GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Haagsche Synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Haagsche Synode

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 5 Sept. 1890.

De Haagsche Synode zal in stilte wel eens een dankbare verzuchting aan het adres van de Heraut hebben geslaakt.

Ware toch de Heraut er niet geweest, en ware het niet tot een begin van Reformatie gekomen, dan zou de Haagsche e­ Synode nog altoos verschijnen in haar vroegere onbeduidendheid.

En zie, nu is ze, dank zij de actie, op eenmaal een zoo interessant college geworden, dat liberale bladen als de N. Rott. Ort., dag in dag uit. Synodale verslagen opnamen, die, gewoon gedrukt, drie geheele bladzijden druks zouden beslaan.

Blijkbaar zijn die verslagen van een liberaal of modern lid der Synode herkomstig, en het is aan dezen verslaggever, dat we ook de keuiige mededeeling danken van de roerende wijze, waarop dit Hooge bestuurscollege der Synodale organisatie ditmaal zijn zittingen gesloten heeft.

De N. Rott. Crt. meldde dienaangaande het volgende:

Thans was het oogenblik van scheiden aangebroken. Voordat de president de vergadering sloot met dankzegging aan God en diens zegen afsmeekte over den verrichten arbeid, en de geheele vaderlandsche kerk, den Koning en het vorstelijk Huis en de natie in Gods va­ , derlijke hoede aanbeval, gaf hij uiting aan de behoefte van zijn hart, om zijn diepgevoelde erkentelijkheid te betuigen aan al zijn medeleden, voor de ondervonden welwillendheid, steun en vriendschap, waardoor de vervulling zijner taak hem zoo gemakkelijk werd gemaakt, en niet minder voor den voortreffelijken broederlijken geest, die allen zich beijverd hadden te onderhouden, en voor de toewijding aan de belangen der kerk, door allen betoond, den inspannenden arbeid, door allen met de loflelijkste bereidvaardigheid verricht. Wederkeerig ontving hij bij monde van den vice-precident den warmen dank der vergadering voor zijne zoozeer gewaardeerde leiding en vriendschappelijken omgang, waaraan voor een goed deel de goede uitslag der werkzaamheden was te danken.

Deze jinale, met het daarbij behoorend vuurwerk, is in elk opzicht merkwaardig.

De man, die presideerde, was de moderne heer Perk, indertijd secretaris van het Tooneelverbond, en dus van nabij bekend met het effect van een goede mise en scene.

Hij" sloot daarom maar niet rauwelings weg, gelijk de moderne heeren op al hun vergaderingen gewoon zijn, met een hamerslag, zonder 'gebed.

Neen, ditmaal zou het gebed er ab jinale bijkomen.

Maar eer hij tot dit gebed voortschreed, moest de ijdelheid der Synodale leden geslreekl, en moest vooral aan de orthodoxe leden het plasdankje geboden voor hun zelfverloochening.

Er had, zoo roemde hij, „een voortreffelijke broederlijke geest" geheerscht.

Dfit was het nu.

Ds. Segers c. s. hadden in niets laten merken, dat ze Ds. Perk c. s. niet „als broeders" eerden en begroetten.

n Ze waren niet slechts welwillend, voorkomend en humaan geweest. Neen, ze-hadden met de heeren Perk c. s. als broeders onder broederen verkeerd.

Nu beduidt deze titel van „broederen" op kerkelijk terrein, óf dat men saam als wedergeborenen uit éénzelfde genade, kinderen van één Drieëenig God, en alzoo broederen van Christus, en broederen onder elkander is, óf wel dat men door Koning Jezus in eenzelfde heilige Bediening geplaatst, als broederen in het ambt verkeert.

En nu moesten Ds. Segers c. s. het aanhooren, dat in de Synode hunner kerk een openbaar en bekend loochenaar van den Christus roemen komt in de broederlijke gezindheid te hemwaarts, die hij van de heeren Segers c. s. ondervinden mocht.

En toen stond de vice-president, een orthodox man, die voor een belijder van den Christus wil gehouden worden, op, niet om tegen deze beleediging te protesteeren, neen, maar om dezen loochenaar van den Christus „den warmen dank der vergadering te brengen voor zijne zoo gewaardeerde leiding en vriendschappelijken omgang, "

En toen gingen deze moderne en orthodoxe heeren saam in een modern gebed. Toen stelden ze zich voor het aangezicht van den Kenner der harten, en wierd er gedankt en gebeden voor de »vaderlandsche" kerk, voor den Koning en het Princesje, en voor heel de natie; dus de Roomschen, Joden en Doleerenden incluis.

Vooral die laatste gedachte kan geestdrift in dit gebed hebben uitgestort.

Maar ook hiermee was het nog Biet uit.

Immers de N. Rott. Cour. voegt er nog bij:

Verschillende leden, wier diensttijd was verstreken of die voor het eerst de vergaderingen hadden bijgewoond, betuigden nog hun erkentelijkheid voor de ontvangen bewijzen v£.n welwillendheid en getuigden van den voortreffelijken geest, die ook deze vergadering der Synode had gekenmerkt.

Juist wat we een vorig maal reeds aanduidden, de jongere, pas opgekomen orthodoxe leden wedijverend met de veteranen, om in dit Synodaal „onderonsje" elk denkbeeld van belijdenis van hun Heere en zijn glorie te vergeten.

o. Ze hadden zooveel roerende bewijzen van „welwillendheid" ontvangen, en de geest die op deze Synode heerschte was zoo „voortreffelijk" geweest. H v

En zoo, zegt de correspondent van de N. Rott. Gour., „behoort deze /sste vergadering van de Algemeene Synode weer tot het verleden." d d b

En dat is ook zoo.

De hamer is gevallen en de vergadering is uiteengegaan. z i

Maat wat daarom nog niet tot het verleden, maar tot het heden en de toekomst behoort, is de rekening, die de Heere in zijn majesteit met de conscientie zijner dienaren heeft. k d v g

En of nu de heeren Segers c. s. er volstrekt niets van voelen zullen, dat deze rekening met hun God en hun Christus, blijkens hun houding op de Synode, voor ken alleretbarmelijkst staat, zouden we toch betwijfelen. d g v

Of hooren ze dan de stem uit den Hooge niet, die hun zoo doordringend blijft toeroepen: „Ontrouwe dienstknechten, wat hebt gij met mijne kerk, mijn arme kerk in Nederland gedaan?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De Haagsche Synode

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's