GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zetten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zetten.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het aloude Gymnasium te Zetten tobt. et lijdt onder de concurrentie van Amterdam en Kampen.

Dat is te verstaan.

Een gymnasium dat bloeien zal, moet op lk van zijn zes klassen, minstens een 15-tal leerlingen tellen. Dit maakt 90 voor e zes klassen. En voor drie gymnasia eeft dit een getal van 270, of 45 per jaar. Aangenomen nu al dat het gelal jonge annen dat tot hoogere studie overgaat, in en Gereformeerden kring allengs klimmen al, om een einde te maken aan den beooiden toestand, dat we onder juristen, edici, literatoren en natuurkundigen schier een enkelen man van Gereformeerde belijenis vonden, en we in den droeven zin des oords, een corps soldaten zonder officieren aren, — toch is het |te optimistisch geooreeld, zoo men waant, dat deze klimming oo snel kan gaan.

Zetten zag het getal van zijn leerlingen an ook nu reeds dalen op 49, even 8 per lasse, wat te weinig is. Te weinig vooral oor de financiën.

Vandaar dat Curatoren, het bedenkelijke an dezen toestand inziende, deze navolende oproeping tot het Gereformeerde puliek deden uitgaan:

Het Curatorium van het Gymnasium te Zeten komt tot u met een noodkreet.

De tekorten over 1895, 1896, 1897 respecievelijk van ƒ 2588.40I/2, ƒ 3063.01I/.2 en 669.89 (zelfs wanneer niet wordt mede gereend de toch zoo noodzakelijke afschrijving op ebouwen) waren reden van groote bezorgdeid; maar met het oog op de omstandigheid, at er vooruitgang was waar te nemen, omdat eerdere leerlingen geplaatst werden, hebben ij gemeend een jaar te moeten wachten alvoz o K a m l z w t rens ons tot U te wenden, in de stille hoop dat de vermeerdering van leerlingen zou aanhouden. Het vele dat van U gevraagd wordt op gebied van vrij onderwijs op gereformeerden grondslag deed ons toch aarzelen een beroep te doen op buitengewonen steun. Nu 1898 eindigt met een vermoedelijk nadeelig saldo van bijna ƒ 1600 en dit bedrag ruim / 2300 zou geweest zijn indien niet eene toevallige bate van ƒ 762.50 — afbetaling van een oude schuld — ons was toegevloeid — mogen wij niet langer wachten.

De gebouwen zijn door hypotheek en leening zóó bezwaard, dat wij geen leening meer mogen trachten te plaatsen, omdat niet op goede gronden kan worden gezegd dat daar tegenover waarde zou staan. Het kas tekort is bovendien reeds gestegen tot / 4300.

Wij moeten U nu de vraag voorleggen. Wilt gij dat het gymnasium te Zetten blijft bestaan ?

Wordt die vraag door U bevestigend beantwoord, zendt dan naar vermogen een bijdrage of een ingevuld inschrijvingsbiljet aan onzen penningmeester Mr. Jhr. T. A. J. van Asch 'van Wijck, Surinamestraat 9, 's-Gravenhage. De bijdragen zullen in de Standaard worden verantwoord.

Kwam ons aldus een bedrag toe, gelijkstaande met de tekorten der jaren 1895, 1896, 1897 en 1898 of te zamen een bedrag van acht duizend gulden, dan zouden wij op goede gronden de hoop mogen uitspreken dat het Gymnasium te Zetten voor de eerste drie jaren kan voortbestaan, en wij mogen verwachten dat eindelijk zal doorbreken de erkenning dat het onrecht is, duizenden uit 'slands kas bij te dragen voor (gymnasia, uitgaande van de gemeenten, doch de vrije Gymnasia aan hun lot over te laten.

Dat meerdere vrije Gymnasia worden opgericht, als te Amsterdam, Utrecht en Kampen, is een bewijs dat in ons volk meer doordringt het gevoel dat ook op het gebied van voorbereidend Hooger Onderwijs een christelijke opvoeding dringend geëischt moet worden; doch» het kan niet anders of door de oprichting van die drie Gymnasia, zoo spoedig achter elkander, moest ons Gymnasium lijden. Men geeft gaarne aan iets nieuws en meent dan dat de bijdragen voor bestaande inrichtingen wel kunnen verminderd worden.

Maar vooral moest de oprichting dier Gymnasia in verschillende deelen van ons Land, nadeelig terugwerken op het aantal leerlingen, daar de ouders die gevoelen verplicht te zijn hun kinderen naar een Christelijk Gymnasium te zenden, niet dadelijk vervierdubbeld zijn. Het gelal leerlingen dat i Januari 1898 bedroeg 63, was dan ook einde 1898 geslonken tot 49. De verkregen resultaten waren echter zeer gunstig: in de laatste zes jaren werd van hen die met onze machtiging zich onderwierpen aan het Staatsexamen, slechts één afgewezen. Langzamerhand vertrouwen wij dat er voor de vier Gymnasia genoeg leerlingen zullen zijn en aangenomen mag worden dat er behoefte zal zijn aan althans één Gymnasia op het platte land naast de Gymnasia in de steden, Om eenig denkbeeld te geven van de kosten; alleen aan onderwijzend personeel moet Jaarlijks ruim/ 13, 700 worden uitgegeven.

Dat een Gymnasia dat drie en dertig jaren den strijd volhield en dat werd opgericht toen nog zoo weinig gevoeld werd de noodzakelijkheid van een Christelijke opleiding aan een gymnasium, zal moeten opgeheven worden uit gebrek aan belangstelling, wij zijn overtuigd; gij wilt dat niet.

We twijfelen er geen oogenblik aan, of deze roepstem zal gehoor" vinden, vooral zoo de vele invloedrijke mannen, die in het Curatorium zitting hebben, in hun eigen kring een echt Amcrikaansche liberaliteit weten wakker te roepen.

Een kleine vijf duizend gulden is een be, drag, dat tien mannen van vermogen zonder bezwaar voor de helft onverwijld in hun kring dekken kunnen.

Maar hiermede is de zaak nog niet gezond.

De vraag is toch niet, of men een enkel maal eenige duizend gulden bijeen kan brengen, maar, heel anders, of men zulk een getal leerlingen aan het Gyinnasiura verschaffen kan, dat het getal van 49 weer tot 70 a 80 klimme.

In verband hiermede nu valt het oog on-1 willekeuri§| op wat Dr. Bavinck in" zijn" brochure voorstelt ten aanzien van het Gymnasium te Kampen.

Hij zegt hiervan in zijn voorstel o'^h]. 'JQ.

De Gereformeerde kerken in Nederland, overwegende, dat er thans reeds drie Gere formeerde gymnasia bestaan, te Zetten, Amsterdam en Kampen,

overwegende, dat er gegronde hope is, dat het in de toekomst aan eene gymnasiale opleiding in Gereformeerden geest, ook voor de toekom stige dienaren des AVoords, in ons vaderland niet zal ontbreken,

overwegende, dat zij den schijn hebben te vermijden, alsof zij aan het eene gymnasium een voorkeur en voorrecht wilden schenken bo . ven het andere en doen wilden, wat der kerken niet is,

besluiten: voortaan af te zien van de stichting^ en instandhouding van eene school voor gymna-l siaal onderwijs; mits daarbij voldaan kunne wor-jj en aan de volgende voorwaarden:

a. dat één of meer Gereformeerde gymnasia iiiil en lande bereid bevonden worden, omzichopg e hierboven omschreven wijze in verband met-'S n onder toezicht der kerken te stellen.

b. dat eene bestaande of nieuw op teiichten^ vereeniging gewillig en bij machte zij, om de gy™! asiale opleiding, verbonden aan deTheol. Schoo| te Kampen over te nemen.

e. dat deze vereeniging zich verbinde, om d'i erkregen rechten der leeraren alle onverkort ts andhaven, maar daarbij van de kerken ee«m itkeering ontvange van twintig duizend guldftf n eens of in enkele jaarlijksche termijnen of «ï laats daarvan kosteloos gebruik van het ffm ouw te Kampen, indien het gymnasium daaT evestigd blijft.

En hij licht dat op blz. jj ieel toe. aldus financieel toe.

De financieele gevolgen van deze voorsteltól ouden alleen in betrekking tot de gymnasia!''! pleiding bezwaar opleveren. Het gymnasiumW ampen telt thans vijf maar zou, bij overdrack an eene vereeniging, terstond tot zes klass*^ oeten worden uitgebreid; de lessen in Chti''| elijke religie en Hebreeuwsch, tien in ge"*! ouden niet meer door de Hoogleeraren kuniifiC orden waargenomen; het zestal leeraren, dafH hans aan werkzaam is, zou nog met twee

meerderd moeten worden. Indien het tractement van den Rector op / 3000 bepaald bleef en dat van de andere zeven leeraren op gemiddeld f 2'00 gerekend werd, zou dit reeds eenejaarliiksche uitgave vorderen van ƒ 18, 400. Daarbij zouden dan nog komen de kosten van het onderhoud van het gebouw, vuur, licht, ameublement leermiddelen, concierge, vergadering van Curatoren, die zeker wel op / 2500 mogen worden «geraamd. Al kreeg de vereeniging, die het gymnasium overnam, het gebouw te Kampen kosteloos in haar bezit, of ook al ontving zij, het gymnasium elders vestigende, eene som van / 20, 000 voor stichtingskosten, dan zou zij toch jaarlijks noff een inkomen moeten hebben van 720, 900, onT het gymnasium in voldoenden staat te onderhouden en aan de overgenomen verplichtingen te beantwoorden. Rekent men nu het getal leerlingen op gemiddeld 60 en verhoogt men het leergeld van / 80 op ƒ 100, dan staat tegen die uitgave slechts eene zekere inkomst van ƒ6000 over. Het is natuurlijk mogelijk, dat het getal leerlingen grooter zal zijn, maar ook al steeg het tot 100, dan zouden de inkomsten uit het trymnasium toch nog niet meer dan / 10, 000 bedraden; en jaarlijks moest er dan toch nog een 'som van / 10, 900 bij. Veel veiliger is het echter om het zekere voor het onzekere te nemen en op niet meer dan 60 leerlingen te rekenen; dan is er jaarlijks voor de vereeniging nog noodig eene som van ongeveer ƒ 15, 000.

Het is niet waarschijnlijk, dat er spoedig eene vereeniging zal gevonden worden, die dezen last op zich neemt. De voor eenigen tijd te Rotterdam gestichte vereeniging zou het misschien, indien zij de zaak krachtig aanvatte, binnen eenige jaren zoover kunnen brengen. En in het volkrijke en welvarende deel van Zuidholland, waarin Rotterdam gelegen is, zou waarschijnlijk op een grooter getal leerlingen dan zestig gerekend mogen worden. Maar zonder twijfel zouden de kerken, om de overdracht van het gymnasium mogelijk te maken, toch nog eenige jaren achtereen zich verbinden moeten tot het uitkeeren van eene vrij aanzienlijke subfidie. De verplaatsing van het gymnasium naar Rotterdam zou echter tengevolge hebben, dat het gebouw in Kampen verkocht moest worden tegen eene veel mindere som dan die het gekost heeft, en dat de Noordelijke provinciën weer van een gymnasium werden verstoken. Met het oog op het Noorden ware het gewenscht, het gymnasium in Kampen te houden. Maar eene nieuwe vereeniging in het Noorden op te richten, heeft ook zijn bezwaar. Onmogelijk is dit niet: en indien het geschil over de opleiding tot den dienst des Woords in der minne kon beëindigd worden, zou dit misschien ook kans van slagen hebben. De offervaardigheid zou er in niet geringe mate door toenemen. En als de kerken, behalve het kosteloos afstaan van het gebouw, zich in de eerste jaren verbanden tot eene aanzienlijke en dan allengs dalende subsidie, zou het niet onwaarschijnlijk zijn, dat de kerken allengs en op den duur van de zorg voor gymnasiale opleiding werden ontslagen. Maar ook al ging dit niet, dan zou het instandhouden van het gymnasium voor de kerken wel bezwaarlijk maar niet ondragelijk zijn.

Nu laten we ons voorshands over de beginselen waarvan deze voorslag uitgaat, over de voorwaarden die gesteld werden, en over de financieele gevolgen, waartoe het plaa leiden zou, nog niet uit.

Alleen wijzen we er op, dat Dr. Bavinck ook spreekt van een overnemen door een bestaande Vereeniging.

En hoe dan de vraag te weren, of waar drie Gymnasia op dit oogenblik iets te ver schijnt te gaan, de oplossing niet allicht zoo ware te vinden, dat Zetten het Katnpensch Gymnasium overnam.

We weten wel, dat dit overnemen feitelijk alleen in het overnemen van het docentencollege zou bestaan, en dat men over de leerlingen geen zeggenschap heeft; alsook dat Zetten een kost-Gymnasium is. Maar kon desnoods Zetten niet naar Kampen trekken, vooral zoo op den duur blijkt, dat voor velen het betalen van het wel niet hooge, maar toch altoos bezwaarlijke kostgeld, te drukkend blijft.

Te dezen opzichte verkoopen we intusschen geen wijsheid.

We wezen er alleen op, dat Zetten met ƒ 5000 opeens niet uit de klem is. Voorts dat in Dr. Bavinck's voorstellen ook op de ineensmelting van het Kamper Gymnasium met een bestaand Gymnasium wordt gedoeld.

En eindelijk dat hierin misschien de mogelijkheid kon liggen, om waar twee Gymnasia in het midden van het land voortaan te veel bleken, van twee er één te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Zetten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's