GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In Dordrecht zijn in de Synodale

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Dordrecht zijn in de Synodale

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Dordrecht zijn in de Synodale Genootschapskerk weer vreemde dingen geschied.

Men stond er nogmaals voor de keuze, of men den kerkeraad zou machtigen of het kiescollege bestendigen, .

In 1867 had men met 1192 tegen 429 stemmen het kiescollege er ingevoerd, en daarmee een einde gemaakt aan de heerschappij der modernen. Ook in* Juni 1871 koos men nïet 858 tegen 106 voor het kiescollege. De tegenpartij der modernen was blijkbaar ontmoedigd In 1881 gaf de moderne fractie den moed zelfs geheel op en werd het kiescollege bestendigd met 1474 tegen 58 stemmen.

Dit nu bleef zoo, tot er in 1890 door de stembus 22 modernen in [het [idescollege kwamen.

Dit werd voor de orthodoxen bedenkelijk; en vandaar dat ze zich toen bij de stemming van 189^ plotseling ie^en het kiescollege verklaarden, en nu al deden wat ze konden, om aan den orthodoxen kerkeraad het heft voor tien jaren in handen te geven.

Zelfs gingen de orthodoxe predikanten Ds. Kromsigt, Ds. Talma, Ds. Feijkes, Ds. Loefï en Ds, Eigeman zóóver van een strooibiljet rond te zenden, waarin dringend op afschaffing van het kiescollege wierd aangedrongen.

Het kiescollege had hen groot gemaakt. Het was de ladder, waarlangs de orthodoxe partij in Dordt naar boven was geklommen. Thans wilden ze die wegwerpen. Het kiescollege was hun moeder, waaruit ze in Dordt geboren waren. Die moeder moest thans verloochend.

Doch natuuilijk kwamen de modernen nu uit dea hoek schieten, en deden wat ze konden, om dit plan te doen mislukken.

Een felle strijd brak uit, en het resultaat was, dat alle modernen ten getale van 1278, voor het kiescollege kozen, en dat de orthodoxe stemgerechtigden met 1190 stemmen m de minderheid bleven.

Zoo verloopt het Synodale instituut in tal van plaatsen, en herwinnen de modernen almeer de eerst verlorene positie.

Dit nu is een zeer droeve omstandigheid, omdat het natuurlijk duizendmaal beter is, dal het Synodaal instituut, zoolang het zich tianühaaft, orthodox is, dan dat het in moderne handen komt.

En toch mag niet anders gezegd, dan dat de orthodoxen in het instituut zlchzelven dit kwaad zullen te wijten hebben, .

In Dordt speciaal door hun onvaste, opport«nistische houding. Te spelen met de' kerkelijke instellingen gelijk men daar deed, en een kiescollege te aanvaarden, zoolang het in uw voordeel is, ^n te. verwerpen • als het u kan schaden, i^ geen eerlijke wijze van strijdvoeren.

Blijft men eenmaal in een kerk, waarin twee partijen principieel tegen elkander staan, dan moet men ook berusten in het feit, dat de tegenpartij boven kan komen.

Maar ten andere is deze gestadige veldwinning van het Modernisme in dit instituut alleen daaraan te wijten, dat de orthodoxen den strijd in principieelen ein hebben op^es; even.

Ze berusten, maar strijden niet meer.

Ze hebben geen leider, noch leiding; ze hebben geen beginsel noch tactiek meer.

En daarom prediken ze nog wel en bezoeken de armeo; maar de kerk als kerk moeten ze laten geworden.

Want, en dit is hun noodlot, wagen ze ook maar op een enkel punt verzet, dïin loopt dat verzet óf op nieuwe schade en teleurstelling uit, óf wel ze komen uit waar de Doleantie is uitgekomen.

En dat immers willen ze niet.

Uit de Synodale kerk te Utrecht verneemt men, dat op 15 Februari daar een zangkoor bij de godsdienstoefeningen is opgetreden.

Er had zich eene vereeniging Kerkgezang gevormd, en deze werd nu toegelaten, om bij de openbare godsdienstoefening het gezang der gemeente af te wisselen.

Officieel werd dit in het Utrechtsche Predikbeurtenblad zelfs aangekondigd.

Het lijden van den Christus zou verkondigd worden, en een koorgezang zou optreden, om dit lijden te bezingen.

Zoo ziet men, waarheen men af doolt, zoodra men eenmaal de vaste paden verlaat, Rome was steeds en is nog van oordeel, dat de kunst, ook als zoodanig, moet te hulp geroepen, om de godsdienstoefeningen der gemeente op te luisteren,

In de Roomsche kerk heeft men dan ook steeds zulke koorgezangen gehad, en is het niet zelden gezien, dat schoone zangers en zangsters, die Zaterdagavond in de komedie gezongen hadden, Zondagsmorgens in de kerk zongen.

Juist om het misbruik waartoe dit geleid had, heeft de Hervorming zich nu hier tegengesteld, en de ktmst verzocht het huis des Heeren te verlaten.

Alleen in de Anglicaansche kerk tastte men niet door en hield het koorgezang bij; juist : n die kerk, die thans reeds voor drie kwart weer op weg naar Rome is.

In Schotland daarentegen en ten onzent heeft men zich steeds met hand en tand tegen zulke uitvoeringen verzet, tot ten leste ook ten onzent de Groningers eerst, en na hen de Modernen, met zulke koorgezangen zijn opgetreden.

Toch bleef het orthodoxe volk zich hier nog steeds tegen aankanten, tot nu eindelijk Utrecht, dat eens het sein gaf tot de weeropleving van de orthodoxie in ons vaderland, thans zoover we weten, het eerst het droeve schouwspel bood van een orthodoxen kerkeraad, die zulke dingen toelaat.

En dat een kerk waarin nog altoos Ds. Felix zit.

Dit nu is het begin van het einde.

Als men de schare niet in zijn bedehiiis kan lokken door de zuivere verkondiging van het Woord, begint men eerst met de predicatie te vervangen door een discours. Er wordt dan niet gepreekt. Het Woord wordt niet bediend. Maar een begaafd spreker houdt een boeiende rede over ecnig' onderwerp, dat met den godsdienst of de rede in verband staat.

Dan blijven weg wie dorsten naar genade, en komen wie gaarne een schoone rede hooren.

Doch ook dat duurt niet lang.

Ook dat aanhooren van die eindelooze redevoeringen wordt op het laatst eentonig.

Dan moet er weer v/at op verzonnen.

En dan neemt men zijn toevlucht tot koorgezangen.

Zoo deden het vroeger de Groningeis; maar het hielp slechts voor korten tijd; want in de. opera werd nog wel zoo prachtig gezongen.

En zoo zal het ook in Utrecht gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's

In Dordrecht zijn in de Synodale

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's