GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds nu is Ds. Eringa in zijn elfde artikel aan zijn plan tot reorganisatie en reformatie toegekomen.

Billijkheid eischt, dat we het in zijn geheel aan onze lezers voorleggen:

In onze Ned. Herv. Kerk moeten wij m. i. meer terug hebben den presbyterialen kerkvorm waarbij de vroegere Class, vergaderingen weer gehouden worden, de Prov. Synoden en om de drie jaren een Nationale Synode. Reeds heb ik in een der vorige artikelen er op gewezen, hoe mannen van naam herhaaldelijk hierop hebben aangedrongen, ten minste wat de Class, vergaderingen betreft. Onze tegenwoordige Class, vergaderingen zijn niet, wat ze moeten wezen, en kunnen dus ook nie doen, wat tot hare werkzaamheden feitelijk be hoort. Of dan onze tegenwoordige Besturen geheel moeten wijken of als administratieve colleges zouden kunnen blijven bestaan, is m. i. een zaak, die nader overwogen en geregeld kon worden. Voor de te houden Class, vergaderingen en Prov. Synoden, als ook voor de Nationale Synoden moest dan telkens een Moderamen gekozen worden. Bleven de Besturen als administratieve colleges bestaan, dan zouden deze ook de genomen besluiten van de meerdere vergaderingen ten uitvoer kunnen brengen. Bestonden de Besturen in het geheel niet meer dan zouden natuurlij'< alle dingen ook ten opzichte der uitvoering geregeld moeten worden. Ik stel mij voor, dat men bij een presbyterialen kerkvorm de zaken zou moeten regelen naar de beginselen, die in onze Kerk gehuldigd zijn 'an 1618 1795. Natuurlijk zou men bij terugkeer tot die beginselen, zooveel mogelijk de gebreken moe ten verbeteren, die toen door allerlei invloeden nog waren blijven bestaan. Waar de Kerk thans niet meer onder voogdij van den Staat gehouden wordt, zouden zulke verbeteringen door de Kerk zelf dus kunnen aangebracht worden. Een Kerkorde is in elk geval heel iets anders, dan een Belijdenis en dus kan men ten opzichte van eerstgenoemde ook vrijgevige^ te werk gaan. Daarom herhaal ik nogmaals het woord van Dr. Vos: »Wij hebben de grootste behoefte aan de herstelling der kerkelijke vergaderingen, zooals zij raar het oorspron keiijk ideaal wezen moeten. Mij dunkt dat dit, langs den weg der reDrgamsatie door de bestaande organisatie te verkrijgen, een der eerste vereischten is tot kerkherstel." In de beide brochures van Dr. Vos en van Dr. Hoedemaker wordt dan ook met ernst aangedrongen op zoodanig kerkherstel, d. w. z. zulk een wijziging van toestanden, waarbij juist het Belijdend karakter der Kerk kan gehandhaafd blijven, waarbij de Kerk niet in een reglementaire vereeniging wordt opgelost, maar waarbij men toch zou komen tot eén tijdelijke gamenleving, zonder den elkander vernietigenden partijstrijd voort te zetten. M. i. is er van beide geschriften te weinig notitie genomen, daar ze toch ook dit vóór hadden boven de, door mij reeds genoemde partij voorstellen, dat men ze kon bespreken en overwegen als van te voren publiek bekend ge maakt door uitgave. Welnu, zou men mi tot zulk een gewenschte verbetering van kerkelijke toe standen niet meer kunnen komen ? Deze zaak moet m. i. worden voorbereid. Goed voorbereid, zou het dunkt mij niet onmogelijk zijn, om tot een gewenschte oplossing te komen. Dat die voor bereiding ook nu nog noodig is, behoeft m. i. niet met veel redenen betoogd te worden. De toestand, waarin wij nu op kerkelijk terrein verkeeren, dateert reeds \an 1816, en 't spreekt wel van zelf, dat alles wat uit de organisatie van 1816 is voort gevloeid en wat er meê samenhangt, m geen geval eensklaps kan veranderd worden. Vooreerst is de kerkelijke kwestie daarvoor te ingewikkeld; ten tweede is nog maar slechts een-deel overtuigd van de noodzakelijkheid eener reorganisatie, om daardoor tot reformatie te komen, en ten derde, omdat zonder geleidelijken overgang scheuring, beroering en nog grooter verwarring zou verkregen worden, inplaats van kerkherstel. Maar hoe dan deze voorbereiding ? M. i. geheel langs kerkelijken weg, door middel van de Class. Vergaderingen. Waarom zouden deze dingen niet classikaal kun nen besproken, behandeld en voorbereid worden ? Eenmaal in het jaar wordt er met de bekende doeleinden in iedere Classis een Class, vergadering gehouden. Ik zie echter niet in, waarom men geen buitengewone algemeene Class. Vergadering zou kunneij houden, met het oog op het groote vraag stuk; eene vergadering, waarheen ook predikanten en ouderlingen uit iedere gemeente worden afgevaardigd.

Als van deze vergaderingen uit de begeerte openbaar werd gemaakt naar reorganisatie, als door deze vergaderingen, als uit den boezem der Kerk zelf, adviezen of voorstellen aan de^ Synode werden opgezonden, zou dan kerkherstel tot de onmogelijkheden behooren ? Kon bij Koninklijk Besluit de slapende kerk wel eensklaps onder den tegenwoordigen kerkvorm gebracht worden, enz u het nu onmogelijk zijn, dat de langzamerhand ontwakende Kerk zich geleidelijk weer bevrijde van dien knellenden vorm, om weer zichzelf te worden en een beter passend kleed aan te trekken ? Als bijv. de Class. Vergadering van Amsterdam, in aansluiting aan het vroegere protest, dat niet werd ingetrokken en niet werd weerlegd, of zonder daarop terug te komen, eens het initiatief nam, om een voorstel te doen tot kerkherstel, hetzij door facultatieve kerspelvormit g, hetzij door middel van een «modus vivendi", doch zoo dat het be lijdend karakter der Kerk ongerept blijft en dat op het herkrijgen van den presbyterialen kerk vorm wordt aangewerkt; als dan zoodanig omschreven voorstel aan alle Classes werd gezonden met de noodige toelichtingen vergezeld; als daarna alle Classes op bovengenoemde wijze eens in een buitengewone algemeene vergadering saamkwamen louter voor de behandeling van zulk een voorstel, zou er dan op deze wijze geen mogelijkheid zijn, om eenigsins tot eenstemmigheid te komen ? Als zulk een voorstel dan over 't geheel bij de Class. Vergaderingen met instemming werd ontvangen, zou van deze Class. Vergaderingen uit een verzoek aan de Synode kunnen gericht worden, om een Commissie van deskundige mannen te benoemen teneinde dat voorstel te onderzoeken, te overwegen, en te letten op de uitgebrachte adviezen van de Class. Vergaderingen omtrent het voorstel. Deze Commissie kon dan de Algem. Synode van advies dienen.

Zóó zou het, dunkt mij, niet onmogelijk zijn om door de bestaande organisatie tot reorganisatie, en door reorganisatie tot reformatie d. i. tot kerkher stel te komen. Zoo zou het er toe kunnen komen zonder scheuring en verwarring, zonder overhaasting en zonder alles op losse schroeven te zetten, terwijl de beweging uitging van de gemeenten zelf, vertegenwoordigd op de bedoelde Class. Vergaderingen. En zou dan alles in het reine zijn ? Natuurlijk is niet terstond alles in het reine, wat door vele jaren in een abnormalen toestand is ge komen. Maar zoo zou dan toch een betere toestand bereikt worden ? M. i. zeker een betere toestand dan de tegenwoordige, want op deze wijze zou de Kerk althans weer haar meerdere vergaderingen terug krijgen en zouden allerlei zaken op een nor male kerkelijke wijze althans kunnen behandeld worden. Maar is daarmee dan de zaak gered ? Het spreekt wel van zelfs, dat wij niet alleen ge baat zijn met een beteren en zuiverder kerkvorm. Dat zal niemand willen beweren. Wij hebben meer noodig dan dat, gelijk ik reeds in een der vorige artikelen heb opgemerkt. Maar als het kerkelijke, leven in een goede bedding wordt geleid, zal zeker met Gods hulp en onder de leiding des H. Gees tes het leven der Kerk weer opbloeien. Een eerste vereischte toch voor de Kerk van Christus is deze dat de Kerk ingericht zij naar Gods Woord en overeenkomstig haar eigene belijdenis. Daarop heeft de Kerk recht; daarmee is haar bestaan als Kerk gemoeid; daarmee hangt het leven en de bloei van de Kerk ten nauwste saam. Een Kerk, die in de praktijk niet als belijdende Kerk kan optreden, gaat te gronde. Maar dan zal de ellen Ie niet eerst beginnen als waarlijk in de meerdere vergaderingen ook de belijdeniskwestie aan de orde komt ? M. i. mag deze vraag ons niet beletten, om te ijveren voor reorganisatie, omdat deze reorganisatie voor alle richtingen en partijen beter is, dan de onschriftuurlijke en heillooze partijstrijd, welken wij thans hebben.

Ook Modernen en Evangelischen hebben er be lang bij, dat het tot eene oplossing kome van het kerkelijk vraagstuk, welke dan ook de gevolgen voor deze of gene partij mogen zijn. Daarbij mag het belang der partij niet boven het belang der kerk gesteld worden. De oplossing moet ook van dien aard zijn dat de verschillende partijen in hoofdzaak er vrede mee kunnen hebben, op welke wijze de oplossing dan ook tot stand kome. Zij het daarom maar aller begeerte en aller ernstig streven, om tot dat doel te komen! Als wij in den rechten weg middellijk willen werkzaam zijn, zil God van den Hemel het ons doen gelukken. Maar da rom ook alle wijsheid en kracht en sterkte van dien God verwacht, die ook alle hin derpalen kan wegnemen. Zoo het waarlijk eens mocht komen tot zulk eene ernstige voorbereiding langs den boven beschreven kerkelijken weg, dan moge wel alom in heel de kerk het gebed der ge meente opstijgen tot den troon der genade Gods, om de voorlichting en de leiding des Heiligen Geestes. Maar als dan zóó de oplossing begeerd en gezocht wordt, dan is het ook mogelijk om daartoe te geraken. God geve, dat het er toe kome, opdat de Ned. Herv. Kerk nog eens weer voor heel de natie tot zegen zij en inderdaad blijke te zijn »een pilaar en vastigheid der waarheid”

Van alle kantteekening onthouden we ons ditmaal.

Alleen resumeeren we het lange artikel in deze stellingen:

1. Op de classicale vergaderingen zal men het herstel der Gereformeerde kerkorganisatie ter sprake brengen.

2. Voorstellen tot zulk een reorganisatie zul len bij de Synode worden ingediend.

3. De Synode zal zulke voorstellen ten slotte wel aannemen.

Of dit povere-resultaat voor Ds-Eringa zelf niet de bitterste teleurstelling aan het eind van zijn breede studie was?

We beslissen niet.

Blijft alleen nog de vraag: Hoe in afwachting van dit lange proces uw eigen ambt naar eisch van Gods Woord te bedienen?

Volgt hierop misschien nog het antwoord in een slot artikel?

Zoo ja, dan zou het slot-artikel zeker niet het minst belangrijke zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's