GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Groninger Kerkbode trok een schoone brief van Wilhelmus onze aandacht.

Laat ons hem aan onze lezers mogen mededeeleh:

De Vrije Universiteit, onze Vrije Universiteit, heeft het verlies te betreuren van een harer uitnemendste stu demen, den heer Roelof Versluys. Te Amsterdam overleed deze broeder, nog maar 24 jaar oud. Hij was reeds werlczaam als leeraar aan het Gereformeerde Gymnasium daar ter stede. Naar wat Prof. Woltjer aan zijn graf en Prof. Kuyper in het laatste nommer van de Heraut getuigde, waren aan dezen jeugdigen geleerde zeldzame gaven van verstand en hart verleend. Zwaar moet het zijne ouders, wiens glorie hij was, die alles voor hem opofferden, vallen, te berusten in het verlies van zulk een zoon. Goddelijke genade alleen, zoo merkt Prof. Kuyper terecht op, Isan bij zoo'n slag vertroosting aanbrengen. Och, wat verstaan we toch maar weinig van de wegen des Heeren! Zoo menigeen, wien het leven schier tot last werd, blijft gespaard en deze jonge boom, welke zoo schoone vrucht beloofde voor het koninkrijk Gods, wordt afgehouwen. We zijn reeds zoo arm aan mannen van groote geleerdheid en innige godsvrucht, dat het in deze omstandigheden dubbel zwaar is, een dier jonge helden, die pas liun loop beginnen, te zien wegsterven, voor hij nog aan den eigenlijken strijd kon deelnemen. We kunnen zulke mannen, »in wien de vonk van het geniale blinkt", zoo noode missen. En toch ze worden ons ontnomen. We moeten door dit alles ieeren, dat onze hulpe niet is bij den vergankelijken mensch, maar bij den onveranderlijken God, die trouwe houdt tot in eeuwigheid, en nooit zal laten varen, wat Hij zelf heeft gewrocht. De Vrije Universiteit, waar mannen van groote geleerdhefd en innige godsvrucht, onze studeerende jongelingen onderwijzen, is eene der kostelijkste schenkingen, waarmee de Heere ons volk in het laatste vierde dezer eeuw begiftigde. Niet alleen, omdat de Gereformeerde kerken daar voor een deel hare Dienaren des Woords zien opgeleid, maar vooral ook, omdat de rechten en de literarische wetenschappea daar naar den eisch van Gods Woord kunnen worden beoefend. We hebben niet alleen noodig flinke, Gereformeerde predilsanten, maar evenzeer wetenschappelijke mannen, die in onzen tijd, waarin de wetenschap als 't ware aangebeden wordt, het belijden en bewijzen dat de glorie onzes Gods, het hoogste doel van alle wetenschap zijn moet. Ik hoop, dat het volk des Heeren in ons gewest voor de Vrije Universiteit veel zal bidden, en hoe kan het dan ook anders — er ook veel voor zal geven.

Met 't oog op de Vrije Universiteit acht ik het dan ook zoo gebiedend noodzakelijk dat de samensmelting er van met de Theologische School tot stand kome. Of het zóó moet, als door de Deputaten is voorgesteld, ; daarover laat ik me niet uit. Maar één ding moeten we ons nooit uit het hoofd laten praten: de Gereformeerde kerken hebben behoefte aan eent inrichtin Opleiding van hare Dienaren des Woords. Alleen daa door is het mogelijk, op den duur de onderscheiding van A en B te doen vervallen en te worden, wat onze kerken zijn moeten: ^^Gereformeerde kerken" zon meer. Me dunkt, de zaak is zoo eenvoudig mogelijk. We hebben ons niet af te vragen, wat eischt het belang van Kampen of van Arasterdam, wat wenscht A, of wat vraagt B. maar eenig en alleen, wat vordert het heden en de toekomst onzer Gereformeerde Kerken Wat is in het belang van de toekomst van het Calvinisme, niet alleen binnen de enge palen van ons landje, maar zeer verre over onze grenzen. Wat is eisch onzer be ginselen. Het is zoo diep leugenachtig, alsof het belang der, (ik zal maar eens de vroegere benamingen kiezen, om duidelijk voor ieder te zijn, ) (Chr.) Gere formeerden een ander zou zijn dan dat der (Ned.) Gereformeerden of omgekeerd. We hebben één belang, één doel. Er is totaal geen enkel punt van verschil, zoo bezien, denkbaar. Op dit standpunt moe ten we ons stellen, willen we de voorstellen der Deputaten beoordeelen, zooals dat geeischt wordt. Verwerpt men die voorstellen, .ik beoordeel niet, of dit gewenscht zal zijn, of niet, maar dan ma^ het alleen geschieden, omdat men meent dat de toekomst der kerken, zoow van B als van A, dit eischt. Natuurlijk kan men voor loopig ook met enkele gevoeligheden rekenen, mits maar op den voorgrond sta, dat ieder man van invloed zijn best doe, die gevoeligheden met wijsheid te bestrijden, opdat straks de samensmelting zonder eenige stoornis kan tot stand komen. Och, men praat wel, het volk wil Kampen niet missen. Nu, daar is veel van aan, vooral als men het volk dit eerst heeft voor gepraat. Maar, wanneer de mannen, die dat volk leiden, breed van opvatting, ruim van blik, zich maar niet blind turen op Kampen of Amsterdam, maar ver daar over heen zien op de heerlijke toekomst, welke er voor het Calvinisme kan zijn weggelegd, mits we uit eigen huishouding alle schadelijke oneenigheid weren, mits we alle kracht ^«/«««trekken, zie, dan heb ik er niet het minste bezwaar in, dat niet spoedig ^/fe klove zou gedempt zijn, en ook niet in de gemeenten allerwegen eene heerlijke eenheid zou worden aangetroffen. Eene eenheid, welke zelfs aan de nauwkeurigste waarnemers de vroegere breuke zou onttrekken.

Wanneer ge het verslag van de classikale vergadering te Groningen in het vorig nommer der Kerkbode van H. te H. gelezen hebt, dan is het u duidelijk geworden, dat we die breuke nu nog wel heel duidelijk kunnen waarnemen. Natuurlijk is dat verslag niet/«««. De schrijver zegt dit dan ook zelf. Ds. Bos zou volgens dat verslag gesproken hebben van een tigroote fuik waar men ons naar het scheen, zou trachten, te doen /^«."'t Spreekt wel van zelf, dat de heer H. hier niet juist weergeeft, wat Ds Bos gesproken heeft. In een.e kerkelijke vergadering de Deputaten voor te stellen als mannen, die de kerken in een fuik - wilden laten loopen, zie, ge kunt met uw grooten teen wel voelen, dat dit niet juist kan weergegeven zijn. Had nog iemand zoo gesproken, die de kracht zijner woorden niet besefte, en het wel goed bedoelde, maar zijne bedoe ling verkeerd vertolkte, dan wou ik het nog half e half aannemen. Maar Ds. Bos weet zijne taal te goed te gebruiken, dan dat hij zoo iets zou kunnen zeggen.

De heer H. te H. ian zich maar niet begrijpen, waarom samensmelten van Theologische' School en Vrije Universiteit gewenscht is. Me dunkt, dat is anders k nog al eenvoudig. Twee inrichtingen zijn voor ons te k kostbaar. We hebben daarvoor ook geen mannen genoeg. Maar, dat is nog niet het voornaamste. Feitelijk worden een deel onzer predikanten opgeleid te Amsterdam. Komt er geen samensmelten, dan zal dit zoo blijven. Waarom ook zouden ze naar Kampen gaan, al kunnen ze daar allicht ook met wat minder studietijd toe? Dan, en hierop komt het m. i. vooral aan, de wetenschap, steunende op Gods Woord, is één geheel. Eén in grondslag, één in bedoelen. De Professoren in de letteren, rechten, medicijnen, natuurkunde enz., hebben de voorlichting der Theologen noodig, en deze wederom behoeven de hulp der anderen. Dit gaat ook zoo onder de studenten.

't Wil mij wel eens voorkomen, dat over 't algemeen een beetje meer wetenschappelijkheid in onz kringen geen kwaad kon. Die wetenschappelijkheid zal ongemeen winnen, wanneer we ééne bloeiende Gereformeerde Universiteit hebben

Of die Universiteit te Kampen of Amsterdain, of ergens elders wellicht za! zijn, is me tamelijk hetzelfde. Hoofdzaak is en moet blijven, dat we eene Universiteit hebben, die ons waarborgt geeft, dat er naar de Gereformeerde beginselen wordt geleefd en gewerkt, zoodat ze onder den zegen des Heeren ons langzamerhand mannen ven geloovige wetenschap levert. Hoe die waarborgen zijn te verkrijgen, zie, dat is nader te regelen, als we elkaar maar goed verstaan.

Langer dan ik plan had, heb ik u bezig gehouden met de Vrije Universiteit en Theologische School. Ge weet, dat Professor Wielinga voor den tweeden keer de roeping naar Amerika heeft afgewezen. Daarover hebt ge u met mij verblijd. We moeten onze mannen van beteekenis hier houden. De Theologische School, onze Theologische School, heeft aan Professor Wielinga veel te danken. Dat hij hier nog meewerke, om het besef van eenheid in onze kerken te versterken.

Het ongeloof spant alle kracht in, om ons volk in zijne breede massa aan de heerschappij van het Chris telijk geloof te onttrekken. O, het liedeke, dat de overste dezer wereld zingt, is voor menig oor zoo betooverend schoon. Alles belooft hij, wanneer de schare maar nedervallende, hem aanbidt. Wanneer ge uw oor te luisteren legt in onze treinen en booten, op de straten onzer dorpen en steden, in de vergaderzalen en waar al niet, dan is het u, alsnf ge uit de verte reeds hoort het loeien van den orkaan, door den overste dezer wereld ontketend. Een orkaan, welke de pilaren van het maatschappelijk gebouw waggelen doet, om straks wellicht dat gebouw boven onze hoofden te doen neerstorten. Een Simsonskracht, welke den tempel van Gaza deed ineenzakken. Wee ons, wanneer we, waar zoo ontzettende worsteling aanstaande schijnt, onzen kostelijken tijd verbeuzelen met den broeder speldeprikken toe te brengen, in stee van de spierkracht van den arm te stalen , en het zwaard te scherpen tegen den overmachtigen vijand. Ons volk moet worden

Op dit schrijven vestigen we daarom de aandacht, 'omdat het breed van opvatting en ruim van blik is.

Niet eng-kerkistisch,

Niet kleingeestig en kleinzielig.

Niet een angstig vragen, of nu juist tiw traditie wel geheel gevolgd kan worden; maar een overzien van den strijd der geesten, en met het oog op dien strijd zich afvragen, waartoe God de Heere ons roept.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1893

De Heraut | 4 Pagina's