De heer V. H. uit Groningen
De heer V. H. uit Groningen vraagt ons of de Gereformeerde leer over den Kinderdoop, gelijk die door ons in een reeks artikelen ontwikkeld werd, niet op afval der heiligen uitloopt.
Hij redeneert daatbij aldus: Is elk gedoopte wedergeboren, en leert toch de ervaring, dat lang niet alle gedoopten tot Christus komen, dan moeten deze ongeloovigen weer tot afval zijn gekomen.
Hierop diene, i". dat wij nooit en nergens gezegd hebben, dat alle gedoopten wedergeboren ^^«, maar alleen dat ze door de kerk als zoodanig moeten beschouwd worden; wat een hemelsbreed onderscheid maakt; 2". dat men zoolang iemand leeft, nooit weet of hij nog niet tot Christus komen zal; en 3". dat de Gereformeerde belijdenis wel een tij delijken afval der geloovigen mogelijk stelt, maar nooit hun vervallen van de genade.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1890
De Heraut | 4 Pagina's