INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Hooggeachte Redacteur

Op den middag van den 6en Maart werd namens den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te 's Graveland aan mij en 2 andere lidmaten dier gemeente een schrijven gezonden van' den volgenden inhoud:

»De Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te 's Graveland, gehoord hebbende dat gij u bij de scheidende Gemeente hebt aangesloten, verzoekt u bij dezen beleefdelijk daarop eenig antwoord te willen geven, hetaij schriftelijk, hetzij mondeling. De Kerkeraad hoopt samen te komen op Donderdag 8 Maart, 's avonds 8 uur in de consistoriekamer. Aldaar zal u gelegenheid gegeven worden om u te verantwoorden." In naam des Kerkeraads:

N. WARMOLTS,

's Graveland^ 6 Maart 1894. predikant.

Ondergeteekende had zich nl. met nog een der opgeroepenen reeds vroeger te Hilversum aangesloten bij de Ned. Geref. Kerk (doleerende) thans Kerk B, en tot nog toe was er door den 's Gravelandschen Herv. Kerkeraad geene poging t gedaan om ons daarvan op eenige wijze officieel rekenschap te vragen. Nu echter de voormalige Chr. Geref. Kerk, thans Geref. Kerk te 's Gra^ veland zich in toenemenden bloei mag verheugen, door den arbeid van den Heer Bijdemast, oefenaar bij de Geref. Kerken, en wij sedert eenigen tijd ons onder zijn gehoor bevinden, heeft men deze eerste officieele poging gedaan, en ons ontboden, temeer daar wij ook hadden aangezeten aan het H. Avondmaal, waarbij Ds van Setten, predikant te Bussum, voorging.

Wij begaven ons naar deze vergadering en al spoedig nam de praeses het woord, om naar aanleiding van bovenstaand schrijven ons onder het oog te brengen, dat wij toch van geen twee kerken lid konden wezen. Wij op onze beurt vraagden echter dadelijk wat door de heeren werd bedoeld met de uitdrukking ^Scheidende Gemeente." Wie zijn zij, vraagden wij, die met den naam «scheidend" kunnen worden aangeduid ? Zij, die in gehoorzaamheid aan den Koning der Kerk en naar Zijn Woord de zondige banden der Haagsche Synode hebben verbroken naar i Tim. 6 : 3, of zij, die menschelijke ordeningen boven het gebod des Heeren stellen? Door ondergeteekende werd verder verwezen . naar Brakei's «Redelijke Godsdienst, " waarin hij bij de aanduiding van de kenmerken der Kerk van Christus, de openbaring der Kerk op grond van des Heeren Woord verbindt aan de zuivere belijdenis des Woords en het bukken voor Gods getuigenis met verwerping van alle men­ l schelijke reglementen, die daartegen strijden; en niettegenstaande de heeren mij vroeger hadden aangeraden, ter verkrijging van een helder inzicht in kerkelijke zaken dit werk te raadplegen, gaf men, nu de uitspraken van dezen schryver niet met de meening der heeren bleken overeen te komen, voor, mij nimmer dien raad te hebben verstrekt en zeide men doodeenvoudig, dat men Brakels woord hier als van geene kracht beschouwde!

Toen wij ten overvloede nog in het midden brachten, dat het op grond van de Schrift voor Z den belijder van den Christus eene onmogelijk­ k heid is, om zich te buigen voor reglementen als o die der Haagsche Synode, die zoo in alle opzichten tegen elkaar, tegen des Heeren Woord en de belijdenis der Kerk strijden, voegde men ons toe, wat wij niet hadden kunnen denken, dat iemand met gezond verstand ons zou hebben toegevoegd, nl. dat men viet geen Synodale reglementen iets te maken had. Nog veel werd er van weerskanten gesproken, wat hier veilig kan weggelaten, maar wat dunkt u. Mijnheer de Redacteur, van dit staaltje van diep te betreuren of voorgevende onkunde ?

Met de plaatsing hiervan zult u ten zeerste verplichten.

Uw Dw. Dr,

JAN WALLENEURG.

's Graveland., 14 Maart 1894.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen