GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WEER HEEN.

XIII.

De bezoeker hernam: „Ge moet wel denken dat ik veel vraag, maar nu wil ik u ook in vertrouwen zeggen, waarom. We zoeken iemand, een vertrouwd persoon, die op een van onze schepen meegaat. Hij moet goed in staat wezen al de uitgaven op te teekenen, en oog op de lading te houden, als boekhouder van onze Compagnie. Maar zijn voornaamste werk zal wezen, om daar in de Oost in Bantam, zijn best te doen, om op de voordeeligste manier allerlei in te koopen, dat hier met voordeel van de hand is te zetten, 't Moet iemand zijn, die Spaansch en vooral Portugeesch kent. Want ge weet, onderweg en daar in 't warme land, krijgt men veel met Spanjolen en Portugeezen te doen, en 't zijn onze vrienden niet, ten minste niet van de Hollanders. We moeten iemand hebben, die zich niet laat bedriegen, 't Is een nieuwe zaak die we beginnen en pas de tweede maal dat we 't beproeven. Den eersten keer gaf 't niet veel, al net als hier. Maar alle begin is moeilijk. We zijn al gereed, meest uit Brabant, doch er zijn ook Hollanders bij. Als ge wilt, kunt ge bij die nog nader onderzoeken.

„Ik zal er mijn vader over spreken, " zei N'.iolaas, „en zelf eens nadenken. Ik weet niet of 't gaan zal.”

„Goed, " zei de vreemdeling, „ik ga nu naar Delft en Leiden, waar ik heeren moet spreken. Als ik terugkeer, hoop ik u eens weer op te zoeken en uw vader thuis te treffen.”

De vreemdeling vertrok en liet Nikolaas in diepe gedachten achter. Hij had van het reizen genoeg, en toch, het kon weer de weg zijn.

Toen vader thuis kwam, werd hem het plan meegedeeld. Eerst had hij er veel, zeer veel tegen. Immers pas had hij zijn vrouw verloren, en in het nu zoo ledige huis, had hij gaarne den thans weergekregen zoon behouden, ten steun en hulp in zijn ouderdom.

Doch bij nader overweging, bleek toch al spoedig, dat het plan waarvan Nikolaas sprak, nog niet zoo kwaad was, ja veel voor had. Voor den jongen man een goeden werkkring te vinden, scheen voor het oogenblik onmogelijk. De reis die hem was voorgesteld te doen, zou hoogstens drie jaar duren, en kon in meer dan één opzicht, ook voor hem voordeelig zijn. En daarbij, na drie jaar zou veel vergeten zijn, dat nu nog in veler gedachten was, en kon men hopen, dat Nikolaas veel gemakklijker 't een of ander zou vinden, waarin hij kon bezig zijn.

Toen de vreemdeling na eenigen tijd wederkwam om antwoord te halen, vond hij vader en zoon bereid, om met hem in nader overleg te treden. De ander sloeg voor, dat Nikolaas de reis met de beide schepen der Brabantsche maatschappij, zou meemaken als carga. Dit woord beduidt eigenlijk de lading, en er van af komt ons woord cargadoor, d. i. iemand die o. a. zorgt dat de reederij lading krijgt voor haar schepen. De naam carga ging echter, gelijk meer geschiedt, van de zaak op den persoon over. Door een carga verstond men alzoo te dier tijd een man, die meeging om voor de lading te waken, en die zorgde dat de goederen, als de reis volbracht was, werden afgeleverd of verkocht. Ook had hij te pogen dat er weer nieuwe lading werd ingenomen, voor de terugreis van het schip, b.v. uit de Oost naar het vaderland. Later bij de Oost-Indische Com pagnie, die toen stond opgericht te worden, heette zulk een man nog wel zoo dettig supercarga, (d. i. overste of oppercarga) en bekleedde hij een zeer hoogen post van vertrouwen en j, ewicht, gelijk trouwens licht is te begrijpen. Tegenwoordig zijn zulke carga's niet meer noodig, of 't moest wezen bij reizen naar landen of plaatsen, waarmee nog geen beschaafde volken handel drijven.

Zooals te begrijpen was, kon Nikolaas voor zulk een betrekking de rechte man zijn. Hij had heel wat van de wereld gezien, onder verschillende volken geleefd, wist van aardrijkskunde, verstond tamelijk 't boekhouden en wat vooral waarde had: hij kende wat van de Spaansche taal, en de Portugeesche nog beter. Dit laatste kon hem in de Oost van grooten diens'. zijn. Wel was Nikolaas in zijn hart geen koopma, n, maar voor het eigenlijke handel drijven, konden er wel anderen zorgen en daarbij gevoelde hij zelf hoe in zijn geval er niet veel te kiezen viel. Hij moest öf weige ren óf den post met al zijn lusten en lasten aanvaarden.

Het laatste deed hij.

Eenige weken later gingen vader en zoon op reis. Een wagentje bracht hen naar Rotterdam, van waar zij verder over Gouda naar Amsterdam zouden gaan, waar het kantoor was, waarmee de carga nog 't een en ander had af te spreken. Zijn vaderland vaarwel t'; zeggen, had hem niet veel tranen gekost. Hij ervoer nu de waarheid van een woord uit dien tijd (dat nog goed goed is): „Wie sonder liefde wert aengenomen, scheydt zonder droefheyt.”

Meer kostte het hem van vader afscheid te nemen, vooral bij de gedachte, dat zij elkaar wellicht voor het laatst zagen. Trouwens daarop was kans en wel in zeer bij zonderen zin, en meer dan thans. Een zeereis bood toen ontzaglijke gevaren, hoeveel te meer wanneer het ging door bijna onbekende vaarwaters en naar een la, nd dat men ter nauwernood kende. Bovendien dreigden allerlei „periculen" van roovers, wilden en licht niet het minst van het machtige volk waarmee we toen in oorlog waren. Zoo was er dan alle reden om ernstig gestemd te zijn, en ook otn zich Gode aan te bevelen met lijf en ziel, die machtig is te behoeden en Je behouden. Daartoe is zeker altijd reden, maar in Nikolaas' geval zeer bijzonder. Hij zou trouwens later gelegenheid hebben, het op te merken.

Zonder onheilen kwam Nikolaas te Amsterdam aan, regelde daar wat te doen viel, kreeg zijn aanstelling en ging toen met een vaartuig over de Zuiderzee naar Texel, waar de schepen lagen d e de reis naar Indië zouden maken. Ge zult mifschien zeggen: Hij nam dan toch niet de naaste weg, en in 1901 is dat ook zoo. Maar vergeet niet, dat een tocht over land lang en kostbaar zou geweest zijn, en het NoordHoUandsche kanaal eerst gegraven is onder de regeering van onzen koning Willem I, dus in deze eeuw. En het Noordzeekanaal, waaraan IJmuiden ligt, is zoo als ge weet, van nog jonger dagteekening. 't Best was dus de manier van reizen, dié onze vriend volgde. Zelfs van Haarlem naar Amsterdam en omgekeerd was destijds, althans voor een deel des jaars, de weg te water de meest verkieslijke, welk een omweg dit schijnbaar ook wezen mocht.

CORRESPONDENTIF.

J. W. A. V. d. B. te D. W. We moeten in zulke spreekwoorden en volksuitdrukkingen vooral niet de nauwkeurigheid der wetenschap of van een leerboek zoeken. Riet en biezen zijn hier 't zelfde, 't Een wordt voor 't ander genomen, of liever men onderscheidt niet. Iets dergelijks kan men telkens opmerken, 't Zal u niet moeilijk vallen er voorbeelden van te vinden.

J. V. M. K. te A. We zullen gaarne 't gevraagde geven, maar uitvoerige behandeling is natuurlijk hier niet mogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1901

De Heraut | 4 Pagina's