Officieele Berichten.

Met verloorting uit het Kerkblad van 14 Pebr, 1896.

Bekendmaking.

De Gereformeerde kerken ^ en ^ te Delft^ deni3en December j.l. gecombineerd vergaderd, geweest zijnde, hebben tsesloten het volgende onder de aandacht van de Gereformeerde kerken in Nederland en andere belanghebbenden te brengen.

Met het oog op het collecteeren van personen, die van buiten Delft naar onze gemeenten komen om gelden te verzamelen voor een of andere hulpbehoevende zaak, is door beide Kerkeraden eene Commissie benoemd, die hierop toezicht zal hebben.

Deze Commissie bestaat uit één ouderling en één diaken van eiken kerkeraad, terwijl om het jaar de Weleerwaarde Leeraars van beide gemeenten om beurte als president zullen fungeeren.

Bovengenoemde Commissie heeft het recht collecten te weigeren of toe te staan, niet of wel aan te bevelen — naarmate van het gewicht der zaak — en ook kan zij bij korte opvolging van collecten deze voor een tijd verschuiven.

Buiten deze Commissie om, wordt niemand tot het verzamelen van gelden in onze gemeenten te Delft toegelaten, terwijl geen der kerkeraadsleden een collecte meer kan en mag aanbevelen.

In het belang der goede orde en het meest tot bevordering der voorgestane zaak, worden belanghebbenden uitgenoodigd, zich te wenden tot bovenbedoelde Commissie.

Voor het jaar 1896 is het adres aan den Weleerwaarden Heer Ds. C. W. J. van Lummel^ predikant bij de Gereformeerde kerk Bt^ Delft.

Namens de Kerheraden der Gerefor­meerde kerken A en B te Delft,

C. W. J. VAN LuM.MEr, , President. P. BuïER, Scriba.

Delft., 5 Februari 1896.

Classicale vergadering van de kerken in de Classis Dockura, op 30 Januari j.l. te Dockum.

Ds. E. Kropveld opent, namens de roepende kerk, deze vergadering met het laten zingen van P. 119 : 3, waarna Ds. J. W. van der Kouwe van Ferwerd, naar toerbeurt praeses, voorgaat in gebed.

Ds. E. Zwiers rapporteert namens de kerk van Anjum in zake Schiermonnikoog. Aldaar is.een kerkeraad verkozen, opgetreden en de reformatie is ter hand genomen.

De kerk van Ee vraagt 5 advies in een doopzaak." Na breede bespreking verklaart Ee zich tevreden gesteld. De vraag van Ee: »Mag ten ouderling, bij ontstentenis van een dienaar des Woords, den zegen op de gemeente leggen r" — wordt teruggenomen.

De kerk van Engwierum vraagt aan de Classe of het noodig is, dat de predikanten in de vacaturebeurten den Catechismus behandelen.

Wordt toestemmend beantwoord en den kerkeraad opgedragen vroegtijdig mede te deeleriaan den betrokken dienaar, welke Zondagsafdeeling aan de beurt van behandeling is.

De kerk van Ferwerd vraagt inlichtingen over Leviticus 18 : 16.

De Classe meent geen beslissenden uitleg te kunnen geven en ontraadt doorzending naar de meerdere vergaderingen.

De kerk van Murmerwoude vraagt: sHoe moet sde bepaling der Synode van '92 worden opgevat: seene grensherziening heeft geen terugwerkende »kracht."

Na breede bespreking wordt besloten: sDe »Classe acht het in strijd met de beginselen van »de bepalingen der Synode (in zake de grensrege-»ling), dat een broeder, die buiten de grens eener kerk woont, wordt voorgesteld tot het bedienen svan één der ambten."

Vergadering van de Gerefo'^meerde kerken in de Classis Gouda, gehouden den 4en Februari 1896.

Als moderamen nemen zitting: Ds. De Jong als praeses ouderling A. Vingerling als scriba. Ds. Nieborg als assessor. Alle kerken zijn wettig vertegenwoordigd.

Door een drietal leden van de kerk van Gouda B wordt een bezwaarschrift ingediend met betrekking tot de vorige vergadering, waaraan stukken zijn ingezonden, doch niet ter kennisse gebracht dier vergadering. Door de (toen) roepende kerk worden dienaangaande inlichtingen gegeven, en voor zooveel noodig verontschuldiging gevraagd.

Omtrent een ingekomen schrijven van Ds. Ploos van Amstel, thans wonende te Oudewater (rustend predikant), behelzende een aanklacht tegen zijne mishandeling en daardoor bitter lijden, wordt met algemeene stemmen : besloten, de Classis Bolsward aan te klagen bij de Synode en 'dus dit schrijven door te zenden.

Omtrent een kerk in de Classe, die tot heden weigert de bekende clausule omtrent de hereeniging der beide groepen van Gereformeerde kerken in te vullen in het Notulenboek — wordt ernstig die kerk vermaand, dit alsnog te doen.

Vergadering der Classe Kollum, gehouden 6 Febr. 1896.

In het moderamen nemen zitting Ds. Kruyswijk als praeses. Ds. Dekker als scriba, Ds. Van der Heijden als assessor.

Het contract tusschen de gecombineerde kerken van Oostermeer en Eestrum, tusschen welke moeielijkheden gerezen zijn, komt ter sprake. Een commissie zal de zaak ter plaatse onderzoeken.

Een broeder uit een kerk dezer Classe heeft bezwaar ingediend tegen de verkiezing van een ouderling. Zelf ter vergadering, licht hij zijn bezwaren toe. Ze worden overwogen en er wordt besloten, bedoelde kerk op haar roeping te wijzen, tevens haar dienende van advies.

Het rapport in zake het approbeeren van attesten van komende én vertrekkende piredikanten, op de vorige Classe ten deele behandeld, komt in verdere bespreking. De Classe vereenigt zich eindelijk met het volgende voorstel: »De Classis, gehoord het rapport, de conclusie, en de besprekingen erover, besluit, — v^oorloopig blijvende bij de bestaande gewoonte, om door deputaten de attesten te approbeeren — ter Prov. Synode het verzoek te brengen, dat door haar de Generale Synode verzocht worde, om nadere toelichting van Art. 5 en 10 D. K. in verband met de practijk der Classen, om door deputaten de attesten van komende en vertrekkende Dienaren des Woords te doen approbeeren."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen