INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Mijnheer de Redacteur!

II.

Geen onbewezen feit — zoo zeide ik — mag dienst doen om de Ref. Church te beschuldigen, en dat zeg ik nog, maar ook van den anderen kant mag geen feit als het hier volgende verzwegen worden, om dien onchristelijken handel te midden van de gemeente Gods te verdonkeremanen en satan te believen.

Dat feit is de laatstgenoemde plechtigheid in de Ref. Chnrch, medegedeeld in 6& Heraut vm. den 24sten Juni jl. en weersproken door Rev. H.de Vries, in A^fferaut\a.n den 22stenjulid.a.v.

Omtrent de oorspronkelijke mededeeling van dit feit door Ds. Hoeksema van Oakland, Mich., waaraan ik elf weken later herinnerde, kwam ik, zoo als ik in het vorige echreef, met de Hope in moeielijkheid. Zij toch eischte van mij bewijs of herroeping. Bewijs, nu ja, bewijs dat mijn betoog eenvoudig was eene repetitie van wat Ds. H, beweerd had, dat kon ik wel leveren, natuurlijk, maar men wilde van mij liet bewijs, dat de fe^iteri door Ds. H. beweerd, gebeurd waren, en dat kon ik niet, dat spreekt vanzelf. Zij echter bleef het eischen.

Ik beloofde, ter wille van de waarheid, bij den auteur te informeeren omtrent deze zaak en den uitslag daarvan te publiceeren, gelijk ik dan ook gedaan heb, rond en eejlijk, zoo ik meen in de Wachter van den 2yen Jtini jl.

De uitslag van mijne informatie bij Ds. H. is als volgt: Z.Eerw. schreef mij, dat Ds. E. van der Vries, leeraar bij de Iloll. Chr. Geref. Gemeente, Market Street te Holland, Mich., de man was, die bedoelde begrafenis van een vrijmetselaar, die aan de delirium-treraens was gestorven, had bijgewoond in een kerk van de Ref. Church.

Ik schreef verder aan Ds. van der Vries of zulks waar was.

Z.Eerw. antwoordde mij, dat hij oog en oorgetuige was geweest van die akelige plechtigheid, en dat hij mij volkomen vrijheid gaf om zulks met naam en toenaam te publiceeren als volgt: De optocht der vrijmetselaars naar de kerk aan Waterstreet te Paterson N. J. ging naar de orde dier vereeniging. In de kerk aangekomen, werd het lijk voor den preekstoel geplaatst en werd voorts de geheele plechtigheid uitgevoerd overeenkomstig den ceremonieelen dienst der Loge.

Vooraf echter sprak de leeraar der gemeente een woord over Jes. 32:2, doch zeer kort, immers het woord was hoofdzakelijk aan den kapelaan der vrijftietselaars. Hartgrievend was het van die plaats., voor dien kansel te moeten hooren, dat de ziel van dezen man, die aan de gevolgen van dronkenschap was gestorven, maar een getrouwe zoon der Loge was geweest, nu bij den »Grooten Vader" in den hemel was, immers zijn straf had hij reeds gedragen-, want hij ivas vreeselijk getuchtigd geworden., hier op dit benedenrond.

HERE IS THE HELL!

Dat, zegt Ds. Van der Vries, was zakelijk de inhoud van des kapelaans toespraak, waarna de «broeders" allen rond het lijk knielden, palmtakjes op de kist wierpen en met de Gemeente., met orgelbegeleiding, het tHallelnjah" zongen. Leeraar en kapelaan stonden regelrecht tegenover elkander.

Ziedaar een kort, maar zakelijk verslag, zoo als ik het ook in de Wachter heb geleverd, allé belangstellenden verder verwijzende naar Ds. Van der Vries, die mij gemachtigd had om te publiceeren, dat Z.Eerw. bereid was om alle mogelijke inlichtingen verder te verschaffen aan ieder die meer van de zaak wilde weten.

Zoover ik weet heeft echter nog niemand uit de Ref Church "van die aanbieding gebruik gemaakt, zelfs niet Dr. Stefifens, die niet meer dan s minuten van Ds. Van der Vries afwoont. Overeenkomstig bovenstaande heb ik mij omtrent een en ander verantwoord in de Wachter.

't Eerstgenoemde feit dat niet bewezen kon worden, heb ik royaal herroepen zoo ik meen en evenzoo royaal het tweede feit bewezen. Bewezen in elk geval zoo goed als een tweede persoon dat met mogelijkheid kan.

En daarbij had ik het nu kunnen laten, ware er niet nog iets geweest in deze lijn waaromtrent ik mij moest verantwoorden.

Men herinnerde er mij aan, dat ik niet alleen mededeeling van feiten had gerepeteerd, maar daar ook mijn eigen beschouwingen aan had verbonden en wel vooral deze, dat, naar mijn vermoeden, die beweerde feiten niet eenig waren, niet zeldzaam, maar dat bij gevolgtrekking zulke dingen meer moeten gebeuren. En dat is zoo. Dat vermoeden sprak ik uit. Ik gaf daarvoor de gegevens op. Ze zijn deze: In 't Oosten zijn veel vrijmetselaars en vele van die zijn leden van de Ref Church. Die vrijmetselaars, die leden der gemeente sterven en worden kerkelijk begraven. Dus!

Maar ligt het ook niet in den aard der zaak zelf? Immers waar in het Oosten de vrijmetselaar recht van bestaan heeft in de Kerk, zou hij zich daar dan ook niet bewegen naar zijnen aard .

En bovendien, als het waar is wat een afgevaardigde, ouderling R. Pruyn van Albany — de vrijmetselarij verdedigende — op de Synode van 1880 te Brooklijn zeide, dat n.l. de meeste Christenen in het Oosten vrijmetselaars zijn, en als het verder waar is wat een ander afgevaardigde Rev. Mohn jaars daarop beweerde, dat de hulpbehoevende Westersche gemeenten het geld voor een groot deel van de vrijmetselaars ontvangen, dan is het in zekeren zin ook niet geraden zich het ongenoegen dier orde op den hals te halen. Met het oog op een en ander nu sprak ik het vermoeden uit, dat zulke dingen als te Paterson gebeurden, meer moeten gebeuren.

Later echter, na het onderzoek waartoe men mij geprest had is dat vermoeden bevestigd of liever nu weet ik wat ik toen vermoedde. Ik weet., dat er dergelijke dingen meer gebeuren en ik heb aangeboden in de Wachter om ze bekend te maken indien men het verlangde, maar niemand begeert zulks, zoo het schijnt, althans niemand vraagt er naar; en ik ben besloten om ze zonder aanvraag voor mij zelven te houden, omdat ik niet gaarne de schijn op mij wil laden, dat ik in leedvermaak genoegen vind en het mij om verdachtmaking te doen ware.

En dat het mij waarlijk daarom niet te doen was, is wel gebleken aan het slot van meergemelde s gedachten wisseling, " waar ik de wenschelijkheid besprak eener conferentie, waar van weerszijden eenige notabele invloedrijke mannen samen dienden te komen. Ik deed daarbij in 't bijzonder het voorstel aan Mr. T. Keppel, ouderling te Holland Mich., om de eerste stoot tot een zoodanige conferentie te geven door het oproepen van belangstellende leeraars en leden van beide kerken, , om, zoo mogelijk, tot eene gezonde bijbelsche vereeniging op Gereformeerden grondslag te komen.

De Redactie ondersteunde dat voorstel en beval het met warmte aan. (Genoemden broeder Keppel is» een welbekende veteraan uit den grooten strijd tegen »de vrijmetselarij in de kerk" en alzoo de man, zoo ik begreep, die op dit gebied vertrouwen verdiende en goeden invloed had.)

Welnu, broeder Keppel nam het voorstel aan en deed eene oproeping in de Hope en de Wachter met dat gevolg, dat thans reeds twee conferenties in comité zijn vergaderd geweest, bestaande uit mannen uit de voorste gelederen van beide kanten, als van de Ref. Church: Dr. Steffens, Dr. Winter, Ds. Buursma e. a. Van de H. C. Gef. Kerk Prof. Beuker, Prof. Boer, Ds. Van Goor e. a., ten einde eene algemeéne publieke samenkomst in de oude historische kerk van Van Kaalte voor te bereiden.

Uit de bladen de Hope en de Wachter'hXi^'i thans, dat tot dat laatste is besloten, dat van elke zijde drie predikanten zijn gekozen om wederzijds een concept-platform of programma te ontwerpen, dat te publiceeren in beide bladen alsmede den datum te bepalen om in bovengenoemde sVan Raalte Kerk" te vergaderen.

U ziet hieruit, mijnheer de Redacteur, dat wij; ja wel eens geducht strijden, maar dat het ons toch in dat strijden om den vrede en de liefelijke eenheid te doen is.

Geve de Heere, dat het daartoe moge uitloo-. pen. ^Vij zouden ons alsdan zeer verblij< len, ook daarover, dat de eerste toenadering van onze zijde kwam, te meer waar men ons wel eens als al te exclusief voorstelde, welke kwalificatie na in elk geval geen recht van bestaan heeft.

U, mijnheer de Redacteur, bij voorbaat dankzeggende voor de opname, verblijf ik hoogachtend.

Vw dw.

F. KNIPHUIZEN,

Ouderling bij de 2e H. C. G. Gemeente te Gr and-haven., Mich. U. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen