GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe uitgave van de Heilige Schriftuur,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe uitgave van de Heilige Schriftuur,

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe uitgave van de Heilige Schriftuur, die door de Flakkeesche Boekdrukkerij aan ons publiek is aangeboden, is door heel de pers met warme belangstelling ontvangen; en zelfs waar in een enkel blad critiek wierd geoefend, was die critiek derwijs waardeerend en aanbevelend, dat de heeren uitgevers metterdaad van »dankbaar én voldaan" kunnen spreken.

Ze verdienden dan ook, vooral als jonge uitgevers, ten volle den lof die aan hun arbeid als persproduct is toegezwaaid. Wat ze leverden is zoo echt-HoUandsch soliede; zoo tot in de kleinste onderdeden iriet zorg bewerkt; zoo practisch aangelegd; en toch zoo met de waardigheid van het Boek in overeenstemming.

Andere heeren uitgevers schijnen dan ook wel te hebben ingezien, dat deze Flakkeesche uitgave een niet te versmaden concurrent op de boekenmarkt was. Althans sedert de iste aflevering van deze uitgave de wereld inging, zijn de advertentiën breed als plakkaten verschenen, waarin ook zij hun Bijbeluitgaven aan denman pogen te brengen.

Nu, wie zou hun daartoe het recht betwisten }

Toch is het, juist met het cog op die andere uitgaven, niet overbodig, ons BijbeUievend publiek nog eens te herinneren aan de eigenaardige positie en het geheel eenig standpunt, dat deze Flakkeesche Bijbel inneemt.

Een Bijbeluitgave in de landstaal is een gewichtig werk; en nog veel te weinig hield men zich dusver bezig met de wijze, waarop zulk een uitgave moet toegaan.

Wel keurde men in Rome het absoluut hechten aan de Vulgata af, maar gevoelde toch ook weer, dat de kerken niet geheel konden stilzitten. Het is toch lang niet onverschillig, hoe de Heilige Schrift wordt vertaald. Verkeerde vertalingen kunnen zoo licht dwaling voeden en ketterij begunstigen. Deze zaak mag dus niet aan het geval worden overgelaten, om de eenvoudige reden, dat onze Gereformeerde kerken de Heilige Schrift ook aan den eenvoudigsten leek in handen geven, en deze niet in staat is tusschen onderscheidene vertalingen met oordeel des onderscheids te kiezen.

Al laten dus onze kerken een iegelijk vrij in de keuze van zijn Bijbel, toch moeten ze radend en helpend optreden. Onze kerken hebben daarom reeds in de 17de eeuw zelve de vertaling ter hand genomen en niet door absolute invoering, maar door levering van iets voor dien tijd onovertref baars de publieke markt bijna tot een monopolie voor haar vertaling gemaakt.

Doch ook al ware het, dat de kerkende keuze van Bijbelvertaling, ook zonder advies, aan de leeken zelven overlieten, dit nam toch niet weg, dat de kerken zelve uit de Heihge Schrift laten voorlezen en uit de

Heilige Schrift prediken. En overmits hierbij niet zekere voorlezer N. N. of zekere prediker X, , maar een orgaan der kerk optreedt, dient de kerk dus te zorgen, dat de gemeente zekerheid bezit omtrent den officieel fjebruikten Bijbel.

Geldt dit nu van de vertaling, dan geldt het natuurlijk ook van de tiitgaven dier vertaling. Men weet toch maar al te goed (en het Ned. Bijbelgenootschap heeft ons in dit opzicht heel een staalkaart van bewijzen geleverd) hoe slordig vaak met zulke uitgaven wordt omgesprongen. Lang niet alle uitgevers werken met zooveel conscientie als de Flakkeesche drukkerij.

Bemoeit dus de kerk zich wel met de vertaling, maar trekt ze van de uitgaven dier vertaling de hand geheel af, dan doet ze half werk-Vandaar dat onze vaderen, zoodra er bederf in de uitgaven insloop, de betere uitgaven kerkelijk gesteund hebben. Iets wat inhield: i". dat zij zelve in haar dienst alleen deze geautoriseerde uitgaven mocht gebruiken, en 2". dat ze, behoudens ieders vrijheid, deze geautoriseerde uitgayen aanbeval.

Wel is de kerk ook in dit opzicht veel te kort geschoten, en is zij door dit plichtverzuim oorzaak geworden, dat ook met opzicht tot het gebruik der Heilige Schrift allengs een grenzelooze slordigheid insloop, maar het beginsel is daarom niet losgelaten. De zorge der kerken is te dezen opzichte geëischt en gerechtvaardigd.

Dit nu sluit in zich, dat de kerken ook thans behoorden op te treden, om duidelijk uit te spreken, welke Bijbeluitgaven ze voor kerkelijk gebruik geschikt of ongeschikt achten. En waren de Gereformeerde kerken ree:5s tot gevvenschte eenheid van Syaodale saamvergadering gekomen, dan zou denkelijk ook het oogenblik niet meer verre zijn, waarop ze zich van deze taak kweten.

Immers de bedenking dat dit lijd en geld zou kosten, mag hier niet als verontschuldiging gelden. Althans de private uitgaven toonen genoegzkam, dat tijd en geld daarvoor nog wel te vinden zijn; terwijl het vanzelf spreekt dat zulk een kerkelijke autorisatie altoos zichzelf betaalt, en aan de kerken niets behoeft te kosten.

Toch kon hier niet op gewacht. Waar men zelfs uit den Bijbel van ', het Britsch Genootschap nog altoos den voorlezer heel dapper van het »jong van een os" hoorde lezen, wierd het toch tijd, dat aan zulk een misstand een einde kwam. En toch zoo las en leest men nog altijd. B. v. in Leviticus 22 : 28: Gij zult een os. . . . en zijn jong op éénen das; niet slachten."

Er moest dus raad geschaft.

Omdat ook onze taal niet dood is maar leeft, ondergaat ze gedurig verandering, en is onze manier van schrijven en spreken op menig punt anders geworden, dan in de dagen onzer vaderen. Een „neef, " heette toen, wat men thans »kleinzoon" noemt, en al zulke wijzigingen leiden óf tot een ge heel anders verstaan van de woorden dan ze bedoeld zijn, óf ze eischen wijziging ook in de uitgaven des Bijbels.

Dit laatste is dan ook op allerlei wijs beproefd. Zelfs Beets waagde er zich aan. Maar noch hij, noch ieniand, die voor hem deze taak ondernam, gaf zich behoorlijk rekenschap van de regelen die hierbij te volgen waren, noch kon zich den onmetelijken arbeid getroosten, die hieraan moest ten koste gelegd. Een arbeid die voor elk vel druks op ruim 30 uren arbeids neerkomt, en per aflevering in deze uitgave op niet veel minder dan honderd, is te veel voor één man.

Dat kan één man niet doen. Daar was meerderer arbeid voor noodlg. Zoodat thans niet minder dan zes personen, elk voor hun aandeel en op hun wijs, - aan deze taak medewerken. Zoo moet b. v. elke maal dat het woordeke een voorkomt in het oorspronkelijk nagezien, of het onbepaalde lidwoord een of wel het telwoord één bedoeld is, teneinde dit laatste met twee accenten te schrijven. Anderen die dit op de gis deden, hebben zich telkens hierin vergist, daar in het oorspronkelijk vaak een telwoord staat waar wij dit niet zouden zetten, of ook ontbreekt waar wij dit zouden verwachten.

Er is dus geen quaestie van, of een uitgave gelijk deze, waaraan een arbeid wordt ten koste gelegd, waarmee de arbeid aan de vorige uitgaven besteed, van verre niet in vergelijking komt, moet in dit opzicht voorkeur verdienen.

De vraag of deze uitgave tijdig was of niet tijdig, legt hierbij geen gewicht in de schaal. Die vraag zou van overwegend gewicht zijn, zoo er sprake was van een nieuwe vertaling; niet bij een nieuwe tiitgave der oude vertaling. Zulk een uitgave toch is altoos tijdig en altoos gerechtvaardigd, zoodra blijkt, wat thans wel niemand meer ontkennen zal, dat de taal aanmerkelijk verliep, en nog geen enkele uitgave met dat verloop van de taal op wetenschappelijke wijze rekening hiefd. Voor de kerken kan dit nog anders zijn, voor particuliere uitgevers niet.

En wat de platen betreft, nu, het is volkomen natuurlijk, dat die niet bij een ieder in den smaak vallen; en daarom handelden de uitgevers dan ook zeer wijselijk toen ze niemand die platen opdrongen. Maar dat ze zich niet verleiden lieten, om dus genaamde moderne kunst in hun uitgave van een Bijbelvertaling uit de 17de eeuw op te nemen, getuigt toch voor hun goeden smaak. Platen als de heer Sijthofif opnam, passen eenvoudig in zulk een uitgave niet en breken de harmonie der uitgave.

En of men nu de keurige lichtafdrukken van de koperetsen van Romeyn de Hooghe „leelijk of mooi" vindt, zie, dit hangt met zooveel samen.

Saam onder anderen met de geoefendheid van het oog, om ware kunsf van grof fabriekswerk te onderscheiden.

En het is zoo, dit kunstoog is niet aller.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De nieuwe uitgave van de Heilige Schriftuur,

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's