Recensie.

Kuhckhetd. Voordracht voor jonge mannen, gehuwden^ ouders, voogden en onderwijzers door Prof. i)r. Sylvesler Grakam, Naar de zesde Üuilscke uit­gaaf voor Neder/and, bewerkt door J. B. '1'. Hugen-.oliz, predikant te Axel.

Een boekske, dat de narnelooze ellen­de beschrijft, die de onkuischheid door voortwoekerende geslachtszonden, zoo­wel vóór als in en buiten „den heiligen huwelijken staat" over het menschelijk geslacht brengt, en vervolgens de mid­delen, de methode en de leefwijze aan-geett, waarlangs onder Gods zegen deze vewoestende zonden voorkomen of in hare vreeselijke gevolgen gekeerd of al­thans besnoeid kunnen worden. Een boekske, dat de narnelooze ellen­de beschrijft, die de onkuischheid door voortwoekerende geslachtszonden, zoo­wel vóór als in en buiten „den heiligen huwelijken staat" over het menschelijk geslacht brengt, en vervolgens de mid­delen, de methode en de leefwijze aan-geett, waarlangs onder Gods zegen deze vewoestende zonden voorkomen of in hare vreeselijke gevolgen gekeerd of al­thans besnoeid kunnen worden.

Over de juistheid van velerlei pnysio-logische gegevens en beweringen, in dit geschrift voorkomend, kan ik als leek niet oordeelen, maar in eene voorrede bij' de Duitsche uitgave wordt gezegd, dat de schrijver, Prof. Graham in Amerika, „ontegenzeggelijk de grootste Physioloog onzer eeuw is".

Wel kan ik dit ais mijn gevoelen uit­spreken, dat hier een allergewichtigst onderwerp, van bizonder kieschen aard, op zeer itutsche wijze wordt behan­deld, en dat de schrijver blijkbaar geen ander doel beoogd heeft, dan zich van ééne der gewichtigste verplichtingen tegenover de maatschappij te kwijtenen aan het jongere geslacht zijner mede-menschen een der meest onschatbare diensten te bewijzen. In betrekking tot onze jongens en meisjes bestaat er, wat deze dingen aangaat, nog altoos tweeër­lei richting. De één wil ze voor hen verborgen houden; de ander is voor hun bekend­making. Ik zou mij met den schrijver dezer brochure onder de laatsten scha­ren, mits op conditie, dat een boek als dit gelesen worde alleen door ouders, voogden en onderwijzers, en dat dan door hen en andere personen, wien de opvoeding der jeugd waarlijk mag wor­den toebetrouwd, mondelinge onderrich­ting aan de jeugd worde gegeven, met inachtneming van leeftijd, oordeel en andere omstandigheden.

De heer Hugenhoitz deed met de vertaling van dit boekske in het Neder-laudsch een goed werk. Uitgever is A. van Klaveren te Amsterdam.

De Jongeli'ngsvereeniging en de Kerk. door P. Hiesterveld, Hoogleeraar aan de Theol. School te Kampen. Uitgever: J. H. Kok ie Kampen.

Zoo iemand, dan beseft Prof. Biester-veld de groote betcekenis van onzeJon-gelingsvereenigingen, en hij heeft daarbij voor haar een warm hart. Dat blijkt ook nu weer uit deze lijvige brochure van zijn hand, die van wege den Bond van Jongel, Vrereenigingen op Geref. grondslag werd uitgegeven.

Doel er van is, het verband aan te geven tusschen de Jongel. Vereen, en

de Kerk, bepaaldelijk wat betreft het toezicht der kerk over de Vereenigingen.

Prof. Biesterveld heeft deze studie breed opgezet. Eerst geeft hij een overzicht van de geschiedenis der Jongelingsvereeniging. Daarna bespreekt hij de beginselen, die in dit vraagstuk tot een gezonde praktijk moeten leiden, gelijk die eenerzijds liggen in het wezen en de taak der Jongel. Vereen., en dat wel én naar de idee van het wereld-comité, én naar onze Bondsidee. In de laatste paragraaf wordt dan aangegeven, wat nu uit deze beginselen voor de praktische oplossing van dit vraagstuk volgt. En dat wordt aldus saamgevat: i. Naar de geref. beginselen heeft de Jongel. Vereen, de Kerk te eeren; haar toezicht te erkennen, zich niet te vermeten haar arbeid te doen. 2. Het toezicht der kerk heeft alleen te gaan over het confessioneel karakter van de vereeniging, en het handhaven daarvan in haar leven. 3. De kerk oefene dit toezicht getrouw en ernstig; het best door daartoe aangewezen Deputaten, en erkenne als hare roeping op dit terrein, de belangen van de Jongel. Vereenigingen harer Confessie te bevorderen in den Dienst des Woords, in den Dienst der gebeden en in het huisbezoek.

Reeds sprak het Gereformeerd Jongeliiigsblad zijne dankbare waardeering uit voor dezen arbeid des iioogleeraars. Dat kan ook niet anders. Wat hier en daar in onze Geref. Jongel. Vereenigingen gevoeld werd, of ook reeds meer of minder juist werd uitgeproken en gepraktiseerd, wordt hier onder klare bewoordingen gebracht en daarbij historisch en {principieel nader geadstrueerd. En de zaak zelve is van geen gering gewicht. Als nu èn de kerken èn onze Jongel. Vereenigingen bij deze studie ook het doen voegen, zal Prof Biestervelds arbeid zeker rijke vruchten afwerpen.

Jacques Ie Fevre d'Etaples, voorganger van Calvijn. Een studit. door C. van Proosdij, V.D.M, te Amsterdam. Met Portret. Leiden D. Donner.

Ds. C. van Proosdij, o. a. om zijn werk over Theodorus Beza geen onbekende op kerkhistorisch gebied, teekent in deze studie het leven en den theologischen arbeid van Ie Fevre, in zijn tijd meest bekend onder den naam van Jacobus Faber Stapulenzis.

Hij was de man, die, ondanks zijn blijven in de roomsche kerk, om zijne geschriften zeer zeker bovenaan staat onder hen, die de reformatie in Frankrijk in de lóe eeuw hebben voorbereid.

Na de Inleiding beschrijft Ds. van Proosdij in Hoofdst. I zijne levensgeschiedenis; in Hoofdst. II zijn reformatorischen arbeid, waarbij op den voorgrond treden Ie Fevre's Commentaren op het N. Testament; zijne homilien op 52-pericopen uit het N.Testament en zijne vertaling van het O. en N. Testament naar de Vulgata. Hoofdst. III schetst de beteekenis van Ie Fevre voor de Hervorming.

Tot rechte waardeering van wat God in dezen wegbereider der reformatie in Frankrijk geschonken heeft, zal deze studie, die naar de beste en nieuwste bronnen bewerkt is, zeer bevorderlijk zijn.

De schrijver doet er zijn held eere mede aan en verdient onzen warmen dank.

Haar Idealen, door Johanna Breevoort, ie Amsterdam bij den Uitgever W. Kirchner.

M. i. in onderscheidene opzichten een keurig boek. Het uiterlijk schoon; papier en druk zijn uitstekend. De stijl is boeiend. Het verhaal is levendig, en de éénheid van handeling blijft goed gehandhaafd.

Hoofdpersoon is eene vrouw van ongemeene geestesgaven ; dochter eener godvreezende moeder. Verkeerend in dienstbaren stand komt zij onder den verleidenden invloed van „het Feminisme", waarvan zij aanhangster en propagandiste wordt. Straks echter wordt zij van dien doolweg teruggebracht en leert zij inzien eenerzijds, dat de ongeloovige emancipatieleer. leidt tot vervalsching der religie; dat zij de vrouw niet opheft, maar verlaagt, het huwelijk onteert; het huisgezin verwoest, de opvoeding der kinderen verwaarloost; de liefde doodt en op elk terrein van het menschelijk leven niet anders dan verderfelijk werkt; en andererzijds, dat ook voor de vrouwenkwestie alleen heil te wachten is uit de rechte kennis en praktijk van de beginselen uit het Woord van God.

Zeker heeft ook dit boek zijn feilen.

O. a. had m. i. Willem Klein, die als student zedelijk niet heel hoog stond zoo maar niet zonder meer als zulk een vurig pleiter voor edele beginselen geteekend mogen worden.

De uiteenzetting der christelijke beginselen omtrent het Feminisme door onze voormannen gegeven, had meer verwerkt moeten worden. En de vermelding van „den Nederlandsche Christelijken Vrouwenbond" had m. i. achterwege moeten blijven.

Toch zijn wij der schrijfster veel dank verschuldigd. Als tegenwicht tegen menig verderfelijk geschrift en tot bestrijding der heillooze emancipatieleer zal het goede diensten bewijzen. Worde het dan straks door nog rijpere vruchten gevolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen