Volgens de uitkomsten der jongste volks--

telling bedraagt het aantal van hen, die zich als Christelijk Gereformeerd hebben aangegeven, ruim 189, 000, en dat van hen, die zich als Nedetduitsch. Gereformeerd aangaven, 181.OCO.

Nu is dit laatste cijfer, gelijk men weet, niet geheel zuiver. Er zijn er die wel bij de Nederduitsche Gereformeerden zijn, maar die toch door het hoofd des gezins niet zoo zijn opgegeven, omdat hij het „meegaan met de Doleantie ' niet hebben wilde. Bij anderen is door de invullers der kaarten zekere pressie uitgeoefend, om verwarring aan te richten. En eindelijk zijn er velen, die alleen invulden: tot geen kerkgenootschap behoorende. Htt getal van deze laatsten klom dan thans ook tot een cijfer van b'j de 90, 000.

Veilig kan men dus zeggen, dat de beide groepen elk ongeveer 190, 000 zielen vertegenwoord'gen; btide m zielenta! nagenoeg gelijk staan; en samen een kleme 400, 000 tellen.

Voegt men hier nu bij, wat er nog onder de Haagsche Synode bleef, en toch Calvinistisch wil zijn, dan mag ook dit cijfer ongetwijfeld op nogmaals 200.000 geschat worden. En zoo komt men dan tot hel resultaat, dat omstreeks een achtste gedeelte der bevolking nu reeds tot het-Calvinisme is teruggekeerd.

Deze cijfers zijn moedgevend; vooral omdat nu reeds met genoegzame zekerheid te profeteeren valt, dat over eenigen tijd, ook die derde groep van onder de Synode uitkomt ; wel weer op andere manier, maar dat doet er niet toe; zoodat ten leste toch weer alle echte Gereformeerde belijders in één kerkelijk verband zuilen saamkomen.

Tevens mag het een gelukkig feit heeten, dat de Christelijke Gereformeerden en de Nederduitsch Gereformeerden osigeveer gelijk in getalsterkte zijn. Geen beter beding voor al'e verdere onderhandeling toch, dan dat men over en weer wéte hoe de krachten gelijk staan.

En wat eindelijk het cijfar der „Doleerenden" betreft, zoo blijkt dat slechts één tiende van de leden der Nederlandsche Hervormde kerk met de Doleantie meeging. Maar ook dit ééne tiende levert toch nu reeds een zoo respectabel cijfer, dat het thans na twee jaren (de telling geschiedde 31 Dec. 1889) reeds gelijk opgaat met het cijfer van de Christelijke Gereformeerden, die reeds hun eerste jubeljaar achter zich hebben.

Wat men dus van Synodale zijde ook op ons hebbe aan te merken, zoo onbeduidend is de Doleantie althans niet. Iets wat te meer in het oog springt, zoo men bedenkt, hoe nog ruim de helit der kerken geheel vdcant zijn, en zelfs pla.itsea als Middelburg, Zwolle en Arnhem vruchteloos beroepen.

Niets nu houdt zoozeer den voortgang der Doleantie tegen, als juist dat gemis aan behoorlijke vervulling van den Dienst des Woords, en de historie leert ons, hoa kerken bij de Christelijke Gereformeerden, die eerst slechts 7 a 8 huisgezinnen tellen, later, dank zij den Dienst des Woords, tot bloeiende kerken uitgroeiden.

Ook schijnt op terugkeer onder de Synode minder kans te bestaan, dan deze Synode zich, na het gebeurde met de heeren Vethake ^-n Schokking, voorstelde.

Althans aan de Synodale Commissie was in last gegeven, zulke aanzoeken om terugkeer met spoed af te doen.

Maar in najairszitting saamgekomen, moest deze Synodale Commissie constateeren, dat ze ten deze niets kon verrichten, omdat er gsea enkel aanzoek om terug te mogen keeren, ter tafel was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen