Voor Kinderen.

WAAR STAAT HET?

Die vraag moeten de lezers — vooral zij die goed gelezen hebben wat we pas schreven over teekens en juist lezen enz. — eens beantwoorden als ze het vers, dat hier volgt, gelezen hebben.

Het is niet van gisteren, maar het werd gemaakt door een vrome dichteres, die nu bijna twee en een halve eeuw geleden te Haarlem werd geboren, en veel moeite en strijd in haar leven heeft gehad. Het gedicht dat ge hier leest nu is gemaakt naar en stemt overeen met een deel van de Schrift, ongeveer zooais de berijmde psalmen met de onberijmde. Wie nu lust heeft moet eens opzoeken welk deel der Schrift hier wordt bedoeld. En wel allen moeten doen en ter harte nemen wat in 't vers yStaat; want die de ware wijsheid vindt, die vindt l^bet leven en trekt van den Heere een welge-"; %allen.

»Gelukkig, die de rechte Wijsheid vindt, Die hemelsch is, en 't hart aan 'themelscb bindt; Wi» haar omhelst en hartelijk bemint, Erft rijken zegen.

Geen gierigaart heeft ooit, door moeite en pijn, Langs holle zee, of dorre zand-woestaijn, Of in 't gebergte, uit goud-of zilver-mijn, Dien schat verkreegen.

Haar rechte hand verlengt den levansdraad; . De .linke deelt haar liev'iiug volle maat 'Van roem.; en eer, en schenkt hem hooger staat , Dan de aardsche Kijken.

We rflkskrooü, die met goud en paarlön praalt. Wordt menigwerf met zweet en bloed gehaald. Terwijl zij haar bezitter duur betaalt Met angst en kommer.

•ïen beter einde, ó Wijsheid! leidt uvc baau; Laat de ingang vrij vol scherpe doornen staau; Hij zit eerlang, dien 't verder lust te gaan, In vreugdelommer.

Wel-zalig dan, wiens wandel uimraer scheidt yan-dwazen weg, die zijn betreeJers leidt Ten boom des'heils, ter oaverderflijkheiil Tan 'teeuwjg leeveu.

Wie schiep weleer het evenwigtig rond Der aarde, en lel hjiar ouvervvrikbren grond V 't Was Wijsheid, die gevloeid uit 'sHeereumoud Deez wond'ren werkte.

Gods wisheid is 't, die 'tuitgebreid azaar. Zo grootsch bezaaid met glinstrend henieivuui-; En die den loop der zon door dag eu uur En jaar beperkte.

Zij was 't, die de aard' met stroomend vogt doorsnee,

, De bronnen deed ontspringen op haar .stee, - En. stortte 't zoute en bruischend nat der zee In diepe kuilen.

Zij zuigt het vogt om hoog door zonneschijn; Zij weeft-daar van een donker wolk-gordijn; Dat vruchtbren dauw, als helder kristalijn, Laat nederdrupp'len.

Een dauw, dien de aard, bijna van dorst verstikt, In zonnedroogte, als onverzaadlijk sliki; Die mensch en vee verlustigt en verkwikt, En blij doet hupp'ien.

Wel aan dan, gij wiens ziel in liefde blaakt '(er wijsheid, die zoo nut is als volmaakt, Volg haar gehoon, verlaat ze nooit, noch wraakt Haars raonds bevelen.

Houd haar in 't oog, en slaa ze naarstig gad; Dat uwe trouw onwankelbaar bèstaa; Zoo zal ze u hier, maar bovenal hier naa, Met heil bedeelen.

BESCHEIDEN.

• Nu een veertig jaar geleden kwam een knaap van veertien jaar tot een predikant die onderwijs gaf aan jongelingen, en vroeg of de predikant hem ook zou willen opleiden, liefst voor predikant of voor zendeling; maar bij had geen geld om er voor té betalen.

. »Nu, " zei de predikant, jik zal er over denken ; wij zullen zien; kom overmorgen maar eens terug."

Op den bepaalden dag kwam de jongen weer. De predikant ging met hem in gesprek en men praatte meer dan een uur over allerlei dingen. Eindelijk zei de dominee:

• sVertel mij nu nog eens wat gij al zoo kent. Kunt gij lezen.? "

sja dominee.

Toen haalde de leeraar een boekje voor den dag, zooais in de klas op school door de kleine kinderen werd gebruikt. DÖ jongen keek wel vreemd op, maar hij las en las voort wel een kwartier lang.

't Is genoeg, " zei de dominee; sik weet nu ^lles. Gij kunt morgen komen, en als het den Heere behaagt, zult gij hier uw opleiding ontvangen."

En zoo gebeurde het. Doch na een jaar, toeix alles heel goed ging, waagde onze vriend het den dominee te vragen, waarom hij hem toch uit zulk een klein-kinderboekje had laten lezen. Dat was toch al heel makkelijk."

sZeker, " zei de dominee, 2 maar ook heel moeilijk voor hem wiens hart wat hoog zit. Hadt gij gezegd: o, Dat ken ik ook al lang, dat is mij te min, dan had ik u zeker niet aangenomen. Voor den Heere en voor de menschen is een nederige geest kostelijk. En wie niet hoog denkt van zich zelf is tot groote dingen in staat."

AAN VRAGERS.

Op eene vraag van twee vrienden, welke de grootste nvier der wereld is en welke in Europa IS het antwoord: *^ '

De grootste rivier die wij kennen is de Nijl die 800 mijlen lang is, d. i. geographische mijlen van welke elk i uur 20 minuten geldt.

De grootste rivier in Europa is de Wolo-a die 468 zulke mijlen lang is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen