INGEZONDEN STUKKEN.

{Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Hooggeachte Redactetir !

De Deputaten tot de Med. dienst hebben goedgevonden U iets mee te deelen omtrent het door mij hun gegeven advies over de plaats van vestiging van de Med. dienst, gelijk mij blijkt uit de Heraut van 23 Mei 1.1. die de mail mij heden bracht. Laat mij U daarom melden, dat ik de voorstelling van mijn advies, U door deputaten in hun gepubliceerd schrijven gegeven, niet accepteeren kan.

Niet gaarne zou ik willen, dat bij de kerken, die mij hierheen zonden, de indruk gevestigd werd, dat ik werkelijk geadviseerd had, zooals de Deputaten het in hun schrijven aan U, na tuurlijk ter goeder trouw, voorstellen.

Mijn advies was geheel anders. Dat zou duidelijk blijken, als Deputaten mijn advies in zijn geheel wilde publiceeren. Ik vrees, dat, tengevolge van het door U gepubliceerde schrijven e der Deputaten, de indruk bij velen is ontstaan dat ik aan Deputaten adviseerde om reeds vóór de Synode van Groningen een hospitaal te bouwen op Java.

Niets echter is minder waar dan dat. In de n overtuiging, dat het kiezen van een plaats voor het hospitaal in zich sluit het kiezen van he centrum van onzen geheelen zendingsarbeid, adviseerde ik gansch wat anders dan uit den brief van Deputaten aan U te verstaan is. De vraag toch, waar het centrum zal komen is zóó hoogst gewichtig en de beantwoording van die vraag beslist zóó veel, dat ik mij wel ge wacht heb te adviseeren, dat eenig college van Deputaten zoo maar even die knoop zou doorhakken. Alleen de kerken, in Synode vergaderd, die den arbeid van de Ned. Geref. Zendingvereeniging hebben overgenomen en die op de Synode van Middelburg de beginselen voor den nieuwen zendingsarbeid hebben vastgesteld, al­ is leen die kerken kunnen mijns inziens de vraag beantwoorden, die den geheelen aan te vangen gemeenschappelijken zendingsarbeid op Midden-­ Java beheerscht. Daarom adviseerde ik aan de Deputaten tot de Med. dienst om vóór de ko mende Generale Synode geeti hospitaal te doen bouwen, opdat de kerken volkomen vrij zouden blijven bij de beslissing van de vraag, waar het centrum van den arbeid zal zijn.

Ik stel er prijs op, dat de kerken in het Vaderland dit weten, opdat alle eventueele verkeerde indruk omtrent mijn advies zal worden weggenomen.

Nu gij den brief van deputaten hebt gepubliceerd in Uw blad zult gij zeker wel zoo vriendelijk willen zijn om aan dit mijn schrijven ook een plaatsje in de Heraut te gunnen.

U bij voorbaat mijn dank daarvoor betuigend heb ik de eer mij te mogen noemen.

Uw. dw. br.

L. ADRIAANSE.

Poerworedjo.,

21 Juni 1897.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen