GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Schipbrenlielinsen.

Voor meer dan honderd jaar verliet een prachtige Oost-indievaarder, de Grosx'enor genaamd, het eiland Ceylon om de terugreis naar Engeland te aanvaarden. Gedurende verscheiden weken ging alles goed, doch eindelijk kwam er mistig weder en een bewolkte lucht, waarbij de branding op de rotsachtige kust werd gezien, die door de mist nauwelijks te onderscheiden was.

Door dit onheilspellend gezicht grootelijks verschrikt, gaf de kapitein onmiddellijk bevel om de koers van het schip te veranderen, doch het; was reeds te laa*'. Het schip stiet hevig op de rotsen, helde toen zijwaarts over, en werd volkomen een wrak. De bemanning en de passagiers bereikten echter, eenige uitgezonderd, in veiligheid de kust. De ongelukkige Grosvenor kad schipbreuk geleden op de Oostkust van Afrika, weinige mijlen ten Zuiden van een Portugeesche nederzetting. Want in dien tijd moest nog elk schip uit Indië naar Europa langs de Kaap.

Het zou verstandig geweest zijn, zoo zij zich naar die nederzetting hadden begeven om hulp, doch ongelukkig was de kapitein in de meening, dat zij niet ver van de Kaap de Goede Hoop waren, en besloot om langs de kust te gaan, met het doel om de dichtbij zijnde Hollandsche nederzetting te bereiken. Van het oogenblik dat zij het land hadden bereikt, begonnen hun moeilijkheden. Zij werden omringd door benden kaffers, welke hen eerst hielpen het wrak te verlaten, doch die later hen begonnen uit te plunderen en slecht te behandelen, terwijl zij hen niet dan met de grootste moeite zich van het lijf konden houden.

Eindelijk vertrokken de wilden, nadat zij door een geschenk van eenige knoopen waren tevreden gesteld, en de arme zwervers werden met rust gelaten. Toch was hun toestand zeer verschrikkelijk. Zij waren een groote troep, meer dan honderd man, buiten de vrouwen, waaronder verscheiden Engelsche dames waren, welke met hun kinderen en bedienden op weg naar het vaderland waren. Hoe konden deze zonder middelen van vervoer, reizen zonder van kleederen te kunnen verwisselen en met slechts een weinig scheepvoorraad tot voedsel ? Dit laatste was het verschrikkelijkst van alles. Van waar konden zij levensmiddelen bekomen?

Na veel beraadslagingen werd het noodig geoordeeld de troep te verdeelen. De kapitein met den eersten stuurman en een aantal matrosen, de dokter, de dames en verscheiden kinderen vormden een afdeeling, en om een onbekende reden gingen zij het binnenland in; terwijl de andere troep, onder de leiding van den tweeden stuurman, het strand hield.

Deze afdeeling was in het geheel vijfenveertig personen sterk, waarbij een knaap van pas veertien jaar. Rice genaamd, en ook een kleine jongen van slechts zeven jaar, Charlie geheeten. Dit kind behoorde bij niemand van den troep. Zijn ouders waren in Indië, en hij zou onder bescherming van de troep van den kapitein zijn gekomen, als hij niet zoo bitterlijk geschreid had en zijn armen had uitgestrekt naar den hofmeester van het schip, voor wien hij vriendschap had opgevat en welke bij de tweede troep was ingedeeld. Deze man, zonder twijfel getroffen door de liefde van het kind voor zijn persoon, en zelf misschien kinderen tehuis hebbende, besloot den kleinen knaap onder zijn bescherming te nemen en voor hem zorg te dragen met een teederheid als ware hij een moeder geweest Zeelieden toonen dikwijls een gevoelig hait voor kinderen, en rij deden dit in dit geval ook, want van het eerste oogenblik dat Charlie een der hunnen was, werd hij behandeld als de lieveling van allen.

(Slot volgt.)

AAV VRAGERS.

Op de vraag, ot Naboth wel goed deed met te "weigeren aan Achab zijn wijngaard te verkoopen is tot antwoord noodig, recht de omstandigheden in te zien, waarin Naboth verkeerde.

We lezen de geschiedenis in i Koning-jn 21. In VS. 3 staat:

»Maar Naboth zeide tot Achab ; Dat late de Heere verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou."

Mogelijk had Naboth veel met dezen wijngaard op, omdat het een voorvaderlijk erfgoed was. Zulke zaken kunnen ons soms zeer dierbaar zijn. Maar daarbij kwam hier nog een Goddelijke wet, die uitdrukkelijk verbood de erfelijke of geërfde goederen om te wenden, (d. 1. te doen overgaan) te verkoopen of te verruilen. Wij lezen in Num. 36 : 7:

„Zoo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden (overgaan) van stam tot stam, want de kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan de erfenis van destam zijner vaderen."

In het jubeljaar moesten de gekochte en de verkochte goederen weer tot de oorspronkelijke bezitters of tot hun erfgenamen terugkeeren. Er staat in Lev. 25 : 33:

»Het land ook zal niet voor altijd verkocht worden.''

Als men dit een en ander nu opmerkt, dan is het wel te verklaren, dat Naboth zijn wijngaard niet wilde verruilen of verkoopen. Hij was er aan gehecht, omdat het een familiegoed of erfenis was en Gods wet verbood hem de erfenis der vaderen te doen overgaan in een andeten stam. Naboth had nu wel krachtens de goddelijke wet den wijngaard tot het jubeljaar kunnen verkoopen, maar hij kon ook wel voorzien, dat, indien Achab dezen wijngaard eerst in een moestuin veranderd en eenige jaren in bezit gehad had, het hem, Naboth, dan moeielijk zou vallen om dezen wijngaard weer terug te krijgen. Hoe Achab zich bovendien om Gods wet al weinig bekommerde, had zijn afgodisch gedrag tot dusver genoegzaam bewezen. Dat Naboth handelde gelijk hij deed, is dus allezins begrijpelijk.

CORRESPONDENTIE.

M. B. Uw schrijven hopen we afzonderlijk te beantwoorden. Maar gelieve steeds te letten op hetgeen boven deze rubriek staat!

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's