GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ONWEER.

II.

Een onweder in de heete luchtstreken is iets ZOO ontzettends, dat wij er ons hier moeielijk een denkbeeld van kunnen vormen. Het is ontzagwekkend, vreeselijk en bijna niet recht in woorden te schilderen. Nog meer dan bij ons toont het den mensch de majesteit en de kracht des Heeren, , die de bliksemen gebiedt, zoodat zij heenvaren en zeggen: Zie hier zijn wij. Als ge de heerlijkste en verhevenste beschrijving van zulk een onweder lezen wilt, sla dan eens het boek Job op en lees hoofdstuk 36 tot 38, waar o. a. geschreven staat;

»Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet[; er is ook geene onderzoeking van het getal Zijner jaren.

Ook beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijne plaats. Hoort met aandacht de beweging zijner stemme, en het geluid dat uit zijnen mond uitgaat. Dat zendt Hij rechtuit onderden ganschen hemel, en zijn licht over de einden der aarde. Daarna briilt Hij met de stemme. Hij dondert met de stemme zijner hoogheid, en stelt die dingen niet uit, als zijne stemme zal gehoord worden. God dondert met zijne stemme zeer wonderlijk; Hij doet groote dingen, en wij begrijpen ze niet.

Hebt gij wetenschap van de opwegingen der dikke wolken; de wonderheden desgenen, die volmaakt is in wetenschappen? Hoe uwe kleederen warm worden, als Hij de aarde stil maakt uit het zuiden? "

Reeds lang vooruit dreigt het onweder. De lucht is zwoel, de hemel grauw en dof. Geen windje waait; 't is bladstil; alles in de natuur schijnt te slapen. Menschen en dieren zijn loom en mat; beide bespeuren wat er in aantocht is; zij gevoelen het in hun lichaam en een angstig voorgevoel vervult hun geest. In de groote winkelstraten worden reeds de bazars gesloten; de openbare gebouwen der regeering evenzoo. Ieder volgt dit voorbeeld, en verzekert zijn huis tegen den storm en het noodweer dat men wacht. Wie op den weg is, haast zich vooruit om ergens een schuilplaats te vinden. De wandelaars spoeden zich huiswaarts. De spelende kinderen worden van de straat gedreven. Met bezorgdheid ziet de landman zijn boomen aan. Want is ook de regen een vurig verlangde, zegenbrengende gave, het onweder kan op het veld ontzaglijk veel verderven. Ook de dieren toonen hun angst. De honden, anders in het Oosten zoo woest, blafgraag en bijtziek, sluipen nu met hangenden staart naar een schuilhoek. De vogels verbergen zich in het dichtste loof. De huisdieren, waartoe in 't Oosten de hond niet behoort, liggen in hun stallen of in de kamers roerloos neder. Eindelijk hoort men in de straten en op het veld bijna geen geluid meer. Dat is de stilte voor den storm.

Weldra bespeurt men omhoog in de verte een donkere wolk, waarin vlammen schijnen te spelen, , 't Is als een groote vuurkolom boven een brandende stad, of doet denken aan een groot woud, dat aan alle zijden in brand staat. De lucht neemt allerlei kleuren aan: hier vaalgeel, ginds donkerrood tot bruin toe, elders weer grauw of zwart, maar overal somber en dreigend, over heel den hemel; al grooter wordt de onheilspellende, duistere en toch vlammende wolk.

In de verte wordt een geruis gehoord, een gefluit en gesuis, waarvan men de oorzaak niet bespeurt, want dichtbij is alles nog stil en roert zich niets. Wel echter voelt ieder hoe de hitte steeds grooter wordt, de lucht al zwaarder drukt. Het wordtin den zwoelen dampkring steeds benauwender, en ieder weet dat, zou dit lang duren, niemand het kan uithouden. Intusschen is lang de zon schuilgegaan, de steeds aangroeiende wolk werpt altijd donkerder schaduwen over het veld, de hoornen, de huizen en 't is alsof het in het middaguur al avond werd.

Opnieuw ontstaat er een hevige beweging, een trilling in de takken der naaste boomen. Eerst komen er enkele stooten en rukken van den wind, maar weldra — na eenige minuten — wordt de wind een storm, ja een orkaan. Met ontzettend geweld rent hij in een oogenblik aan, als wilde hij alles vernielen. Sissend en fluitend, gierend en snuivend, met geraas en geloei, onder ruischen en suizen, stormt hij voort en overstemt het geroep en geschreeuw van mensch en beest zóó, dat slechts zijn stem wordt gehoord.

't Geweld en-de kracht van den storm zijn ontzaglijk en schrikwekkend. J.A1S Hij spreekt, zoo doet Hij een stormwind opstaan", zegt de Schrift, als zij over des Heeren almacht spreekt, van welke wij in Psalm 29 lezen:

»De stemme des Heeren is met kracht; de stemme des Heeren is met heerlijkheid. De stemme des Heeren breekt de cederen; ja de Heere verbreekt de cederen van den Libanon; en Hij doet ze huppelen als een kalf; den Libanon en Sirjon als een jonge eenhoorn. De stemme des Heeren houwt er vlammen vuurs uit. De stemme des Heeren doet de woestijn beven; de Heere doet de woestijn Kddes beven."

De boomen worden door den orkaan als riet gebogen, heen en weer geslingerd, zoodat de laatste uitgedroogde bladeren er afvliegen en op den wind ver wegstuiven. Sterke eiken worden geknakt; van andere boomen wordt de kroon afgerukt, de takken weggereten. Alles op het veld raakt in beweging; het is of de elementen met elkaar gaan strijden en zelfs de grondvesten der aarde beven.

De wind dringt door tot in de spleten en scheuren van den grond, die, na een droogte van maanden lang, overal gescheurd en gebarsten is. Het stot en zand, weken achtereen op straten en wegen en in de kloven vergaard, wordt omhoog gedreven, en met geweld hier en ginds heengejaagd of neergeploft. Met zulk een kracht drLngt dat stof door de spleten van deuren en vensters, dat het in de kamers neervalt en de meubelen en wat er meer in de huizen staat, een duim dik overdekt. Met zulk een geweld vliegt het zand tegen muren en palen, dat het met een vaart ervan terugspringt.

Wat het lot is van hem, die op 't open veld door zulk een weder wordt overvallen, is te denken. De wind werpt hem ter aarde, en hij mag van geluk spreken zoo hij zich nog aan een boomstronk kan vastklemmen, achter een hoogte schuilen of in een rotskloof zich versteken kan. En zoo verstaan wij de woorden van Jesaja 3* : 2:

jEn die man zal zijn als eene verberging tegen den wind en eene schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in eene dorre plaats, als de schaduw van eenen zwaren rotssteen in een dorstig land."

Daarbij komt dan, dat de duisternis al zwaarder wordt. Eindelijk is het zoo donker, dat wie nog iets zien wil, een lantaarn moet opsteken. Maar weinig baat het, want het ronddwarlend en overal neervallend stof maakt het ondoenlijk, verder dan een paar stappen voor zich uit iets te zien. Men wandelt als in een mist van stof en zand door den nacht.

Maar ook wie binnenshuis is, gevoelt zich ontzettend gejaagd en doodmoe. Want terwijl de storm loeit, stijgt de hitte nog steeds. De thermometer rijst binnenshuis tot over de 120 graden Fahrenheit, en als we bedenken dat 90 reeds bijna de grootste hitte is, die we hier kennen, behoeft er niets bijgevoegd om te doen begrijpen, hoe benauwend het ook dan binnen zijn moet, terwijl het stof de vertrekken vult en men naar buiten in den grauwen nevel blikt. Het zweet gutst den menschen van het lichaam en vormt, daar het zich met stof en zand vermengt, op gezicht en handen aanstonds een dikke korst. Allen zien smachtend uit naar verademing.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's