukt bij de heeren D. van Sijn & Zoon, te Rotterdam.

De Conferenties van den Nederlandsch-Indischen Zendingsbond verkeerden tot heden onafgebroken in een tijdperk van bloei. Wel waren er niet telkens alle op Java wonende zendelingen, leden van den bond, aanwezig, maar zeker niet éen, die wegbleef uit gebrek' aan lust om te komen. Ditmaal waren de omstandigheden velen gunstig, zoodat zij komen konden en ook kwamen. Te Batavia zelf werkten weer verschillende omstandigheden samen, om de vergaderingen aantrekkelijk te maken. Er waren oude bekenden en nieuwe belangstellenden te zamen, hetgeen aan het geheel der Conferentie, d. w. z. aan het onderling verkeer op en buiten de vergaderingen, een levendigheid gaf. Deze Zendingsconferentie is de eerste geweest, die ook door dames werd bijgewoond.

De samenkomsten werden meer of minder geregeld (ze telden 21—26 bezoekers) bijgewoond door de heeren: A. A. M. N. Keuchenius, president van het genootschap voor Inen Uitwendige Zending te Batavia; J. L. Martens, president der vereeniging tot bevordering van Maleisch-Christelijke lectuur en voorts door zendelingen van de Nederl. Zendingsvereeniging, van het Rijnsche Zendingsgenootschap, het Java-Comité, de Chr. Gereform. kerk, de Doopsgez. Vereeniging, de Ned. Geref. Zendingsvereeniging, de Neukircher Zendingsvereeniging en verschillende predikanten, hulppredikers, colporteurs en belangstellenden.

Op de voorbereidende vergadering werden de heer Loth als thesaurier en de heer Grashuis als diens secundus, bij acclamatie herkozen. Als secretaris van den Bond werd gekozen de heer De Haan, en als diens secundus de heer Huijsing; de heer Zegers tot secundus van den president.

Voor de Conferentie werden gekozen: als president de heer Albers en als secretarissen de heeren Tiemersma en De Voogd.

De heer P. Jansz bood ter inzage aan, een gedrukt exemplaar van de door hem herziene vertaling des Nieuwen Testaments in het Javaansch. Bij monde van den voorzitter betuigde de vergadering haar blijdschap voor den zegen, door God op den arbeid van den bejaarden broeder kennelijk geschonken, en bad hem den genadigen steun des AUerhoogsten toe, opdat hij zijn grootsche taak, de herziening van den geheelen Bijbel, nog zal mogen volbrengen. De voorzitter nam hieruit tevens aanleiding te herinneren aan een ander blijk van Gods gunst van de volken op Java, namelijk de voltooiing van den geheelen Bijbel in het Soendaneesch, die dit jaar door den heer Coolsma is tot stand gekomen.

Dat veel en veel gewichtigs op deze conferentie behandeld is, bewijst reeds de opsomming der onderwerpen, als:

1. De zending in Nederlandsch Indlë.

2. Tolereeren (dulden) der besnijdenis.

3. Opiümhandel.

4. Geneeskundige zending als Staatsbelang.

5. Zending onder Mahomedanen;

6. De zendingsmethode voor Java.

7. Uitbreiding van den Zendingsbond.

8. Zending-en kerkstichting.

9. Indringing op eens anders arbeidsveld.

Het program was dan ook zeer ijjk.

Voor een talrijk gehoor sprak de heer J. L. Zegers de openingsrede uit. Naar aanleiding van Mark. 6 : 30—32 schetste de afzondering van den Heere met zijn jongeren als eene conferentie van den Zender met zijne zendelingen, nadat de laatsten voor het eerst zelfstandig op eene Evangelisatie reis waren uitgeweest, en wees verder op den ernst der tegenwoordige tijdsomstandigheden; op het bemoedigende van den tegenwoordigen stand der Zending, en op den eisch onzer verplichtingen voor de toekomst.

Het valt moeilijk voor den Europeeschen zendeling het volk met het Evangelie te bereiken. De oorzaken hiervan werden uiteengezet, maar tegelijk de meening verworpen, als zou hij op Java schier niets kunnen uitrichten, en alleen de Inlandsche helper iets tot stand kunnen brengen. Behalve op de ongevoeligheid voor het Christendom, werd men gewezen op de toeneming van het fanatisme der Mahomedanen, en de moeite den volgelingen der Zending aangedaan. In Galilea een geestdrift voor, op Java een ijver tegen Jezus. Toch mogen wij, zei spr.. niet wijken. Ja, de Zending moet naar veler oordeel krachtiger optreden om de voortwoekering en uitbarsting van den Islamietischen hartstocht te keeren, ook beveiliging van het Staatsgezag. Ons motief van blijven en arbeiden is de geestelijke nood der bevolking, die door het opgewekt fanatisme bewezen wordt. Wat ons in die omstandigheden vermoeit, is, dat wij inzien, dat er meer arbeiders noodig zijn, dat "we Nederland om meerdere arbeiders smeeken, en dat die roepstem zoo goed als vergeefsch is. Wat verder vermoeit is de onvriendelijke wijze, waarop door een deel der pers over ons werk geoordeeld wordt. De geopperde bezwaren zijn reeds herhaaldelijk weerlegd, doch worden voortdurend op het tapijt gebracht, als zoovele waarschuwingen tegen de Zending.

Een kortstondige verandering viel waar te nemen bij het optreden van den tegenwoordigen Minister van Koloniën. De ervaring heeft geleerd, dat de beschouwing over het werk der Zending op Java rijst en daalt met de sympathie voor eene of andere regeeringsdaad van dezen Minister. Een zeker deel der Indische pers noemt ons werk een »ramp" voor Java.

Een predikant, Isaac Taylor, heeft het voor het Mahomedanisme opgenomen. Hij heeft getracht de f volkomen mislukking van allen Zendingsarbeid te staven. Hij is wel is waar door Dr. Warneck verslagen, maar dit neemt het bedroevend feit niet weg, dat zelfs een predikant den lof van den Islam zingt.

Niettegenstaande al wat bemoedigt, is echter de taak zwaar. De toekomst voorspelt tal van moeilijkheden. Verstoring van den vrede in Europa; de grootere ontwikkeling van Mahomedaanschen geloofsijver; de voortgaande uitbreiding van den Islam, daar waar vóór enkele jaren van het Mahomedanisme nog geen sprake was. Doch, zei spr. onder dit alles ligt het op onzen weg om voort te'arbeiden met heilige onbezorgdheid, zonder eenige zelfzucht, en met dankbaarheid voor wat God door ons reeds wilde tot stand brengen.

De toekomst is verre van helder, en de bezwaren zullen waarschijnlijk eer toe-daii afnemen, maar de Heere heeft ons zijn machtige hulp toegezegd.

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's