GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

»De arbeid der IVed. Gereformeerde Kerken in verband met de Zendio^, in Nederland, "

Men herinnert zich, hoe op het Zendingscongres in den aanvang des jaars te Amsterdam gehouden de tijd niet toeliet dat het referaat 't welk Dr. L. Wagenaar — bij droeve ontstentenis van Dr. v. d. Bergh — op zich nam te leveren, ook ten gehoore te brengen. We konden dus indertijd hierover ook niets naders meedeelen. Thans stellen de onlangs verschenen Acta ons hiertoe in staat en grijpen we de gelegenheid aan; ten eerste opdat men, zij 't ook in korte trekken wete wat de geachte referent voorstelt, ten tweede om op te wekken tot lezing der' Acta zelf. We kunnen dia niet beter aanbevelen dan zoo.

De Ned. Geref. Kerken zoo zegt Dr. W. hebben een Zendingstaak ontvangen. Deze taak is tweeledig. Deels wordt ze uitgewerkt in de Heidenlanden, werwaarts hare gezondenen gaan om de kerk te planten; deels ook wordt die arbeid in de Moederkerken hier te lande verricht en de bespreking van dit werk der Zending is mi aan de orde.

Van het begin der huidige reformatie af is gevoeld geworden, dat de Kerk alom de Kerk heeft te planten.

De Kerk had op schromelijke wijze deze haar roeping verzuimd. Het besef zelfs van deze roeping sleet uit en stierf in vele Kerken ten eenemale weg. Om Zending te drijven, daar waren de Zendingsgenootschappen en Vereenigingen voor. Slechts sommige, meestal wat erg «werkelijke" Christenen traden op als „Zendingsvrienden" .... Bij velen werden ze als »verkapte" remonstranten geschuwd. Er sloop ook werkelijk veel remonstrantisme enmethodisme in deze kringen in.

Zoo was er in den arbeid der vereenigingen, hoewel hier en daar ook met eerbiedwekkende ijver en toewijking gevoerd, een niet te miskennen gevaarlijke zijde.

Uiterst hinderlijk voor den Zendingsarbeid der kerk was de genootschapskerker, waarin de kerken sedert 1816 zaten opgesloten. De gewelddadige samenbinding van min of meer «uivere belijdenis met openlijke verloochening van den Christus, maakte allen gezamenlijken arbeid der kerken onmogelijk en voor een afzonderlijke kerk viel deze arbeid te zwaar. Pogingen als met Renkum waren te kunst-^ matig om te kunnen slagen. Ach, roept Ds. W. uit., met de practische verloochening van Christus koninklijke rechten ging alle kracht der Zending te loor. Het is een schrikkelijk feit: alle Nederlandsche Hervormde kerken hebben nu zeker honderd jaren lang, van lang voor 1816 tot 1890 toe haar heilige roeping om de kerk te planten in de landen der heidenen verzaakt. En dat, terwijl de Heere de Indien als aan deze kerken met eigen hand tot arbeidsveld gegeven hadl Dat, terwijl finantieele baten uit de heidenlanden in Nederland stroomden en er daardoor schatten in overvloed waren om mannen uit te zenden en beginsels van kerken te steunen.

Dat is, zoo getuigt hij, onze zonde geweest, toen wij bleven onder 't genootschap: wij wandelden in tegenheid met onzen Heiland.

Wordt de schuld dezer zonde gevoeld? Ach, ik vrees, zoo weinig!

Door den nood der ziele geperst, had ook dit Congres moeten worden gehouden. Was er, vraagt de Ref., iets van dien geestelijken «w/f die uitdreef om saim te spreken: wat kunnen wij doen, opdat wij en onze kerken ook deze zonden van schandelijk verzuim der Zending — nu althans onverontschuldigbare ongehoorzaamheid afbreken door gerechtigheid?

Dan zal het onbesneden hart bewogen worden; dan zullen wij welgevallen nemen aan de straf onzer ongerechtigheid.

Welke straffen? vraagt hij.

Dat het verwaarloosd Indië, ten prooi geworden aan 't fanatisme der Mahomedanen, Nederland noodlottig wordt door oproer en moord, door financieele misrekening en straks wellicht door de begeerlijkheid te wekken eener machtige natie, die vlamt op koloniaal bezit. Is het hierbij geen straf te achten, dat de conscientie veler broederen in dit opzicht geheel slaapt of verlamd is; dat het methodisme der Vereenigingen-zending den arbeid der kerk verlamt; ja, dat zelfs ons terugkeeren tot de zuivere paden des Woords de door de Ned. Geref. Zendingsvereeniging (krachtens het ambt der geloovigen) geformeerde beginsels der kerken op Midden-Java met groote schade bedreigt, omdat velen, die tot dusver steunden, door ons eigen jarenlang meegaan met de verkeerde practijk aan dit min-zuivere gewend, hun medewerking opzeggen, , ... o, wel is het dreigend tekort dezer vereeniging een rechtvaardige straf op onze zonden.

Doch Ref. meent de eerste vruchten van het gedenken des Ontfermers op te merken. De huidige Reformatie tuurde eenerzijds op kerkregeering, maar gok met name voor de verwoesting van het diaconaat en het verzuim van den kerkelijken zendingsarbeid was er van meet af aan, althans bij sommigen, oog en hart.

Reeds op het Rotterdamsch convent werd gehandeld over »de stichting van Gereformeerde kerken onder de heidenen en van de zending onder der Joden." Getuige art. 25 van het Agendum.

De vergadering vereenigde zich met een advies; waarin werd uitgesproken:

»1. Ter kwader ure hebben de kerken in ontrouw den arbeid der zending uit handen gegeven aan genootschappen en vereenigingen.

2. De kerken zijn gehouden om de belangen van reeds onder de Heidenen gestichte kerken te behartigen en voor de stichting van meerdere te ijveren.

3. Meest zal de uitvoerende arbeid komen voor rekening der classes aan de zeekust, n.l. Amsterdam, Rotterdam en Middelburg.

4. Alle kerken hebbeiv gelden te verzamelen, liefst door maandelijksche collecten.

5. Twee deputaten nemen de gelden in ontvangst en besteden wat inkomt.

6. Voor de volgende voorloopige Synode ontwerpen ze voor de voortdurende besteding der gelden een plan.

7. Doel moet zijn om den arbeid der vereenigingen over te laten nemen door de kerken."

Ook de voorloopige Synode van Utrecht betoonde groote belangstelling voor de »roeping der kerken in zake de Zending onderde Heidenen en Mahomedanen".

Uit drie verschillende Classicale combinatiën waren punten in zake de Zending ingekomen.

De te Rotterdam benoemde Deputaten rapporteerden, dat een conferentie was gehouden met het hoofdbestuur der Ned. Geref. Zendingsvereeniging, en dat op een door hen tot alle vrijgemaakte Ned. Geref. Kerken gericht schrijven, door 42 kerken geantwoord was, dat men verstond, dat het werk der Zending onder de Heidenen een dure plicht is door den Heere op de kerken gelegd. Velen collecteerden, en besloten de cohecten te stellen in handen der Synodale Deputaten. Amsterdam achtte het ongeraden beslissende stappen te nemen, alvorens er zekerheid gekomen was omtrent al of niet vereeniging met de Chr. Geref. Kerken, en achtte het wenschelijk, dat de Synode een classe aanwees om met Gereformeerde broederen, die reeds de Zending behartigden, te overleggen.

Middelburg waarschuwde tegen scheiding van het geestelijke en stoffelijke, en betoogde, dat als de kerken er rijp voor werden ze beiden zouden hebben te behartigen. Voorthuizen gaf in overweging een Congres te houden ter bespreking van de belangen der Zending. Deputaten ontrieden het vormen van classicale fondsen.

Dr. van den Bergh sprak namens de commissie van praeadvies o. a. de volgende ge dachten uit:

Als de breede opvatting van Voetius over de Zending door Synode, classes en kerken gevoeld wordt, zal hierdoor te meer gezegend de Zending onder de Heidenen bevorderd worden.

Waar onder het huidig Ministerie de regeering eer beschermend dan onzijdig tegenover den Zendingsarbeid zich gaat plaatsen, prikkele dit de kerken tot arbeid.

Wanneer, gelijk in Antiochië, een kerk of classe moed, geloof en middelen ontvangt om een zendeling uit te zenden, mag dit niet verhinderd worden, maar moet dit met blijdschap begroet, mits die kerk of Classe zelve zorge voor het onderhoud.

Geld op te zamelen of te kapitaliseeren bij onzekerheid of het tot rechtstreeksche Zending zou kunnen gebruikt worden, is in strijd met Matth. 25 : 24—29 (de gelijkenis van het talent in den zweetdoek). Men steune de Ned, Geref. Zending-Vereeniging totdat de kerken haren arbeid overnemen.

Gevraagd werd:

Of niet, behalve de bekeering van Heidenen, bovenal het getuigenis van Gods daden tot aan de uiterste einden der aarde doel der Zending onder de Heidenen moet zijn.

Of niet meer zegen te verwachten zij van de bewerking van volksstammen, dan wanneer bekeering van enkelen doel is.

Of niet in Indië opium, prostitutie enz., moeten worden bestreden, en o. a. gezorgd voor Christelijke opleiding der toekomstige ambtenaren in Oost-Indië, enz. Ook op de roeping tegenover het leger in Indië werd gewezen.

Eindelijk werd voorgeslagen het houden van een Nederlandsch Zendings-Congres. Op voorstel van Br. Rutgers werden deputaten benoemd om dit Congres saam te roepen in een geschikt gelegen plaats. Deze deputaten nu hebben, na raadpleging met deputaten uit de verschillende dassen hun opdracht vervuld, zooals het Congres deed zien.

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's