Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Voorloopige Synode te Amsterdam.

De kerkeraad der Nederd. Geref. kerk van Amsterdam herinnert er aan dat de Synode, zoo de Heere wil, op Dinsdag 7 Juni, des namiddags te 2 uren, in de Keizersgrachtkerk hare zittingen aanvangt.

De dassen, die nog geen'„bericht, inzonden, worden uitgenoodigd, zoo spoedig mogelijk, opgave te doen van den dienaar des Woords en den ouderling uit haar midden (met aanwijzing van secundi), die als afgevaardigden zijn benoemd.

De kerkeraad hernieuwt het verzoek om de afgevaardigden, voor [ditmaal, in de mede te geven of vooraf op te zenden credentle en instructie te machtigen, om, zoodra het noodige accoord tot stand zal gekomen zijn, zich met de afgevaardigden der Christelijke Gereformeerde kerken, tot ééne Synode te vereenigen, en saam met deze broederen wettiglijk zoo voor hunne en onze kerken, waartusschen elk verschil dan wegvalt, te besluiten.

Ook wacht de kerkeraad nog bericht of logies bij lidmaten der gemeente begeerd wordt. Rapporten van deputaten werden reeds vóór 14 Mei ingewacht; dusverre kwam nog weinig in, zoodat het verzoek om toezending wordt herhaald.

Met het oog op het op te maken Agendum wordt op spoed aangedrongen.

Namens den kerkeraad, de deputaten ter voorbereiding der Voorloopige Synode:

B. VAN SCHELVEN. H.

W. FELDERHOF.

Verslag der gewone classis van 10 en II Mei 1892 te Klundert der Ned. Geref. Kerken van Noord-Brabant en Limburg.

De eerste der vijf zittingen dezer classis werd nadat gezongen was Ps. 72 : 8, des morgens om elf uur door Ds. J. H-Feringa met gebed geopend en met voorlezing van Jesaja 11 en 12. Hij wees er met een enkel woord op hoe op de eerste »doleerende" classis in 1887 in Klundert 4 kerkeraden samenkwamen, hoe ook in de eerste door hem bijgewoonde classis slechts 4 kerkeraden stemrecht hadden, en nu vertegenwoordigde deze classis reeds 10 vrijgemaakte kerken. Vervolgens heette hij vooral ook welkom de afgevaardigden der Christ. Geref classe Klundert en der Christ. Geref. kerk van Bergen-op-Zoom. Na onderzoek der credentiebrieven, vaststelling van de presentielijst, en enkele kleine besprekingen werden benoemd bij den praeses Ds. J. H. Feringa, als scriba Br. A. C, vanDrimmelen en als Assessor Ds. A. Schouten Wzn. Vervolgens werden de notulen der vorige classis gelezen en goedgekeurd; en daarna sprak Ds. M. Guendag van Klundert namens zijne classis een hartelijk wonrd, en Ds. A, H. van der Kooij namens de Christ. Geref, gemeente te Bergen-op-Zoom.

Behandeld werden nu de-rapporten der classicale deputaten inzake de Zending, inzake approbatiën en losmakingen tusschentijds, inzake correspondentie met de Christ. Geref, classis dezer gewesten, en inzake het classis archief; waarna deze eerste zitting om een uur op verzoek des voorzitters met gebed gesloten werd door Ds. van der Kooij.

De tweede zitting werd om ruim twee uur geopend in het kerkgebouw naast de vergaderzaal van den morgen. Vele belangstellenden waren aanwezig en ook de afgevaardigden van de Christ, Geref. gemeente te Klundert. Nadat gezongen was Ps, 72 : 6 en geopend met gebed en met het lezen van Jesaja 60: —n heette Ds. Feringa hen hartelijk welkom en leidde de referenten bij de vergadering in. Na het zingen van Ps. 67 : 1 ontving Ds, Schouten het woord en leverde een boeiend en leerrijk referaat over de vraag : Wat onze Gereformeerde vaderen voor de Zending gedaan hebben. Een opgewekt debat volgde op dit stuk. Daarna sprak Ds. K. Fernhout van Dordrecht over zijn onderwerp : De zendeling en zijn opleiding. Ook op dit schoone stuk volgde levendige discussie. De vele en velerlei toehoorders volgden de referaten endiscussiën met blijkbare belangstelling. Ten besluite werd gezongen Ps. 117, waarna omstreeks 5 uur Ds. Ouendag op verzoek des voorzitters voorging in dankgebed.

Om 6 uur riep het klokgelui een schare van vele honderden in jiet kerkgebouw samen voor de aan den Classicalen Zendingsdag verbonden Bediening des Woords. In deze derde samenkomst der classis werd, nadat gelezen was Psalm 87 en gezongen Ps. 67 : i, door Ds. Feringa gesproken over de vraag: Zoudt Gij dan stil zijn? " in Richteren 18 19; vervolgens na het zingen van Ps. 86 : 5 door Ds-Fernhout over Joh-21 : i—14; ten slotte nadat gezongen was het berijmde Gebed des Heeren, VS. 2, 3 en 9 (waaronder voor de Zending werd gecollecteerd) door Ds. Schouten over Jesaja 55 : 13. Nadat zoo was gesproken over de opwekking tot den arbeid, den arbeid der Zending zelf, en de uitkomst van den arbeid, werd deze Bediening des Woords op de gewone wijze geëindigd; en in de kerkekamer de derde zitting der classis, na enkele herinneringen en besprekingen, om ruim 8 uur met gebed gesloten.

Den volgenden morgen om 9 uur ving de vierde zitting der classis aan, met Psalmgezang, gebed en voorlezing van Jesaja 54. Na vaststelling van de gewijzigde presentielijst werden nu behandeld de (meerendeels zeer gewichtige) volgende rapporten: van den classicalen correspondent, van de zeer veel vooruitgang op bijna elk gebied toonende kerkenvisitatie, van de hulpbehoevende kerken, van de examina, van de vergadering inzake de hulpbehoevende kerken op 4 Maart te Utrecht gehouden, en de voorloopige vacaturebeurten-regeling. De rapporten inzake vacaturegeldenregeling en uitvoering van Art. 13 K. O. werden verdaagd tot de eerste vereenigde classis. Voor voorloopige regeling der uitvoering van Art. 13 K. O. deputaten aangewezen. Voorts werden (na rapport) deputaten benoemd inzake Bijbelcolportage en deputaten van informatie voor de e.k. vereenigde classis in Oostelijk Brabant over de voorgestelde opname eener Viije Gereformeerde Gemeente in het kerkverband der Ned, Gereformeerde kerken, waartoe deze clas­ sis zich met het oog op de a.s. Synoden onbevoegd verklaarde. Ook werden de wijze van vragen der afvaardigingskosten dezer Synoden besproken en deputaten aangewezen om onderzoek te doen inzake de afbetaling der algemeene proceskosten; dewijl de in deze beloofde berichten nog niet waren ingekomen.

Nu werden de verschillende deputaten en hun secundi benoemd of herbenoemd. Vervolgens geschiedde de rondvraag naar art. 41 K. O., die over den arbeid der kerken voor de Zending, en die over de naleving der »Permanente Besluiten", wat tot enkele belangrijke besprekingen aanleiding gaf. Ten slotte namen de afgevaardigden der Christ.' Geref. classis Klundert (in den aanvang der middagzitting die der Christ. Geref. kerk van Bergen-op-Zoom) met een hartelijk woord afscheid; waarna deze vierde zitting om ruim i uur met dankgebed werd gesloten.

Nadat de vijfde zitting om ruim 2 uur met gebed was geopend, werd eerst de bespreking van enkele rapporten en van de punten, bij de rondvraag naar art. 41 K. O. aan de orde gekomen, voortgezet en geschiedden de noodige verrekeningen met den assessor. Vervolgens werd de credentiebrief ter a. s. Synode (en naar de daarop volgende vereenigde Synoden) vastgesteld en geteekend. Daarna de punten der Memorie inzake de Vereeniging behandeld; waarbij de classis grooten nadruk legde op het nauwkeurig naleven van het te 's Gravenhage in 1891 in deze bepaalde. Afgevaardigd werden naar de Synoden: Als primi Ds. J. H. Feringa en ouderling A. C. van Driramelen, beiden van Klundert; en als secundi; Ds. A. Schouten Wzn. en ouderling K. Dane Czn., beiden van Willemstad.

Van de »korte predicatie" kon, ingevolge vroeger classis-besluit, ook ditmaal nog geen sprake zijn. De rondvraag naar art. 43 K. O. leverde niets op. Van de lezing der korte notulen werd vrijstelling verleend; en de vaststelling der notulen opdragen aan de leden van het moderamen. De (vermoedelijk onnoodige) aanwijzing van plaats en roepende' kerk voor de e. k. gewone classis op den in de huishoudelijke regeling aangewezen tijd, deed voor beide Werkendam gekozen worden.

Omstreeks half vijf werd deze laatste zitting met dankgebed gesloten.

De classicale correspondent:

FERINGA.

Kort verslag van de vergadering der classis Amersfoort, gehouden te Amersfoort 18 Mei 1892.

De voorzitter der vorige vergadering Dr. H. H. Kuyper opent de vergadering met gebed en het lezen van Ps. 121.

Dertien kerken waren vertegenwoordigd; van ééne kerk waren geen afgevaardigden opgekomen; verscheidene diakenen met adviseerende stem woonden de vergadering bij.

Als moderamen wordt gekozen: Dr. G. van Goor, praeses; Ds. L. Adriaanse assessor; Dr. H. H. Kuyper, scriba.

De notulen der voorgaande vergadering worden gelezen en goedgekeurd.

De voorzitter roept een hartelijk welkom toe aan Ds. Maan, den pas bevestigden dienaar des Woords te Loenen-Vreeland en aan de kerk van Zuilen, die onder leiding van Ds Adriaanse tot reformatie gekomen'was. Het onderzoek volgens art. 41 D. K. loopt bevredigend af.

Tot afgevaardigden voor de voorloopige Synode te Amsterdam worden benoemd : Dr. G. van Goor, primus, Dr. H. H. Kuyper, secundus en broeder J. de Ruig, ouderling, primus, broeder C. Verhoeff, ouderling, secundus. Aan den quaestor Ds. M. J. Bouman worden op zijn verzoek onder dankbetuiging voor de bewezen diensten, ontslag verleend en in zijn plaats gekozen Ds. L. Adriaanse van Zeist.

De consulentschappen worden aldus geregeld: Dr. G. van Goor, Loosdrecht, en Tienhoven : Ds. L. Adriaanse, Westbroek Maartensdijk en Zullen; Ds. Maan de Bilt en Nichtevechl; Dr. H. H. Kuyper; Amersfoort en Soest. De Memorie van de Deputaten tot vereeniging der Christ. Geref. en Ned. Geref. kerken wordt toegelicht door den voorzitter en uitvoerig besproken-De classis is eenparig van van oordeel, dat de naam der vereenigde groepen van kerken »de Gereformeerde kerken" luiden moet.

Naar aanleiding van punt 10 der genoemde Memorie besluit de classis, dat tot dekking der proceskosten, elke kerk vóór 6 Juni een buitengewone collecte zal moeten houden, zoo mogelijk voorafgegaan door een inzameling van vrijwillige bijdragen bij de meer gegoede leden der kerk.

Vervolgens wordt verslag uitgebracht door de verschillende Deputaten:

i". door de Deputaten in zake de voorgenomen provinciale diaconessen-inrichting te Utrecht; — de Deputaten worden gecontinueerd; 2". door de Deputaten voor de noodlijdende kerken; — in plaats van Ds. Bouman wordt gekozen Dr. H. H. Kuyper;

3". door de visitatoren van de classis in zake moeielijkheden in twee kerken gerezen betreffende tuchtzaken, de geschillen zijn opgelost; in plaats van Ds. Bouman wordt als visitator benoemd Ds, Maan en als secundus aangewezen Dr. H. H. Kuyper.

De overige deputaten worden gecontinueerd. Rekening en verantwoording van den afgetreden quaestor worden nagezien en goedgekeurd.

Met het oog op de beslissing door de Synode te nemen, wordt besloten geen roepende kerk aan te wijzen maar deputaten der classis te machtigen, wanneer zulks noodig mocht blijken een nieuwe classisvergadering saam te roepen, en voorts het archief en de financieele nalatenschap der classis c, q. aan de nieuwe classis te vermaken.

Ten slotte werd Ds. Bouman, bedienaar des Woords te Amersfoort, die het beroep naar Voorthuizen had aangenomen, ontslagen en de vergadering na het toezingen van Ps. 134 aan den scheidenden dienaar met dankzegging door den voorzitter gesloten.

Namens de classis:

DR. H. H. KUYPER, scriba.

Het was Zondag 15 Mei 1892 voor de gecombineerde kerken van Vreeland-Loenen een 'onvergetelijke dag.

Pas tot reformatie gekomen, vervulde de Heere zijne dierbare belofte : »Uwe oogen zullen uw leeraar zien."

Onze geachte consulent, Dr. H, H. Kuyper, dienaar van Baarn, bevestigde Ds. W. Maan, laatst predikant te Augustinusga, in zijn heilig dienstwerk, naar aanleiding van 2 Cor. 3:18. In eene krachtige en doorwrochte rede wees Z.Eerw, met getrouwheid op het heerlijk voor­ recht in de kerke Christi, bijzonder van den Dienaar des Evangelies onder deze bedeeling, om met vrijmoedigheid, het Woord Gods, te mogen brengen, aan de conscientiën der menschen.

De gemeente zong haar leeraar toe Psalm 134 vers 3.

In de intreêrede werd naar aanleiding van Efeze 4: iii5 en 12 gewezen op het doel van de verscheidenheid der gaven en bedieningen in Christus kerke, bijzonder van den dienaar des Evangelies, die geen ander doel heeft, dan het lichaam van Christus op te bouwen in de liefde, ten einde de eenigheid des geloofs te bewaren.

Stelle de Heere onzen geliefden leeraar in deze kerken onzer vaderen ten rijken zegen, opdat Zijn nooit volprezen naam worde verheerlijkt en het Godsrijk worde uitgebreid. De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd.

H. H. HOFSTRA, Scriba.

Vreeland, i'j Mei 1892.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen