GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HUISWAARTS.

VIII.

Voor onzen Nikolaas begon nu een tijd vol moeite en zorgen. De groote vraag was allereerst, hoe aan de kost te komen in dit vreemde land.

Dat het geen aanbeveling was een Nederlander te zijn, wist Nikolaas zeer goed. De Portugeezen waren destijds de vrachtschippers van heel Europa, en bezaten groote en rijke neder zettingen in Oost en West. Uit Oost Indië haalden zij allerlei voortbrengselen, die dan met groote winst in Europa weiden verkocht. Doch k k c D Portugal was, gelijV we weten, - niet lang geleden door den hertog van Alva, ook hier niet onbekend, voor zijn meester, koning Philips van Spanje, veroverd. Zoodoende waren dus wel beschouwd ook de Portugeezen met ons, die Spanje bevochten, in oorlog geraakt. Daarbij kwam echter, dal ons volk langzaam maar zeker de groote mededinger der Portugeezen op de wereldmarkt werd.

Kooplui zijn in zulke gevallen nooit vriendelijk jegens elkaar. Dat hebben later de oorlogen tusschen onze Republiek en Engeland bewezen. De bekende Engelsche dichter John Dryden schreef nu twee eeuwen geleden zijn gedicht over het „wonderjaar" 1667, waarin onze tweede Engelsche oorlog eindigde. Ia dat gedicht worden wij genoemd „crouching at home and cruel when abroad, " d. i. „in eigen land kruipend, daar buiten wreed." En aan 't slot zegt Dryden, sprekend van Engeland en Nederland, ronduit (na den gesloten vrede):

What peace can be, where both to one pretend? (But they more diligent and we more strong) Or if at peace, it soon must have and end; For they would grow too powerful, were it long.

D.

„Hoe kan er vrede zijn, als beiden aanspraak maken op hetzelfde goed, waarbij zij (de Nederlanders) meer vlijt en wij (de Engelschen) meer macht bezitten? Of als er vrede heerscht moet die toch spoedig weer eindigen; want duurde hij lang dan zouden zij te machtig worden”.

Duidelijker kan het zeker niet en de uitkomst heeft dan ook geleerd, dat het zoo liep. En de Zuid Afrikaansche oorlog in onze dagen bewijst het weer. Om voordeel, om handelsbelang en goed, staat het eene volk op tegen het andere, en de sterke overheerscht den zwakke, en er kan geen vrede duren. Én zoo zal het zijn tot er Een komt die heet Vredevorst, en die eenvoudig den vrede zal gebieden. Dan zullen de volkeren „geen oorlog meer leeren.”

De Portugeezen dan, boe rijk en machtig ook, waren geweldig bevreesd, dat wij Nederlanders hun een vlieg zouden afvangen. De weg naar Oost-Indië liep toen om de Kaap de Goede Hoop. Doch de Portugeezen hielden dien weg zoo veel mogelijk geheim, en zorgden dat niemand dan zij er de noodige inlichtingen, kaarten en zoo meer over kreeg. Evenzoo wist men 't rechte niet van hun handel op en hun kantoren in Indië. Toen nu de wakkere reiziger Cornells Houtman zich op dien tijd te Lissabon bevond, beproefde hij achter 't een en ander te komen. Doch de Portugeezen kregen kwaad vermoeden, en zett'en hem gevangen. Hij wist echter zijn vrienden in Nederland te bewegen, hem los te koopen, en eenmaal weer hier, kon hij toch zooveel vertellen, dat al spoe dig de eerste Hollandsche schepen voor de vaart op Indië werden uitgerust. Daarover hebben we in den aanvang gesproken, en ge begrijpt nu zeker, hoe groote gevolgen dit kleine begin heeft gehad. Houtman is zoodoende de grondlegger geworden van onze macht in Indië. Vele koloniën, die we daar nu bezitten, zijn, b.v. de Molukken, op de Portugeezen veroverd. Zij bezitten in Oost-Indië thans niet meer dan een deel van het eiland Timor.

Doch is dit alles nu duidelijk, dan begrijpt ge ook, hoe Nikolaas wel zoo wijs was om zich niet als Hollander kenbaar te maken. Gelukkig kende hij genoeg van vreemde talen om voor een Duitscher of een Frarischman te kunnen doorgaan. Doch ook zoo was hij nog niet te benijden. Nu eens verdiende hij als geneesheer genoeg om van te leven, dan weer als onderwijzer in 't Latijn, doch soms schoot er niet over, dan zich te verhuren als knecht bij een of ander adellijk heer of ook wel als hulp in een winkel. Ten slotte gelukte het hern, als schrijver op een kantoor geplaatst te worden, dat handel dreef op de Middellandsche Zee en op Fransche havens. Zijn kennis van talen maakte, dat hij hier althans geregeld werk had. Tegelijk had hij gelegenheid, de Portugeeschc taal goed te leeren, en hoorde ook over handelszaken allerlei, dat voor een koopman goud waard was. Nikolaas gaf daar echter minder om, wijl zijn hart daar niet bij was.

Hij hield van kennis en wetenschap en studie, evenals van reizen en trekken. Van den lust tot het laatste was hi) nu echter vrij wel bekomen. Des te meer kwam de neiging tot het eerste weer boven. En daarmee strookte zijn werk al heel weinig. Later zou blijken waartoe in des Heeren hand dat alles dienen moest. Ge begrijpt nu echter ook, vrienden, dat Niko laas er hard naar begon te verlangen, Portugal n Portugeezen vaarwel te zeggen, en naar zijn vaderland terug te keeren. Maar hoe dat aan te leggen?

Tusschen Portugal en Nederland was de scheepvaart, om begrijpelijke redenen, toen niet bijster druk. Bovendien ontbrak het Nikolaas eheel aan de middelen, om de zeer dure reis e betalen. Zoo zag hij dan lang vergeefs uit aar een gelegenheid, om zijn plan te volvoeen en naar Holland weer te keeren. Eindelijk eed zich de kans voor. Er lag een schip, dat aar havens op de Fransche noordkust voer, en bestemd was voor Dieppe. Men had emand noodig die als scheepsschrijver dienst on doen, en Nikolaas bood zich daarvoor an. Men werd het eens en, om kort te gaan, a een tamelijk lange reis, landde Nikolaas in J e aloude Fransche havenstad aan, waar hem ijn karig loon werd uitbetaald. Gaarne had de apitein hem ook voor de terugreis op zijn schip ehad, doch onze vriend bedankte om goede edenen daarvoor. Zijn hart trok niet meer naar et zuiden. Noordwaarts wilde hij, en wel zoo poedig mogelijk.

CORRESPONDENTIE.

K. v. T. te Z. Uw verzoek in orde ontangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1901

De Heraut | 4 Pagina's