GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Helmiohius.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Helmiohius.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Hïmia is gepromoveerd op een proefchrift over Wernerus Helmichius.

In zooverer sluit dus zijn studie zich aan bij ie reeks van historische proefschriften, die inds eenigen tijd^ vooral uit Leiden, het icht zagen, en er zich op toelegden, om e mannen die van Gereformeerde zijde in en Calvinistischen strijd vooraan hebben estaan, en wier nagedachtenis men schier pzettelijk verdonkerd had, weer te doen pleven.

Leest men echter dit proefschrift van Dr. ania door, en vergelijkt men dit met de oortgelijke studiën van elders, dan ontwaart men terstond een kenmerkend verschil.

In die andere proefschriften namelijk wordt wel een historisch doel nagestreefd, maar die aldus verworven historische kennis wordt zelve niet op een doel gericht.

Bij Dr. Hania daarentegen is dit heel anders.

Bij hem bestaat voor zijn eigen persoon en zijn eigen overtuiging een sterke verwantschap met het streven van den Calvinist uit vroeger eeuwen, wiens beeld hij voor u ontwerpt.

In Dr. Hania is het een Calvinist die u het leven van den Calvinist uit de eeuw onzer glorie schetst.

Hij heeft den man, dien hij teekent, lief, niet enkel omdat hij een interessant persoon is, maar omdat hij streed en leefde voor diezelfde waarheid, die ook den schrijver door genade kostelijk is geworden.

Zijn doel is dan ook niet om enkel formeele kennis van Helmichius te verwerven, maar in Helmichius na te gaan, op wat wijs destijds het Calvinisme op kerkelijk gebied zich geopenbaard, gevestigd en gehandhaafd heeft.

En dit onderzoekt hij, niet enkel om het te weten, maar om er leering voor zich zelf, en voor het heden, aan te ontleenen. Hij laat Helmichius spreken, opdat er naar hem geluisterd worde, en zijn stem ook heden ten dage nog gehoor vinde.

Inziende tot wat oppervlakkigheid het leidt, zoo een historische kerk als de onze haar verleden vergeet, en nu gansch wilkeurig, naar gril en inval, te werk gaat, heeft hij Helmichius bestudeerd, niet enkel om een historisch punt op te helderen, maar om aan de kerken van het heden te toonen, hoe en op wat wijs onze vaderen in hun toenmalige verwikkelingen te werk gingen.

Vooral om die opvatting van zijn taak is dit proefschrift ons zoo veel waard. Wie het leest, neemt een historisch < 5«^ en voelt zich gf, "-'"''t en opgefrischt.

En Sac te meer, om de volledige en accurate manier, waarop Dr. Hania die taak volvoerd heeft.

Geen klaviertje is overgeslagen. Alles is nagespeurd. En voor elk resultaat is bewijs geleverd. Tot voor de enkele uitdrukkingen toe.

Ook wetenschappelijk bezit daarom dit proefschrift zoo dege waarde. Ge vindt hier vondsten. Onze kennis is verrijkt. Verrijkt op vasten voet, en naar een methode, die anderen den weg wijst.

Zijn we daarom Dr. Hania voor dezen uitnemend geslaagden arbeid dankbaar, niet minder verheugt het ons te mogen constateeren, dat zoo degelijke volvoering van zijn taak hem mogelijk is gemaakt ook door de hulp van wie anders onze tegenstanders zijn.

Ook de Synodalen hebben op een wijs die hen eert geholpen.

Het Synodaal archief werd voor hem ontsloten, en zelfs Dr. Vos hield zich ten deze loyaal in wetenschappelijken zin.

Dit is een gunstig teeken. Er blijkt dan toch dat er althans nog één terrein is, waarop we elkander ontmoeten kunnen en voorthelpen willen.

Te meer getuigt het daarom van vastberaden moed, dat Dr. Hania desniettegenstaande een stelling opnam, die de Synodale hiërarchie aansprakelijk stelt voor de vervalsching van de Amsterdamsche kerkelijke beweging in 1886, en dat wel door het stellen van de beheersqiiaestie vóór de geloofsquaestie.

Dat Dr. Vos zich dit niet liet aanleunen, is natuurlijk.

Zijn protest lazen we dan ook.

Doch waarom ook deze quaestie niet eens even nauwkeurig toegelicht, als Dr. Hania het den strijd van Helmichius deed?

Sympathie en antipathie zullen in deze aangelegenheid altoos haar rol blijven spelen, maar over de feiten kan men tot gelijke conclusie komen.

Het was daarom te betreuren, dat Dr. Vos niet publiek bij de promotie tegen Dr. Hania's stelling opkwam, om evenals Prof. Rogge, in het wetenschappelijk strijdperk zijn protest in te dienen.

Toch zal Dr. Hania wel te allen tijde bereid worden gevonden, om alsnog in publiek debat zijn stelling te handhaven, en de dege wetenschappelijke wijze waarop heel de dissertatie bewerkt is, .geeft aan Dr. Vos allen vereischten waarborg, dat de verdediger der stelling hem niet anders dan op wetenschappelijke wijze ontnjoeten zal.

Desvereischt zouden er ook anderen zijn, die zich allicht tot deelneming aan dit dispuut bereid zouden verklaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Helmiohius.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1895

De Heraut | 4 Pagina's