GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vredelied.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vredelied.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indertijd is door ons niet voldaan aan het verzoek tot aankondiging van de twee periodieke bladen, die in de studentenwereld der V7-zje Universiteit het licht zagen.

Ons kwam voor, dat een kring van studenten nog geen deel uitmaakt van het publieke leven, en dat uit dien hoofde wat in dien kring geuit wordt, nog niet valt onder de pubHeke censuur op pubHcistisch of letterkundig terrein.

Zelfs ontvingen we den indruk, dat de twee bedoelde bladen meer hun ontstaan dankten aan zekere schakeering in het studentenleven, dan aan onweerstaanbaren drang tot gedachtenuiting. Nu kan de worsteling tusschen twee zulke schakeeringen binnen den studentenkring hoofd en hart vervullen, maar het gaat niet aan, hierin het groote publiek te mengen.

H!et sprak bijna vanzelf, dat de twee denkbeelden Calvinisme en de Studetitenivereld niet aanstonds hun zuivere oplossing en hoogere eenheid zouden vinden. Er moest wel komen een eerste periode van tasten en voelen en bedektelijk woelenden strijd.

Daarna een periode, dat beide termen van het probleem van weerszijden strak getrokken werden. En zoo eerst kon de periode worden voorbereid, die een waarlijk Calvinistisch studentenleven tot resultaat zal hebben.

Dien loop neemt het leven steeds waar twee onderscheiden elemicnten een oplossing in eenheid zoeken. Het verbaasde ons dus niet, hiervan ook op dit terrein te hooren. We merkten dat de.heeren nu in de tweede periode waren, en zagen reeds uit naar de ure van overgang in de slotperiode, die dan. God geve het, blijvend en duurzaam moge zijn.

Hoe minder nu het publiek buitenaf zich hierin mengde, hoe beter. In het huwelijk komt ook wel eens worsteling tusschen tweeërlei karakteraard voor, maar wee den dommen man of de dwaze vrouw, die er derden bij haalde. Niets is zekerder middel, om wat er kwaad in zulk een Worsteling mocht schuilen, te verergeren.

Ons zwijgen was dus geen gemis aan belangstelling. Tot op zekere hoogte vonden we deze worsteling van twee schakeeringen zelfs zeer interessant. Alleen dat de heeren hun maandelij ksche bulletins aan de deur aanplakten, vonden we een teeken van min gezond leven.

Dat we thans hierop komen heeft intusschen van verre de strekking niet, om nu toch te doen, wat we eerst in strijd met onze roeping achtten, maar wel om over één ding onze blijdschap uit te spreken.

Wat dit is, zal den lezer duidelijk worden, zoo hij kennis neemt van dit waarlijk schoone gedicht, voorkomend in één dier bladen, in Nil Desperanduin, no. 8 en getiteld Roepstem tot eendracht.

Dit poëtisch schoone vers luidt aldus: Welhaast komt de dag, 'waarop Neerland de Krone Zal drukken op 't hoofd van de glorie van 't land, Op 't hoofd van de blonde Vorstinne, wier trone Zal vaststaan met God en de kracht onzer hand.

Op, broeders! Vergaart u in eendracht des geestes, Vergetend den twist, die verscheurt en verdeelt; Staat schouder aan schouder ten dage des feestes; Voor goed zij de breuke der broed'ren geheeld! In eendracht ligt macht, die de wereld verovert, Den vijand doet wijken, den, weerstand verbreekt; Van eenheid straalt glans uit, die de oogen betoovert, En die tot het hart meer dan woordenpraal spreekt.

De liefde herleve, de broederband hechte U nauw v.'eêr te saam tot één leven en doel; Laat vallen den scheidsmuur; dat liefde dien slechte; Bluscht 't vuur van den twist; dempt der jammeren poel!

Zegt liever: «wij willen het erfdeel bewaren Der vad'ren, gekocht met hun goed en hun bloed; Wij willen herstellen gebouw en pilaren, En zonen der geuzen zijn, mannen vol moed! Wij willen de leus van den eeuwgeest bekampen, De leer uit den afgrond, die Neerland ontwijdt; Het Vaderland redden van duizende rampen, En 't vaandel verheffen ten eerlijken strijd!"

Waakt op, ja waakt op uit uw nietige droomen: Laat af van den haat, zoo versplint'rend de kracht! Wie uwer de stem dezer eeuw heeft vernomen, d'Ontelbare schaar, die ons tergt en belacht.

Die smeek': «voer, o God! alle mannen weer samen, Die U nog belijden in woord en in daad, En wil, wie den broederband scheurt, toch beschamen; In eendracht ligt kracht en tweedrachtigheid schaadt!''

O, weest aan 't beginsel der dappere helden Getrouw, weest den eernaam van Geuzenkroost waard; Waar zij eens hun bloed voor hun vrijheden stelden Voor God en 't geloof, — weest dan^z; niet ontaard! Een erfdeel is ons dat beginsel der Vaderen, Een schat, ons gemaakt, maar zoo lange veracht; Streeft daag'lijks er naar, om hun beeld meer te naderen, Dat beeld is zoo schoon en het spreekt ons van kracht! Het spreekt ons van kracht uit 't geloove verkregen; Het spreekt ons van adel, van fierheid, van moed; Het zegt ons, wat kracht in Gods Woord is gelegen, Wat Hij door een volk, dat hem vreezen wil, doet! Een bloem in het licht moet het heerlijkste pralen; Een mensch in het licht moet een lichtdrager zijn; Gij zijt in het licht; laat het helder dan stralen, En zorgt, dat het koest'rend de wereld beschijn'! Op! Grijpt naar uw vaan, laat het eendracht weer wezen, Als 't volk om siJH vanen geestdriftig zich schaart; Slechts onder Gods leiding staat niets U te vreezen.

En onder Zijn hoede blijft d'eendracht bewaard.

Doet hooren die spreuk, uit geloofskracht geboren; Slaat 't oog op uw vaan, op dat machtig parool; De moed zal herleven, het licht weer gaan gloren, En sterker de band zijn bij 't zien op 't symbool! Het: — «Ons bindt de Vriendschap" — Stijg'jub'lend in 't ronde.

Een vriendschap, geworteld in 't Woord onzes Gods; Verbant de krakeelen; slaat broed'ren geen wonde; De vriendschap sta vast, onverwrikt, als een rots.

Het kroost van Minerva zal vreugd weer ontvangen, Als Eendracht de pokels zal vullen met wijn; En daveren zullen de zalen van zangen.

Die tolken van geestdrift en broedermin zijn!

De dag is nabij, waarop Neerland de Krone Zal drukken op 't hoofd van de glorie van 't land, Op 't hoofd van de blonde Vorstinne, wier trone Zal vaststaan met God en de kracht onzer hand! Houdt fier en eendrachtig uw vaan dan naar boven, Voortstrijdend langs wegen, zoo kleurrijk gevuld; En zweert, dat de tijd nooit uw liefde zal dooven Voor Neerland's Vorstin, met 's volks glorie omhuld!

Er staat als dichter de naam Aëtos onder. We weten dus niet, wie dit stuk gemaakt heeft.

Maar in onzen proza-tijd was het ons een oorzaak van verkwikkende vreugde, op zoo dappere. Da Costiaansche wijze, de lier door een student te zien hanteeren.

Verzen maakt een ieder, aan het rijmen waagt zich Jan en Alleman in ons goede Nederland.

Maar een wezenlijk „gedicht" uit de volle borst te kunnen zingen, in zoo gespierde taal, hier is talent eisch voor, en het was ons een wezenlijke verrassing te ontdekken, dat er belofte van zulk een talent onder deze jonge mannen schuilt.

Ons dunkt zulk een Roepstem kan niemand, die voor echte poëzie ontvankelijkheid in de ziel bezit, koud laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Vredelied.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1898

De Heraut | 4 Pagina's