GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Synode van Dordrecht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van Dordrecht.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de kerken te Dordrecht in Synode saaaikwameu, zuilen wc ons, zoolang de zittingen duren, opzettelijk onthouden van advies en critiek.

Is eenmaal de saamvergadering der kerken ten einde toe afgeloopen, dan natuurlijk zal het taak zijn, om haar besluiten aan de beginselen te toetsen.

Dit is de roeping der kerkelijke pers, en door dit na te laten, onthield ze de zoo noodige leiding aau de publieke opinie.

Tnans echter zijn de kerken aan het woord, en kan haar slechts worden toegebeden, dat ze z; ch als waarachtige kerken Christi openbaren mogen.

Van de Synode, die voor twee en een halve eeuw in datzelfde Dordrecht zitting had, getuigt de historie met steeds meer eenparige stem, dat ze metterdaad haar superioriteit in geestelijken zin getoond heeft, door haar klaar en helder inzicht in den zin der Schrift, door haar schrandere opvatting der beginselen, door haar getrouwheid aan het historisch verleden der kerke, en door haar heiligiijk gematigden zin.

Nu nog gevoelt elk Gereformeerde, dat de toenmalige Synode niet zoo uitnemend had kunnen besluiten, indien ze niet de leiding ervaren had van den Heiligen Geest.

Dat gelijk getuigenis lang niet van alle Synoden kan gegeven worden, is intusschen openbaar.

Er zijn er ook geweest, waar kleingeestigheid gezegevierd en bekrompen zin getriomfeerd heeft.

Synoderf^ waarvan de kerken tot haar schade het overwicht onderdaan hebben, en tegen wier besluiten ze straks uit zucht naar geestelijk levensbehoud moesten reageeren.

Vooruit is hier nooit iets van te zeggen. Het karakter, dat een Synode in geestelijken zin draagt, komt niet uit, eer hare beslissingen gevallen zijn.

Zij thans daarom alleen de wensch uitgesproken, dat een Synode.als thans zit, en die juist om het - l^storisch besef der kerken te wekken, naar Dordrecht werd saamgeroepen, eens.op het histcrieblad der kerken moge geboekt worden als een vergadering, die, althans wat geestelijke superioriteit aangaat, niet te verre bij haar groote voorgangster ten achter bleef.

Het socialisme op de Haagsche 'synode.

Jonkheer Rochussen c. s. had de Haagsche Synode in mora gesteld, om maatregelen te nemen tegen den heer Ds. W. Bax, Synodaal léeraar te T^ïvciAs^m, en tegelijk propaganda-drijver voor het Sscialisme.

Voor deze Synode een moeilijk geval. Ze was en bleef toch, in naam althans, nog altoos een kerkelijke Synode, wieropr treden ook wel nationale en sociale vraagstukken zijdelings kan raken, maar wier hoofd werkzaamheid tocH altoos liggen moet op kerkelijk terrein.

Nu had deze Synode op kerkelijk terrein dusver altoos hex laissez f aire laissez passer toegepast, en, de D leantie nu uitgezonderd, was ze nimmer tegen de predikers van eenig ste'sel te velde getrokken. De loochening van al wat aan de kerk van Chiistus heilig is, had ze niet slechts door haar leervrijheid geduld, maar door haar geheele houding zelfs in de hand gewerkt.

Ging het dan nu aan, om den ban toe te passen op Ds. Bax, die kerkelijk niet schuldiger stond dan Ds. Perk, die in de Synode voorzat, en die alleen sociaal zijn synodale ambtgenooten eenige schreden vooruit was?

En toch, niets dcen ging ook niet. De Haagsche Synode is thans compagnon van de conservatieve fractie in het land, door Noord-Brabant en Lireburg gerugsteund; en, men weet het. Voor dit Con-ssrvaiistae is bet S jcialisme de booze demon.

BiX uitwerpen ging dus niet. Niets doen stond niet. En zoo kwam de synodale wijsheid tot het schrandere besluit, om in een motie een doodgeboren kindeke aan den heer Rochussen te bieden, en voorts zich hiërarchisch te verschuilen achter het Classicaal Bestuur van Haarlem.

Over die motie geen woord. Wie hecht aan wat niets dan een doekje voor het bloeden is?

Maar hiërarchisch was de Haagsche Synode slipt in haar recht.

Zulk een hierarciiie werkt in drie trappen, en het tot handelen in eerste instantie geroepen bestuur, was niet de Synode, maar het lager bestuur in loco.

In zooverre is dus op deze uitvlucht niets aan te merken.

Maar denk u nu eens, dat Ds. Bax niet voor het Socialisme, maar voer de Doleantie propaganda had gedreven, en wie zou dan dom genoeg geweest zijn, om te gelooven, dat Bax er zoo ware afgekomen ?

Ge kunt er vast op gaan, dat diezelfde Synode dan wel heel anders had tocgetast. Ook dan zou ze het wel bij Haarlem's Classicaal Bestuur hebben gebracht, maar onverwijld zou het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland zijn aangewezen, om Haarlem tot de orde te roepen, en bijaldien het niet terstond doorzette, zelf te doen wat des Classicalen Bestuurs was.

Bax, man niet van het Socialisme, maar van de Doleantie, ware geen Zondag meer op stoel gekomen. Zijn bul kreeg hij nog vóór Zaterdag thuis.

En dit nu juist teekent den toestand, en werpt op wat de Haagsche Synode in zake Bdx deed, eerst het juiste licht.

Liever was de Haagsche Synode de Socialisten kwijt. Althans de ergste. Maar om des beginsels wille tegen hen optreden ; hen als kerk aantasten, omdat ze leeringen drijven die tegen God en zijn gebod ingaan, dat durft ze niet en dat wil ze niet; eenvoudig wijl ze zelve reeds lang van de waarheid en het gebod Gods is afgeweken.

Zeker, de Synode is niet socialistisch, maar dit toch heeft ze met het socialisme gemeen, dat ze de menschelijke opinie, die de laatste vijftig jaren den toon aangaf, steeds ten richtsnoer koos, en volgde.

bovendrij­ Een ander Evangelie dan de vende meening kende ze niet.

En nu uit die opinie van menschen allengs, bij wettige gevolgtrekking, het socialisme is geteeld, en Bax, man van zijn tijd, die nieuwere menschelijke opinie omhelst, nu mist ze zin en wilskracht, om ter wille van de oudere „menschelijke opinie", kerkelijk de jongere „menschelijke opinie" te veroordeelen.

Het socialisme gist immers onder het volk, en is het dan de Synodale leuze niet, dat hetgeen gist onder het volk, moet nagisten in de Synodale kerk.?

Ook Haarlem zal Bax de tanden niet laten zien.

Misschien krijgt hij een platonisch vermaanbrie'je thuis, dat hij gebruiken kan om op de keerzij een socialistisch betoog te improviseeren.

En daar blijft het dan bij. Te meer daar Bix niets van Domela Nieuwenhuis heeft; en een uiterst innemende en syrapathetische persoonlijkheid is. Een man met een warm hart, en die er zich aan erger "^t dat zijn kerken haar Synode het liedje van verlangen voor eigen hoogheid zingen, en inmiddels niets merken van het sociale onweder dat opsteekt.

Zedelijk staat Bax dan ook veel sterker dan de heeren in Dsn Haag.

Zij maken parade voor niets dan Synodale staketsel.'; , terwijl hij het voor een levensquaestie van den dag opneemt.

Neeii, wilt ge dit overstatig Synodale lichaam warm maken, kom dan niet met een socialist bij deze heeren aandragen, maar pak d in een der Gereformeerden bij den kop, die, onder Synodal; n dekmantel, nog altoos propaganda voor onze Calvinistische Belijdenis drijven.

Ontmasker voor bet front der Synode zulk een krypto-calyinist. Toon aan, hoe het drijven van zulk een man, vroeg of laat, tochj weer op een actie als in 18.34 en i886 uitloopt. En eisch dat zulke kerkverwoestende handhavers der Belijdenis onschadelijk worden gemaakt.

Dan zult ge de heeren con amore in uw gevlei k: ijgen.

Dan prikkelt ge het Sy.io lale Ik; dan kittelt gij de hiërarchische hoogheid; en dan doet de oude wrok tegen de „nachtschool" en „de fijnen", bij heel de Synode, van Perk tot Bronsveld, nog steeds zijn onverbeterlijke werkring.

Maar verg niet van deze oude matrone, dat ze nog eens invloed zal gaan uitoefenen op den volksgeest.

Oefen eens invloed, zoo ge geestelijk bloedasm, geen enkel beginsel meer overhoudt, geen enkele overtuiging meer de uwe kunt noemen, en artikel voor artikel heel uwj Belijdenis te gelde hebt gemaakt.

In zooverre heeft Jonkheer Rochussen dan ook terecht bij zijn klacht gevoegd, dat hij heusch niet sprak, als verwachtte hij redres van zoo willoos en machteloos college.

Rochussen is een kundig staatsman, die schijn van wezen weet te onderscheiden, en het even goed als wij, inziet, dat er weinig dingen zoo wezenloos zijn als deze Haagsche Synodale schijn.

Heel begrijpelijk, ss de Synode over dat zeggen dan ook heel boos geweest.

Eigenlijk veel boozer op Rochussen over dat 'krasse woord, dan op BiX om zijn vrij tam socialisme.

Ingegeven.

1(1 de stille zomerdagen is uit Reitzum een vlugschrift ds kerken ingegaan, dat opzien baarde en een zeer ernstige vraag rijzen deed.

Men las toch op bladz. 7 van dit vlugschrift deze verklaring van Ds. Ploos van Amstel: „Nog wil ik hierbij voegen, dat wat tk schrijf, mij kennelijk van den Heere werd ingegeven."

Dit nu is zelfbedrog of waarheid.

Is het waarheid, dan is de" zaak uit; dan mag de Synode van Dordt, noch eenige Synode, die na haar komt, ooit meer een eigen beslissing in de zaak der wetenschapnemen. God de Heere zelf heeft dan gesproken door zijn knecht Ploos van Reitzum; door die goddelijke uitspraak heefc dan elke kerk en een iegelijk onzer zich, met de hand op den mond, te onderwerpen; en het resultaat zou dan zijn, dat we in dit vlugschrift van D.< . Ploos van Amstel een aanvulling van onzen Bijbel hadden ontvangen. Wat in de Schrift staat ingegeven, en wat broeder Ploos hier schreef ingegeven. Beide saam voor elk kind des Heeren dus het Woord van God.

Heeft nu broeder P: oos het zóó bedoeld.' We misten het voorrecht hem te spreken, maar afgaande op zijn persoon en karakter, gelijk we hem in zijn nederigen zin kennen, dorsten we wel stellig verzekeren : Neen, zóó meent, zóó bedoelt broeder Ploos het niet. Bovendien zagen we later uit de over dit punt gevoerde polemiek, hoe zijn eigen verklaring dit vermoeden ten volle bevestigt.

Goed, maar schrijf het dan ook niet, en laat het dan vooral niet zwart op wit drukken.

Ge zijt toch Theoloog; hoe kan dan zulk een woord u ontvallen.

Immers over de „ingeving" loopen nog altoüs drie raeeningen, de Roomsche, de Doopersche en de Gereformeerde.

De Roomsche voorstelling is, dat de ingeving niet met het apostolaat eindigde, ' maar doorloopt in de geïnstitueerde Kerk, die zich uitspreekt in den Bisschop van Rome, waar deze onfeilbaar, krachtens ingeving, ex cathedra getuigt.

De Doopersche voorstelling leert even als Rome, dat de ingeving niet met het apostolaat eindigde, maar doorloopt; slechts met dit onderscheid, dat, terwijl Rome deze doorloopende ingeving alleen aan de Kerk toeschrijft, zich uitende door den onfeilbaren Paus, de Doopersche richting deze ingeving laat doorloopen in dezen en genen gelouvige; nu eens in iemand in het noorden, dan in iemand uit het zuiden van Europa, gelijk het in de dwepende secten van Jan van Leiden, David Joriszoon en anderen, voorgewend is.

De. Gereformeerde belijdenis daarentegen ö«//èé«^al zulk dooiloopen van de ingeving; leert dat de ingeving met het apostolaat, geëindigd is; en dat er thans wel verlichting en leiding van den Heiligen Geest is, maar ingeving niet.

Te zeggen: „Wat ik schrijf is mij kennelijk van den Heere ingegeven", stond vrij aan Jesaia en Johannes, aan Maleachi en Paulus, maar aan Ds. Ploos van Amstel, of aan wien ook, die na het apostolaat ge-> komen is, niet.

En zegt nu Ds. Ploos van Amstel; Gij verstaat mij mis; ik wilde alleen zeggen, dat ik mij bewust was, bij mijn schrijven en onder mijn schrijven in de gemeenschap des Heiligen Geestes te verkeeren, — dan nemen we dit voetstoots aan, maar hieruit volgt dan ook, dat hij zich zóó had moeten uitdrukken, en dat hij zich niet mocht uitdrukken, gelijk hij deed.

Immers het beslissend verschil tusschen „kennelijke ingeving" en de gewone leiding van den Heiligen Geest is, dat de „ingeving" onfeilbare waarheid verschaft, en dat de leiding des Heiligen Geestes bij niemand onfeilbaarheid teweegbrengt.

Hid er werkelijk bij broeder Pioos van Amstel onder het schrijven van dit vlugschrift „kennelijke ingeving" plaatsgegrepen, dan moest hij, in den naam des Heeren, kortv/eg, onderwerping en gehoorzaamheid aan zijn uitspraken eischen.

Hij wist het dan, en hij alleen; en een iegelijk, die in gevoelen van hem verschilde, ging niet tegen hem, maar tegen God den Heere in.

Metterdaad hebben we hier dus te doen met een uitdrukking, een verklaring, eent betuiging, die geheel tegen de bedoeling van den geachten schrijver, van de Gereformeerde op de Doopersche lijn overging, en deswege, nu het gedrukte boekske ook in den k/ing onzer lezers bekend werd, ook in oiis blad niet zonder tegenspraak mocht blijven.

We staan hier voor soortgelijk geva}, als voor korte jaren met D3, Van Lingeo. Deze paste op zich zelven het zeggen van Paulus toe: „Geroepen niet door menschen noch door een mensch, maar door Jezus Christus". Ook toen stonden we dus voor een poging, om de extra ordinaire werking van den Heiligen Geest, die bij het apos

tolaat metterdaad plaatsgreep, op zich zalven toe te passen op onzen tegen woordlgen tijd. Ook toen raakte het een der hoofdbeginselen van onze Gereformeerde belijdenis, en daarom mochten we niet aarzelen, destijds zulk een uitlating te weerspreken, !

Maar om dezellde reden mochten we ook nu niet zwijgen. Ds. Ploos van Amstel was ons steeds een onzer liefste broederen, en wiens zegenrijke werkzaamheid voor de kerke Gods we steeds hoog hielden. Maar juist om het vele uitnemende, dat ons in hem geschonken werd, mag niet geduld, dat op zijn naam in onze kerken, ook zonder onze tegenspraak, een voorstelling in druk blijve liggen, die indruischt tegen onze belijdenis.

Schrijver dezes hoorde Spurgeon eens in zijn TadernacU uixioepen: „Neen, de Schrift is nog niet voleind. Van veel kinderen Gods hoort men ia hun sterven hemeische uitlatingen, die men op moet zamelen, en bij de Schrift voegen. Zoo eerst zou Gods Woord allengs compleet worden."

Zoo nu kon Spurgeon, de anders zoo voortreüfelijke man, alleen spreken, omdat hij Baptist was, en dus Doopersch was opgevoed. £n nu, men weet wat er in den kring van Spurgeons gemeente, juist door die losheid van uitdrukking, ten slotte van het geloof in de Schrift geworden is.

Over den inhoud van hetgeen broeder Ploos van Amstel als hem „kennelijk ingegeven", ter neder schreef, weiden we thans niet uit. Gelijk bij doet, de geïnstitueerde kerk als orgaan voor alle wetenschap opvatten, is kerk en weienschap beide een wonde toebrengen, die bloeden kan veel lange jaren.

Doch daarover handelen we thans niet, wijl het op de Synode aanhangig is. We bepalen ons ditmaal tot zijn, feitelijk reeds teruggenomen, uitspraak over de z. i. hem te beurt gevallen ingeving.

In die uitlating ligt de groote fout van zijn vlugschrift.

Een fout, daarom te bedenkelijker, omdat niets zoo zeer als zulk een onjuiste voorstelling geschikt is, het mystieke leven des gemoeds en de leiding, die van den Heiligen Geest aan Gods kinderen onmiskenbaar te. beurt valt, onder de vromen in discrediet te brengen.

Natuurlijk is hiermee in niets te kort gedaan aan het vele schoone en goede, dat Ds. Ploos van Amstel ook in dit stuk ten beste geeft, en als altijd ten beste geeft in zoo bezielende, zoo roerende, zoo aangrijpende taal.

Ja, zoozeer is hij aan het eind van zijn opstel weer de oude Ploos geworden, dat op blz. 34 de gevaarlijke volzin van de ingeving blijkbaar reeds geheel vergeten was, en het in ouden, nederigen trant uit zijn pen vloeide: „En hiermede eindig ik dit geschrift, onder veel zwakheid en gebrek geschreven."

Medische Jaculteit.

Gelijk men weet, heefc men van Roomsche zijde te Freiburg in Zwitserland een Vrije Universiteit op den grondslag der Roomsche belijdenis gesticht.

Deze stichting is op grootsche schaal opgezet, ook al begon ze met slechts twee faculteiten.

Met name van de faculteit der letteren is veel werk gemaakt. Tal van hoogleeraren zijn er aan werkzaam. En zelfs voor de moderne talen heeft men aanstonds katheders opgericht en bezet met mannen, wier naam een goeden klank had.

Thans echter wil men een schrede verder gaan, en ook een medische faculteit openen, een plan waarvoor Leo XIII zelfs persoonlijk niet onverschillig bleek.

Geldelijk tobt men wel, want ter onzaliger ure nam men zijn toevlucht tot het houden eener loterij, en uit antipapisme hebben de meeste andere kantons in Zwitserland den verkoop van loten op hun terteritoir verboden. Maar de fondsen zullen er daarom wd komen. Rome gaf nooit haar plannen op uit geldgebrek.

Geen twijfel dan ook, of eerlang zal ook de medische faculteit te Freiburg haar loop beginnen, sn die loop kan schitterend zijn; eenvoudig wijl al wat in die streken goed-Roomsch is, met het plan sympathiseert, en er toe meewerkt.

En op dit'^aatstekomt het natuurlijk aan. Dat wij nog zoo ver niet zijn, is toch in de eerste plaats te wijten aan de kleurenblindheid der meeste protestantsche Christenen.

In hun oppervlakkigheid besefïen ze niets van de principieele tegenstelling die alle onderwijs aan de ongeloovige Universiteit afscheidt van hun geloofsbeginselen.

Die ongevoeligheid maakt hen onverschillig.

En wijl nu de Rijkskas goed is voor alle uitgaven, die dezs Universiteiten na zich slepen, voelen ze drang noch prikkel om zelf de handen uit de mouwen te steken, en om de geneeskunde weer in goed contact te brengen met de beginselen van hun belijdenis.

Zoo ver gaan velen zelfs hierin, dat ze de oprichting van een medische faculteit aan onze Vrije Universiteit niet dan met leede oogen zouden aanzien, en kwam ze tot stand, haar uit sectarischen haat slechts zouden tegenwerken.

Toch gesfoelt men, dat deze sluimering der geesten niet goed voor God is, en naarmate de strijd tusschen geloof en ongeloof breeder afmetingen aanneemt, geen stand kan houden.

Indien allen saam de handen ineen-sloegen, kon ook in ons land zeer wel een medische faculteit, die met het ongeloof brak, optreden en tot bloei geraken.

Er is geen twijfel aan, of in 40 pCt.'vsn onze dorpen benoorden den Moerdijk zou men aan een arts, uit zulk een school, zelfs de voorkeur geven, en in onze grootere steden zou er telkens vraag naar zijn.

Het denkbeeld mag daarom niet slapen, maar moet levendig gehouden. En ook al blijft het nog lange jaren onmogelijk, om ook in dit opzicht de consequentie uit onze beginselen te trekken, eens komt die medische faculteit ongetwijfeld. Een beginsel als hier in het spel is, blijkt altoos van achter een zaadkorrel, aan de aarde toe« vertrouwd, waar te zijner tijd de halm uit opschiet.

Maar ook al beiden we aldus in den geloove, we mogen er daarom het zwijgen niet toe doen.

Wat thans te Freiburg gaande is, brengt ons weer een roepstem, die tot handelen prikkelt.

Verwekke het ons maar tot heilige jaloerschheid.

En ook, doe het maar steeds meer aan g de Christenen in den lande, die nog van verre blijven staan, en daardoor zooveel goeds tegenhouden, de zeer ernstige ver­ z antwoordelijkheid gevoelen, die ze door hun lijdelijk verzet op zich laden.

Rectiiicatie.

Uit België verzoekt men ons mede te deelen, dat de Belgische Zendingskerk alleen daarom geen afgevaardigden naar de Synode van Dordt zond, omdat onzerzijds niemand bij haar kwam, haar schrijven onbeantwoord bleef, en onzerzijds geen uitnoodiging was gezonden.

Óf dit alles zoo is, beoordeelen we niet. We drukken slechts af, wat men ons verzoekt meê te deelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's

De Synode van Dordrecht.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's