GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eeredienst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eeredienst.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXI.

De voorlezing of praelectuur van de Heilige Schrift neemt in de écne kerk een gansch andere plaats in dai\ in de andere, en zelfs verschilt het gebruik in dezelfde kerk naar verschil van tijden.

Dit verschil hangt samen met het doel, dat men zich bij deze voorlezing voor oogen stelt. Dit doel kan óf zijn de gemeente met den inhoud der Schrift bekend te maken. Of om, overmits bekendheid met de Schrift bij de gemeente mag ondersteld worden, stichtend het Woord te laten uitgaan, gelijk dit bij onze huislijke godsdienstoefeningen geschiedt. Of wel het kan strekken om den te behandelen tekst door het voorlezen van wat voorafgaat of volgt, in zijn verband te doen uitkomen. Of eindelijk, er kan mede bedoeld worden den leegen tijd, die bij elk samenkomen aan de openingder vergadering voorafgaat^ zoo te vullen, dat de aandacht zich niet verstrooie.

Is het doel, de gemeente met den inhoud der Schrift bekend te maken, dan kan men óf, op de rij af, alle kapittels laten voorlezen, óf wel uit den grooten voorraad die kapittels uitkiezen, die van bijzonder belang zijn, en dezulke in geregelde volgorde laten voorlezen.

Is daarentegen het doel, om Gods Woord als deel van den dienst stichtend te laten uitgaan, dan is het 't meest indrukwekkend, indien, zonder te veel herhaling van hetzelfde, zoodanige stukken uit Oud en Nieuw Testament worden uitgekozen, die meer een tocsprekeid, opwekkend en vermanend karakter dragen.

Zal omgekeerd de voorlezing der Schrift strekken, om den straks te behandelen tekst in zijn verband toe te lichten, dan ligt het voor de hand, dat men óf het hoofdstuk zelf laat lezen waarin die tekst voorkomt, èf wei een ander stuk uit de Heilige Schrift, waarin soortgelijke openbaring wordt gegeven.

Of eindelijk, wordt niet anders bedoeld, dan de gemeente vóór het aangaan der godsdienstoefening tegen verstrooiing van gedachten te wapenen, dan zal het aanbeveling verdienen, zulke stukken liefst van geschiedkundigen aard te nemen, die op het eerste hooren boeien en gemakkelijk te volgen zijn.

Aldus komt duidelijk genoeg uit, hoezeer deze voorlezing der Heilige Schrift tot uiteenloopende usantie kon leiden, en hoe toch in dit verschil van usantie metterdaad verschil van gedachte, doel en strekking schuilt.

Nu is het eerste gebruik van deze voorlezing, waarbij hoofddoel zijn zal de gemeente met de Schrift bekend te maken, uiteraard afhankelijk van de vraag, of de gemeente de Heilige Schrift kent, al dan niet. En dan bestaat er een zeer aanmerkelijk verschil tusschen een vergadering der geloovigen vóór het uitvinden van de boekdrukkunst en nu; en evenzoo een zeer aanmerkelijk verschil tusschen een kerk, dre gelijk de Gereformeerde, aan al haar leden de Heilige Schrift in handen geeft, ja, het lezen van de Schrift tot huislijke gewoonte heeft gemaakt, en tusschen de Roomsche kerk, die acht dat de lezing van de Heilige Schrift niet aan eiken leek kan worden toevertrouwd. De argumenten die voor en tegen het huislijk gebruik der Heilige Schrift gelden, laten we hierbij in dit verband rusten. We constateeren alleen, dat dit verschil tusschen kerk en kerk bestaat.

En evenzoo bestaat er bij Gereformeerden zelve verschil tusschen de kerken in haar eerste opkomen, en diezelfde kerken nu. Al was toch reeds vóór de Reformatie de boekdrukkunst uitgevonden, het leek er niets naar, dat in die dagen reeds ieder een eigen Bijbel bezat, en evenzeer verstond aanvankelijk lang niet ieder de kunst van lezen.-Meer dan eens spraken de lieden van die dagen het dan ook uit, dat ze daarom op de voorlezing van de Heilige Schrift, en dan in geregelde orde, zulk een prijs stelden, overmits dit een der aangewezen middelen was, om de gemeente in al haar rangen en standen met de Heilige Schrift bekend te doen worden.

Thans daarentegen, nu in de Gereformeerde kerken niet alleen ieder huis zijn eigen Bijbel heeft, maar in goede gezinnen zelfs elk persoon er een eigen Bijbel op nahoudt; thans, nu de Heilige Schrift in allerlei formaten en uitgaven, en tot ongelooflijk lagen prijs, verkrijgbaar is; thans, nu in Gereformeerde gezinnen de Pleilige Schrift dagelijks meermalen wordt opengeslagen; en elk kind van der jeugd af bij de Heilige Schrift is opgevoed, — nu zou htt in onze kerken althans geen zin hebben, om te zeg­ en: De gemeente kent de Heilige Schrift iet; dus moet die Schrift haar in de kerk orden voorgelezen, opdat ze met haar inoud bekend worde. Het geval is onder ons auwlijks denkbaar, dat iemand, deze voorezing in de kerk aanhoorende, voor het erst kennis zou maken, met een deel der chrift, dat hij nog nooit las; en zulks te inder, daar het als regel onder ons geldt, m uitsluitend meer bekende hoofdstukken e laten voorlezen.

En evenmin mag het in de laatste plaats g enoemde doel ons leiden, om namelijk, k óór den dienst, terwijl er nog niets ge­ g chiedt, door lezing van een stuk uit de chrift, de gemeente tegen verstrooiing van haar aandacht te vrijwaren.

We zouden zeggen, reeds op zich zelf is de Heilige Schrift daar te heilig voor. Zulk een voorlezing zou zijn de Heilige Schrift verlagen. En bovendien, baten zou het toch niet. Immers bij zoo volle beurten dat reeds een uur vooraf enkelen op hun stoel of in hun bank plaats nemen, is het toch onmogelijk al dien tijd te lezen. Feitelijk had dat lezen toch alleen het laatste kwartier plaats. En dan nog kan veilig gezegd, dat geen veertig percent de lezing volgde. Wie zelf geen Bijbel voor zich had, kon dit op het hooren vaak niet doen, omdat er niet met genoegzaam duidelijke stem werd gelezen, en ook waar men op het gehoor volgen kon, zijn allerlei zinsneden in de Profeten en in de Brieven vaak zoo ingewikkeld en over meerdere verzen loopende, dat een gewoon verstand, zonder den Bijbel voor zich te hebben, ze niet begrijpen kan.

Al is het dan ook dat de usantie, om de voorlezing vóór den Dienst te doen plaats hebben, jarenlang onder ons geijkt was, toch moet het dankbaar als een teeken van betere dingen worden tpegejuicht, dat met deze gewoonte, op het voorbeeld der broeders van 1834, gebroken is, en dat men de lezing der Heilige Schrift nu althans binnen den Dienst heeft getrokken.

Zoo ooit en ergens, dan moet in de vergadering der geloovigen vooral de Heilige Schrift als liet Woord van God blijven weerklinken, en met het Woord van den Koning mag men in de heilige vergaderingen van zijn volk niet slordig omgaan.

Blijft derhalve slechts tweeërlei mogelijkheid, in dien zin dat een Voorlezing van de Heilige Schrift óf strekken moet om den te behandelen tekst toe te lichten, óf wel dienst doet als zelfstandig stichtend deel van den Eeredienst.

Aan het laatste zijn we ontwend; het eerste is onder ons zoo goed als regel geworden. En zeker pleit hier veel voor. Er blijft zoodoende tusschen de praelectuur en de predicatie van het Woord verband bestaan. Men is weer aan den gedachtengang van de Openbaring waarin de gekozen tekst voorkomt, herinnerd. De gedachte blijft zoodoende geconcentreerd. En wat ook meetelt, het geheel willekeurige van de keuze van wat voor zal gelezen worden, is afgesneden. Er bestaat voor die keuze zeker leidend motief.

En toch ontbreken evenmin de bedenkingen tegen deze usantie.

Kende men vooraf den tekst, dan ja, zou het mogelijk wezen, om vooraf zijn Bijbel open te slaan, en het verband na te gaan waarin die tekst voorkomt. Dit is intusschen niet dan hoogst zelden het geval. Op Kerstdag, op Paschen of dergelijke, dan ja, kan men althans met eenige zekerheid verwachten, wat stoffe staat behandeld te worden, en in de lijdensweek geeft men de te behandelen teksten dan ook soms op. Ook bij de Catechismu.sprediking is men vooraf op de hoogte. Maar in de dusgenaamde vrije beurten weet men er vooraf niets van, en is zelfs het streven aan sommige predikers niet vreemd, om tot na hun inleiding hun tekst geheim te houden, en zoo de gemeente te verrassen. Ons staat dit niet aan. Het is ons niet rustig, niet eenvoudig, niet waardig genoeg. Het hoort meer bij het mottoprediken, dan bij het 6V^rzy^prediken. Maar dit neemt het feit niet weg, dat het geschiedt.

Kent men nu den tekst vooraf niet, dan is het lang niet altijd mogelijk aan de voorafgaande lezing van het kapittel iets voor het verband te hebben. Laat straks als tekst worden afgelezen: „Die ook voor ons bidt", en met het oog daarop voor de lezing Rom. 8 worden gekozen, — zeg zelf, hoevelen zullen er dan zijn, die na Rom. 8 te hebben aangehoord, uit het verband zullen hebben opgemerkt, dat bidden en verdoemen hier tegenover elkander staan, en dat het feit, dat Jezus voor ons bidt, ons ten waarborg is, dat diezelfde mond die voor oiis bidt, ons niet kan verdoemen.

Hier komt bij, dat lang niet elk kapittel den tekst in een bepaald kader zet. In de Spreuken, bij Job, in de Klaagliederen, zelfs in veel Psalmen, is de opeenvolging van gedachten zoo weinig uitgedrukt, dat alleen dieper geestelijk inzicht verband en samenhang aan het licht brengt. En wat geeft het dan, of men al heel het kapittel vooraf voorleest! Zelfs van veel hoofdstukken in het Evangelie geldt dit. Wat geeft voor het „gedoopt worden met Jezus doop" in Matth. 20 : 23, de voorafgaande gelijkenis van de arbeiders of aan het eind de genezing der twee blinden?

Het verband licht de tekst in de meeste gevallen slechts dan op afdoende wijze toe, zoo men opzettelijk den inhoud ontleedt, de overgangswoorden opmerkt, en Iet op de tegenstellingen. En wie ter wereld zal nu zeggen, dat de gemeente, over het gemeen genomen, daartoe bij vluchtig aanhooren in staat is?

Dat is niemand.

Wil men een stuk breede geschiedenis behandelen, en toch van die geschiedenis de aandacht samentrekken op één bepaalden trek in. die geschiedenis, ddn voorzeker is het doeltreffend, ter bevordering der kennisse van den samenhang van het verhaal, eel het kapittel in de gemeente te doen lezen. ie niet een motto-preek, maar een wezenijke predikatie over 2 Kron. 18 : 32 zal everen („Toen spande een man den boog in ijn eenvoudigheid en schoot den koning an Israël tusschen de gespen en tusschen et pantsier") bevordert het verstaanbare an zijn predicatie en mijdt onnoodige heraling, zoo voorafheeldithoofdstuk voor de emeente is gebracht.

Maar, natuurlijk, wat slechts in enkele evallen doeltreffend en op zijn plaats is, an niet den eigenlijken regel voor het ebruik van de Heilige Schrift in de vergadering der geloovigen aangeven.

Wel kon men omgekeerd zeggen: „Laat den prediker zijn tekst kiezen uit het stuk der Schrift dat in den dienst op den voorgrond treedt; " dan hebt ge het hier bedoelde verband vanzelf. Maar als regel te stellen: „Het kapittel, waaruit later de tekst zal worden aangekondigd, moet opzettelijk in de vergadering worden gelezen", laat zich niet met goede redenen verdedigen.

Zal de voorlezing, gelijk ieder onzer wil, steeds plaats hebben, en in eiken dienst voorkomen, dan moet hier een doel en maatstaf gelden, waarvan men voelt dat ze steeds en in eiken dienst gelden, en komt men niet uit, met een regel te kiezen, die in minstens de helft van de gevallen niet opgaat.

Onze conclusie kan dan oolc geen andere zijn, dan dat de praelectuur der Heilige Schrift, in onderscheiding van de predicatie van het Woord, alleen dan haar vaste plaats in de vergadering der geloovigen kan innemen, indien ze daarin voorkomt als een zelfstandig deel van den dienst, en als zoodanig geregeld en beschouwd wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Eeredienst.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's