GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vreemde toestanden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreemde toestanden.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Te Philadelphia, in Noord-Amerika, zijn drie professorale toespraken verschenen van de heeren Whitman, Hobart en Andrews, over de vraag, op welke wijze de band moet worden gelegd tusschen de belijdenis der Baptisten en hun Opleidingsscholen.

Vreemd nu ziet nien op, bij wat men iu deze redevoeringen te lezen krijgt.

Er blijkt toch uit, dat meer dan één^^vaii deze Opleidingsscholen voor het grootste deel onderhouden wordt door M«> ^Baptisten; dat de niet-Baptisten vaak meer met deze scholen ingenomen zijn, dan de Baptisten zelven; en de eigenlijke Baptisten geen geringe klacht aanheffen over de afwijking die in deze scholen van de Baptistische belijdenis hand over hand toeneemt.

En wat nog vreemder is, geen minder dan Prof. Andrews, laat zich hierdoor zoo weinig uit het veld slaan, dat hij veeleer de verdediging van dit zwak-confessioneele standpunt op zich neemt.

De doorgaande stemming toch van deze redevoering is, dat het Baptisme niet in bekrompen zin mag worden opgevat.

o, Neen, het karakteristieke van de Baptisten ligt niet in hun Doop, niet in hun positie tegenover den eed, de Overheid en zooveel meer. Het eigenlijke karakter van het Baptisme moet daarin worden gezocht, dat zij, ernstiger dan iemand, er op uit zijn om de lieden tot den Christus te brengen en aan te dringen op een leven van wedergeboorte.

Dit is het eigenlijk Baptistisch Shibboleth.

Het onderscheidende van deze sekte wordt alzoo gezocht juist in datgene wat ze met alle overige Christenen gemeen heeft, en de logische orde wordt vlak omgekeerd.

De Opleidingsscholen moeten, in overeenstemming hiermede, aan het algemeen Christelijk geloof streng vasthouden, maar overigens zoo breed en zoo algemeen mogelijk van karakter zijn.

De leeraren moeten dientengevolge niet bemoeilijkt worden. Aan hen moet vrijheid gelaten om te doceeren wat ze plicht achten. En, ook al was er een enkele onder hen, die zelfs deze algemeene Christelijke waarheid ondermijnde, daarom mag men de school waaraan hij werkt nog niet veroordeelen.

Veeleer .moet aller\j[streven zijn, om de Opleidingsscholen in de steden waar ze gevestigd zijn, tot middenpunt en brandpunt van een hoog intellectueel leven te vormen, en ze daardoor aantrekkelijk te maken voor allen, die in zulk een stad wonen. Baptisten of niet-Baptisten, opdat ze er hun kinderen heenzenden, en er hun gaven voor ofiferen. Niets toch is voor deze scholen zoo broodnoodig als «general equipment." Daarvoor zijn millioenen noodig. En die millioenen kunnen de in den regel arme Baptisten niet saambrengen.

De Opleidingsscholen moeten daarom vooral van de gunst der niet-Baptisten leven; en om dezer gunst te winnen, moet alle enghartigheid worden buitengesloten, en moet men een zoo breed en liberaal mogelijk standpunt innemen.

Ze heeten daarom nog wel Baptistisch, maar enkel in dien algemeenen zin, die aan de niet-Baptisten met haar gemeen is.

En het einde is, dat de Baptisten willen pronken met rijke »Colleges" of Kweekscholen voor andermans geld, maar die de liefde der eigenlijke Baptisten van zich vervreemd hebben.

Vreemde toestanden, gelijk men merkt. En toch toestanden waar men met logische noodzakelijkheid toe komt, zoodra men zijn historisch en confessioneel standpunt varen laat, om zich neer te vlijen op het verleidelijke en gemakkelijke kussen van een algemeen Christendom.

Men staat dan ook verbaasd over het volstrekt gemis aan diepere, historische opvatting, dat in deze drie professorale redevoeringen u hindert.

De Baptisten vertegenwoordigden in de eeuw der Reformatie een scherpgeteekende opvatting van de Christelijke religie en een daarmee logisch saamhangende wereld-en levensbeschouwing.

Een levens-en wereldbeschouwing, die wij als Calvinisten, onjuist en onwaar keuren, maar die althans de verdienste had van een eigenaardige zelfstandige opvatting van de Christelijke religie, en van haar verhouding tot het leven der wereld, te zijn.

Er school een eigen beginsel, een eigenaardige alles beheerschende gedachte in, en als zoodanig kon het imponeeren.

Plicht en roeping der Baptisten van het heden is het derhalve, om óf te erkennen, dat hun vaderen gedwaald hebben, en dan hun Baptisme te laten varen, óf wel om deze principieele levens-en wereldbeschouwing in haar toepassing op onzen tijd in het licht te stellen en te mainteneeren.

Maar van dit alles merkt ge bij deze hoogleeraren niets.

Het is of ze geen historie kennen; of ze van het historisch Baptisme nooit gehoord noch gedroomd hebben; ja, alsof het Baptisme het naïefste ding ter wereld is, beroofd van elke eigen gedachte en gespeend aan elk eigen beginsel.

Het is letterlijk alsof het verleden voor hen niet bestaat, en alsof het hun vrij staat een schrap door de historie hunner vaderen te halen.

Op hun standpunt zou er dan ook niets mede verloren zijn, indien alle Baptisten b.v. Congregationalisten of Methodisten werden, immers ook deze sekten zoeken zielen voor Christus te winnen en dringen aan op wedergeboorte en bekeering.

Is er dan geen geld, zoo zou men zeggen, welnu, ''ruim dan uw Colleges op en ga school bij andere broeders.

Hun dak is breed genoeg. Ook voor uis bij hen plaats. Jl^^.,

Doch ook dat is de conclusie dèiëf hoOgleeraren niet.

Integendeel, de Baptistische Colleges moesten niet slechts in stand blijven, maar zelfs worden uitgebreid, en vooral moet men er meer geld voor offeren, opdat ze, evenals het 5 College te Chicago, schatrijk kunnen bloeien.

De 'ouders komen echter tot een andere conclusie, en zeggen op hun beurt: »Ais er gee; ï v/ezenlijk onderscheid tusschen ons en andere •3ekten--.bestaat, waarom dan onze kinderen niet naar de Colleges vau. andere .sekten gezonden; dan kost het ons geen cent."

Doch van zulk een logica wil Prof. Andrews niets hooren, en wordt nu, tegenover die ouders, op eenmaal weer een streng Baptist.

Velerlei sekten, zegt hij, hebben geen recht van zelfstandig bestaan, en konden zeer wel in andere sekten worden opgelost, maar als ge vraagt, of ook de Baptisten dat lot verdienen, dan kan geen man van Baptistische overtuiging tot een ander antwoord komen dan dit: Our department of Christianity must be kept up, d. i. onze atdeeling van de Christenheid moet in stand blijven".

Zonderling, niet waar?

Als het aankomt op de vraag, om geld van niet-Baptisten te krijgen en de vrijheid der hoogleeraren te handhaven, dan krimpt het Baptisme tot een ongrijpbaar niet ineen.

Maar als nu omgekeerd de ouders, uit deze zelfde praemissen de volkomen logische conclusie trekken, dat ze dan ook geen confessionneele offers meer behoeven te brengen, dan keert opeens het blaadje om, en treedt het Baptistisch wezen weer in al zijn grootheid voor u.

Vergissen we ons, of eindigt aldus het Baptisme niet, met er alleen voor de Opleidingsscholen te zijn?

Waar deze geld van anderen noodig hebben, wordt de banier opgerold. Waar de hoogleeraren vrij bij hun onderwijs willen zijn, gaat de opgerolde banier zelfs in den koker. Maar als de scholen der Baptisten geld van de Baptisten noodig hebben, wordt diezelfde banier opeens weer breed ontplooid, en hangt aan het Baptisme voor een deel zelfs het heil der Christenheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Vreemde toestanden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's