GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Een gebod van den Keizer Augustus.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een gebod van den Keizer Augustus.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de geheele wereld beschreven zoude worden Luc. 2: I.

Op ons Kerstfeest spreekt zoo doorzichtig, zoo klaar, en tegelijk zoo aangrijpend, de Majesteit onzes Gods zijn bestel en bestuur van alle ding en allen tijd in hemel en op aarde.

De landlieden die Bethlehem's poort in en uitgingen, waren Maria en Jozef voorbij geloopen; twee vreemdelingen in die stad, zooals ei op dat oogenblik zoovelen waren. Toen de waard, die in de deur van zijn herberg stond, ze zag aankomen, verwees hij Jozef en Maria naar den stalknecht. Het huis was vol, geen hoekje of plekje was meer vrij. Ze moesten maar zien, of ze het met den stalknecht konden vinden. En die stalknecht, die al evenmin aan iets bijzonders dacht, zal wel gemerkt hebben dat ze, zoo al geen arme, dan toch soberlij k kleine lieden waren, en hun daarom, zonder veel drukte te maken, een hoek in den stal hebben aangewezen, waar een kribbe stond, en hun hoogstens wat stroo en wat water hebben gebracht.

En toch was dat binnentrekken van die vrouw en dien man niet minder dan een vervolgstuk op wat veertig eeuwen vroeger in het Paradijs was voorgevallen. Daar had God de Heere gesproken van een „zaad der vrouw", en zie, Maria, straks de Moedermaagd of wilt ge de Maagd-Moeder, was de vrouw die dit beloofde zaad droeg.

In de eeuwen, die daarna waren gekomen, was telkens op dat „zaad der vrouw" teruggekomen. Priesters en koningen hadden het beeld van dien komenden Redder gedragen. In heilig symbool was zijn komende worsteling tegen zonde en dood getoond. Heel een volk was tot aanzijn geroepen, afgezonderd en geheiligd om die kleine, aparte wereld te scheppen, waarin Messias verschijnen zou. Visioen en profene had zijn luister en zijn lijden vooruit geteekend. Psalmisten hadden in hun zangen vooruit zijn nadering gevoeld. In beelden en spreuken dei wijsheid was als in heilig mozaïek zijn levenswoord neergeschreven. En dat alles, die typen, die beelden, die symbolen, die profetieën, die schaduwen, die zangen, die spreuken, ze trokken zich uil een historie van veertig eeuwen, verwerkelijkt, saam in het Kindeke, dat die nauw opgemerkte vrouw van dien man, zooals waard en stalknecht dachten, zoo goddelijk als aan biddelijk baarde.

De starren aan het firmament hadden zich al die eeuwen door langs hun wondere banen voortbewogen, elkander gekruist, en in hun ommegangen de prachtigste constellatien aan de transen doen glinsteren; en zie, als Maria de poort van dien stal binnengaat, ontwaren de starrewichelaars van het Oosten, onverwachts en ongedacht, een starverschijnsel van zeldzamen luister aan den hemel, de star van Jezus, die hen door zijn schijnsel heenwees naar Bethlehem.

De engelen in hun zalige koren, die geweend hadden bij het ondergaan van Gods schoone schepping in een aarde die den vloek droeg, en beluisterd hadden den raad des Heeren van een redding die komen zou, breken plotseling door het gordijn van onzen dampkring heen, en verschijnen in hun zalige, ontelbare reien, om, met Bethlehem als middenpunt, op hemelschen toon lof te zingen voor dat Kindeke dat geboren werd

En waar aldus de eeuwen in hun loop, en de starren op hun banen, en de engelen in hun heilige koren door één allesbeheerschend Godsbestel, zich in en om dat ééne middenpunt van Bethlehem saamtrekken, is ook de historie van het wereldrijk in die dagen instrument in Gods hand, om dat Kindeke in Bethlehem te doen geboren worden.

Tot onze kleinen toe weten er, als ze hun Kerstevangehe opzeggen, zonder dat ze het verstaan, van te verhalen.

Of vangt dat Kerst-Evangelie niet sinds achtien eeuwen aan met het vers, zoo vol van zin en van treffend saamvallen: dat het „geschiedde in die dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus, " en dat het dit gebod was, dat Maria, met het Kindeke dat ze droeg, naar Bethlehem deed opgaan?

We leven nu weer in den. opkomenden strijd der wereldrijken.

Lange eeuwen had dit woeden' van de werreldrijken gerust. Maar nu komt ze weer op, die razernij om heel de wereld te beheerschen, Drie machten tegelijk dingen er naar: Groot Brittanje, door de macht der wateren, Rusland door zijn onmetelijk rijksgebied, Duitschland door zijn wilskracht en intelligentie.

Eén enkel werelddeel, Europa, is te klein. Naar wereldheerschappij strekt zich de begeerte der machtigen uit. De droom van een Alexan der, na de uiteenspatting van zijn wereldrijk, door de Keizers van Rome verwezenlijkt.

Rome’s keizer was wereldbedwinger. Zonder evenknie, hij alleen. Over drie werelddeelen tegelijk, over Europa, over Azië, over Afrika zijn netten spannend.

Dies gevoelde hij zich als een God, en liet, als ware hij een Goddelijk wezen, zich door de volkeren en natiën aanbidden.

Zijn historie was toen de wereldKx'iX.ont, z macht de wereldmacht, zijn wil de wil die heel de bekende wereld beheerschte.

Wat was, bij zijn onmetelijk rijk vergeleken, dat kleine kustland van Palestina; wat bij zijn keizerlijk Rome vergeleken het nietige vlek van Bethlehem; wat bij de trotsche weelde der vrouwen aan zijn hof vergeleken, die vergeten Maria ?

En toch, niet hij, maar God heerschte.

En die almachtige God gebruikte 's Keizers raadslieden, die hem aanzett'en tot een telling van zijn rijk over te gaan, om die vergeten maagd uit Nazareth naar Bethlehem te doen optrekken.

En alzoo is wat Micha voor eeuwen verkondigd had, door dien machtigen heerscher van het wereldrijk in vervulling gegaan, en alzoo is, door zijn gebod, de Christus in Bethlehem Juda geboren.

En zoo was der eeuwen loop, waren de starren op hun banen, waren de engelen in hun zalige reien, en was evenzoo de machtigste aller heerschers, met zijn hof en zijn raad en zijn onmetelijke macht, altegader in Gods heilige hand als het instrument, waarover zijn vrijmacht beschikte, om toen zijn ure gekomen was, een schijnbaar nietig tafereel te scheppen, maar een tafereel in Bethlehem, dat welhaast het aanschijn der gansche wereld, tot onkenbaar wordens toe veranderen zou, en dat nóg den gang van de historie in heel ons wereldleven beheerscht.

Wat groot en wat klein scheen, wisselden hier hun rollen. Wat is groot, dat niet inzinkt, als God er in blaast; wat is klein dat niet machtig in uitkomst blijkt, als het God belieft het te bezielen ?

Die eeuwen die achter Bethlehem lagen, zijn vergeten; die starren wentelen zich weer langs hun oude banen; die engelenreien hebben zich vveêr teruggetrokken; die luister van Rome's God-gewaanden Keizer is uitgedoofd; — maar van Bethlehem en zijn kribbe blijft heel een wereld nog na twintig eeuwen zingen; die Maria begroet nog een ieder met het Engelenwoord als de „gezegende onder de vrouwen", en voor dat Kindeke buigt zich in aanbidding neder, al wie door dit Kindeke werd gered.

Zoo wordt het hier alles nietig en klein, en blijft God, Die het al bestiert, alleen groot.

Alle afmetingen, gelijk ons oog ze meet, vallen weg, om er de goddelijke evenredigheden voor in de plaats te stellen.

Hier geldt een andere maatstaf, hier werkt een andere drijfveer, hier verwart zich al wat wij in menschelijke schets hadden gebracht.

God is zoo heel anders, en God doet zoo heel anders, Hemelsche werkelijkheid dringt in onze aardsche werkelijkheid en schuift ze in Goddelijke majesteit op zijde.

Ook Keizer Augustus is niets dan een knecht des Heeren, en dat Kindeke is zijn eigen lieve Zoon.

En dit nu ontspant ons, zoo dikwijls dei dingen loop ons benauwt en beklemt.

Want neen, het gaat niet, gelijk wij het bestellen zouden, zoo aan ons het bestel stond „De verborgenheid der ongerechtigheid" werkt nog altoos door. Voor Job draagt men nog altoos den aschhoop naar buiten, en de heden der wereld kennen geen banden tot hun dood toe. Schijnt Mammon niet telkens machtiger dan God te zijn? Slaat de overmacht niet ge durig het recht ter neer? Woelt niet de wereld ook nu weer, alsof niet het Koninkrijk der hemelen, maar het Koninkrijk dezer wereld nabij was gekomen? Ja, schrikken de natiën en de volkeren niet op in toorn, en in angst, zoo stuitend en zoo ergerlijk als de boosheid haar triomfen viert?

En dit hoorende, dit aanziende, zou ten leste ook Gods kind in angst vertsagen, als het niet wist, dat dit juist het doen van zijn God is: In schijn alles tegen zich te laten triomfeeren, om dan, als de ongerechtigheid zich op het hoogst verheft, plotseling het voor alle wereld te betoonen, dat zelfs Satan bij dit alles niets dan zijn instrument was, en dat Hij slechts zijn ure afwacht, om dan, maar niet eer, doch dan ook zekerlijk, in Goddelijke natuurlijkheid zijn laad te doen uitkomen, door te zetten en in volle afmeting te verwezenlijken.

En daarom is ons Kerstlied de zang der vrijheid van de kinderen Gods.

Staande bij die Kribbe is er niets meer dat hen spant of benauwen kan. Want wat God toen was, is Hij nog. Jehova, Ik zal zijn, die ik zijn zal. Toen in die dagen alles weg scheen te zijn, en Israël geen volk meer was, en Davids huis geen prinsen meer had, en de profetie was verstomd, en het geweld der heidenen de wereld bedwong, toen bleek, hoe feitelijk niets weg was, maar God het alles stuurde en beheerschte en richtte op zijn volzalige einduitkomst.

En zoo zal het ook nu zijn.

Want Jezus die in Bethlehem kwam, komt weder op de wolken.

En ook dan zal het eens blijken, hoe God ook nu heel de historie der wereld alleen op die tweede komst van Jezus aanstuurt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's

„Een gebod van den Keizer Augustus.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's