GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland,

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschlaad. Prof. Volck over de z. g. nieuwere critiek op het Oude Testament.

De hoogleeraar Dr. Volck heeft in een Duitsch blad de vraag aan de orde gesteld, of men bij het godsdienstonderwijs zich al dan niet behoort te schikken naar de resultaten, welke de hedendaagsche schriftcritiek beweert te hebben verkregen. Dan zou men de ge schiedenis van het Oude Testament moeten aanvangen bij Mozes; dan behoort men de profeten vóór de wet te stellen, wanneer men alles wat van de patriarchen medegedeeld wordt, naar het rijk van de sagen verwijst. De verhalen die aan de namen van A.dam, Noach, Abraham, Izaac, Jacob verbonden zijn, mogen niet zoozeer het eigendom genoemd worden van de oorspronkelijke schrijvers der schriften waarin ze voorkomen, maar van de latere edacteurs, die na de Babylonische ballingschap n Jeruzalem geleefd hebben. Zoo beweert men. n daarom mag men er wel niet aan denken, m, gelijk sommigen willen, het onderwijs in et Oude Testament van • de scholen te bannen, aar wel behoort men de stof geheel anders, an men tot hiertoe gewoon was, te behandelen.

Zoo spreken de mannen der nieuwere critiek, elke Dr. Volck tot onze blijdschap duchtig nder handen neemt. Hoe verklaren de moderne chriftbestrijders het ontstaan van de sagen mtrent de Patriarchen ? Zonder zweem van ewijs wordt beweerd dat de personen der artsvaders „mythische inkleedingen van dageijks voorkomende of zeldzame natuurverschijnelen" zijn. Of zij zijn oude goden, die men ls menschen is gaan voorstellen. Dat bijv. braham oorspronkelijk een als God vereerd ezen was, en wel een steen, dien men als etisch vereerde, gelijk de steen dien de Mohamedanen in Mekka vereeren, en Sara het hol aarin die steen gelegen heeft, zoekt een geeerde, die zekeren naam kreeg, te bewijzen et een beroep op Jesaia 51:1 en 2. „Hoort aar mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij ie den Heere zoekt: anschouwt den rotssteen aaruit gij uitgehouwen zijt, en de hoUigheid es bomputs waar gij uit gegraven zijt; aanchouwt Abraham ulieder vader, en Sara die lieden gebaard heeft; want ik riep hem toen ij nog alléén was, en ik zegende hem, en ik ermenigvuldigde hem." Een ander bracht het oover, dat in Isaac den draak Azhi dahS, ka ntdekt werd, „een ondier met drie opengesperde uilen, drie koppen, drie oogen en duizend krachten !"

Verstandiger lieden beweerden dat de volksgeest van Israel zich in de voorgeschiedenis heeft afgespiegeld. De oorspronkelijke idealen van alle verhoudingen in het huisgezin zijn daarin te vinden. De huisvader: Abraham. De huisvrouw: Sara. Het bij wijf: Hagar. Het ideaal kind : Isaac. De verhoudingen tusschen bruid en bruidegom en van man en vrouw: Isaac en Rebekka; de huisslaaf en vertrouwde van den heer: Eliëzer; de vertrouwde van de vrouw: Debora, de zoogster van Rebekka. Doch hoe zwak zijn deze voorstellingen! De min van Rebekka wordt alleen genoemd wanneer zij sterft. Isaac krijgt Rebekka uit de hand van Eliëzer; Rebekka neemt in het huis van haren man een geheel andere positie in als een vrouw toekomt. Sara wordt eerst moeder op hoogen ouderdom en ook dan treedt zij als moeder haast niet op. Ook is de geschiedenis van Jacob vol van schande en ellende, en juist bij hem begint Abraham's nakroost tot een volk te worden. Een „ideaal voorspel van Israel's ­ geschiedenis" kan men in de historie der aartsvaders niet vinden. Het groote dat men bij hen vindt, is het vaste geloof aan debeloften Gods.

Om te bewijzen dat Abraham een historisch persoon is, wijst Prof. Volck op de Assyriologische en Egyptologische onderzoekingen van den laatsten tijd, waaruit blijkt, dat de naam Abraham in den vorm van Aburamu bij inschriften in keilschrift voorkomt, terwijl het verhaal van Kedor Laomer's krijgstocht tegen de Koningen van het Siddimdal door Babylonische monumenten op een wijze wordt toegelicht, welke de historische juistheid van hetgeen we in Genesis 14 lezen, bevestigt.

Ook op inwendige gronden leert Prof. Volck, dat de historische juistheid van hetgeen Genesis leert, moet aanvaard worden.

Dat v/ij ons hierin verblijden, al zijn wij onkwetsbaar vpor de pijlen van de z. g. hoogere critiek, door het inwendig getuigenis van den Heiligen Geest, behoeft geen betoog.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland,

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's