GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Briechten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Briechten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verkorting uit het Kerkblad van 22 Februari.

Vergadering van Amsterdam, gehouden 12 December 1894.

Praeses Ds. D. C. P. Sluijter. Scriba Ds. P. van Son.

De vergadering wordt op de gebruikelijke wijze geopend.

De consulent van Ouderkerk A. deelt mede, dat in die kerk pogingen aangewend worden om een Dienaar des Woords te beroepen.

Te Ankeveen is een kerkeraad gekozen, doch om het kleine getal leden zal de kerk van Ankeveen voorloopig bij die van Nederhorst den Berg blijven inwonen.

Te Muiderberg is een kerkeraad gekozen, in welke handeling, ofschoon formeel niet geheel in orde, de Classis berust. De consulent van Muiden zal, in overleg met den kerkeraad van Muiden, ook de kerk van Muiderberg dienen. In zake een protest van een broeder uit de kerk van Amsterdam B, tegen wiens bevestiging als Ouderling bezwaren waren ingekomen, in welke zaak de kerkeraden van Amsterdam A en Hilversum B waren aangewezen om de Classis, na gedaan onderzoek, te dienen van advies, oordeelt de Classis, gehoord het uitgebrachte rapport der beide kerkeraden, het uitgebrachte advies niet te kunnen aanvaarden, en draagt aan de beide genoemde kerkeraden op, de zaak opnieuw in behandeling te nemen en met een positief voorstel tot eindbeslissing de Classis te dienen.

t Bij de bespreking van de verschillende collecten wordt ernstig aangedrongen op getrouwe naleving van de op dit punt bestaande regelingen, de collecten mede te brengen naar de vergaderingen der Classis, en ze daar in handen van de respectieve penningmeesters te storten. Een voorstel van de kerk te Amsterdam A, inhoudende een verzoek, om het tot openbaring brengen van zeer kleine kerken, met weinig of geen hoop op uitbreiding, niet te bevorderen, vind geen bijval. De Classis is van oordeel, dat niet mag afgedongen worden op den eisch der gehoorzaamheid aan dé geloovigen gesteld om op elke plaats, met inachtneming van hetgeen de kerkenordening dienaangaande zegt, de kerk van Christus tot openbaring te brengen. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering door den praeses, met dankzegging en gebed gesloten. ;

Vergadering der Classis Zwolle, gehouden te Zwolle 7 Febr. jl.

Ds. Elzenga, die naar volgorde praesideert, opent de vergadering, l'ot scriba wordt benoemd Ds. Meijer.

Volgens de credentie-brieven zijn er 39 afgevaardigden tegenwoordig.

Breedvoerig wordt wederom gesproken over de zaak «Kamperveen."

De vergadering besluit, dat zij acht in geenerlei kerkelijke gemeenschap te staan met de samenkomsten van Br. Stuivezand c. s. aldaar. Gaat genoemde Stuivezand voort met oefenen voor deze samenkomsten, dan zal hem 't mandaat van oefenaar in de Geref. kerken worden ontnomen.

' Na 't zingen van Ps. 84:6 sliiit de praeses met dankzegging.

Zendings-Vergadering 'der Classis 's-Gravenhage, op Dinsdag 12 Febr. 1895.

n Voor deze buitengewone vergadering, aan de belangen der Zending gewijd, treedt hetzelfde t moderamen op als in de vorige vergadering: Ds. Doorn als praeses. Ds. Baaij als assessor, Ds. Weijers als scriba. IT---

Al de kerken der Classis zijn vertegenwoordigd. De notulen, voorzoover ze met het oog op

het karakter dezer vergadering kunnen worden voorgelezen, worden goedgekeurd.

Ds. V. d. Valk leidt het eerste vraagpunt in: »Wat is in de tegenwoordige omstandigheden door de^ kerkeraden tte'yloen^ om de belangstelling der kerken in den arbeid der Zending meer te •verlevendigen r"

Ofschoon, vooral in de laatste jaren, door de Geref. kerken de zaak der Zending ernstig is ter hand genomen, meent de referent, dat toch over de belangstelling matig mag worden geklaagd, •; en acht verlevendiging alleszins noodzakelijk. Mn de eerste plaats wijst hij op de oorzaken, waaraan gebrek aan belangstelling moet worden' geweten:

1. In de laatste tijden zijn in de omgeving belangrijke kwesties aan de orde geweest, om maar iets te noemen, het school-en het sociale vraagstuk.

2. Onbekendheid met het werk der Zending, niet het minst door gebrek aan geschikte lectuur. 3. Er is zoo veel verkeerd gearbeid door degenen, die het Zendingwerk voorstonden, zoodat het volk, dat den weg der zaligheid verstaat, eer werd afgestoten dan aangetrokken.

4. Het karakter van het geestelijk leven in onzei.kerken, dat zich niet zelden meer op eigen zaligheid, dan op de verheerlijking Gods richt.

Daarna worden de middelen der genezing opgespoord. AVaar alle verlevendiging het werk des Heiligen Geestes is, sluit dit toch onzen arbeid niet uit (Openb. 14 : 6; Matth. 24 : 12—14.)

1. Waar het pas geeft, moet de Zending op matige wijze worden besproken.

2. Biduren moeten voor de Zending worden gehouden, waarbij echter alleen het Woord van God wordt bediend.

3. Onder het volk moet goede lectuur worden verspreid.

Na een levendige gedachtenwisseling wordt door de geheele vergadering het volgende voorstel aangenomen:

De Classis 's Gravenhage van Geref. kerken in Nederland,

gehoord de inleiding van Ds. v. d. Valk; erkennende met dankzegging, wat door de Geref. kerken inzake de Zending is geschied; lettende op de vele zaken, die de aandacht van ons volk in de laatste jaren hebben gevorderd;

overwegende, dat een groot deel der oorzaken van gebrek aan genoegzame belangstelling moet gezocht worden

a. in den breeden arbeid en den strijd der Gereformeerden in deze eeuw in eigen vaderland;

b. in het feit, dat door het karakter van', het geestelijk leven in onze kerken veelal nog te weinig gelet wordt op de eere Gods in het werk der Zending;

c. in de weinige bekendheid met den toestand der Zending;

oordeelt het noodig, de aandacht der kerken erop te vestigen,

dat door de dienaren des Woords meer in de prediking en in de catechisatiën op de noodzakelijkheid van de prediking des Evangelies onder Joden, Heidenen en Mohammedanen worde gewezen;

dat er ook gedurige bijzondere samenkomsten door de gemeenten worden gehouden;

dat er in de kerkeraden in hun vergadering over dit punt worde gesproken.

Hierop wordt het tweede vraagpunt: sQ*welke wijze behoort naar Gereform, beginselen de arbeid der Zending te worden geregeld? " ingeleid door den Zendings-Director. Ds. J. H. Donner — De referent betoogt, hoe verschil in opvatting aangaande de Zending niet kan verwonderen, waar zoo langen tijd gebrek is geweest aan de rechte voorgangers; en methode, regel en werkzaamheid van particuliere vereenigingen zijn uitgegaan. Tot op zekere hoogte worden we echter ook teleurgesteld, wanneer we bij onze vaderen naar een duidelijke aanwijzing der beginselen zoeken. Immers, geschreven, gecodificeerde regelen vinden we bij hen niet. Daarom wil de referent zijn persoonlijke gedachten uitspreken. Toch kan de arbeid der vaderen voorlichten, daar we in hun practijk een theorie ontdekken. Gelijk de kerken afhankelijk waren van den staat, zoo ging ook de Zending, helaas, niet zuiver van de kerk uit, maar was afhankelijk van de O.-I. Compagnie. Doordien de Compagnie zich wendde voor den arbeid der Zending tot denkerkeraad van Amsterdam, behartigden de kerken haar belang niet in haar geheel, in Classen, inProv. en Gen. Synoden, (welke laatste na 1619 niet meer gehouden zijn) hoewel o. a. blijkens een ingewonnen advies op de Synode van Dordt, de kerkeraad bewees, geen Zending op eigen hand te willen drijven. De historie doet duidelijk zien, dat de vaderen in de Zending de roeping en het werk der kerk erkenden; dat in exceptioneele gevallen plaatselijke kerken en kerkeraden het werk der Zending ter hand namen; dat zij dit niet eigenmachtig deden, maar iu verband met Classen, Prov. Synoden en zelfs met de Nationale Synode; dat ze de correspondentie en Zendingsbelangen aan verantwoordelijke deputaten hebben opgedragen.

Deze historische gegevens brengen den referent tot de volgende stellingen:

1. de Zending onder ongedoopten moet van de kerken uitgaan en door haar geleid en onderhouden worden;

2. bij een geordend kerkverband hebben de kerken dit werk te doen, vereenigd in haar meerdere vergaderingen, om de volgende redenen :

a. wijl de examinatie bij de Classen en deputaten-synodi staat;

b. opdat ook ten opzichte van dit werk de eenheid en overeenstemming der kerken blijke en onderhouden worde;

c. opdat alle gaven en krachten benut worden; 3. wijl de meerdere vergaderingen slechts bij tijden' samenkomen, moeten de kerken deputaten benoemen, die verantwoordelijk zijn aan haar Particuliere Synoden;

4. de verkiezing van deputaten staat bij de Particuliere Synoden, terwijl ze worden benoemd voor den tijd, die tusschen twee Generale Synoden verloopt.

Wederom ontspint zich een levendige discussie, die zich voornamelijk beweegt om de vraag, of het drijven der Zending in vroeger tijd door de kerkeraden, accidenteel of principieel was. Er gingen namelijk stemmen op uit de vergadering, die beweerden, dat de historie veel meer recht gaf te concludeeren tot het beginsel, dat de Zending behoort tot de roeping der plaatselijke kerk en niet in de eerste plaats van de kerken in meerdere vergadering saamgekomen. Aangezien wordt geoordeeld, dat de vergadering niet rijp genoeg is, om in dezen tot een conclusie te geraken, ' wordt geen beslissing uitgelokt.

Na een woord van dank, den referenten gebracht voor hun doorwrochten arbeid, wordt de vergadering door Ds. Gezelle Meerburg met dankgebed gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Briechten

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's