GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Wielenga.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Wielenga.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heengaan van Prof. Wielenga heeft ook ons met droefheid vervuld.

Het ernstige lijden, dat hem plotseling noodzaakte zich aan allen arbeid te onttrekken, deed reeds van stonde aan de vrees opkomen, of deze krankheid niet het begin van het einde wezen kon. Maar die vreeze scheen beschaamd te worden, waar uit Eudokia slag op slag goede tijding kwam. Reeds was er hope, dat na de Paaschvacantie Prof. Wielenga zijn arbeid ten deele zou kunnen hervatten. Toen ook hier weer bleek, dat de mensch wikt, maar God beschikt. Eer Paaschfeest ons het Opstandings-evangelie bracht, had God de Heere onzen broeder weggeroepen, waar geen smart of lijden hem meer wacht, maar de Sabbathsruste onzes Gods.

Voor de school, die hij lief had met al de liefde van zijn hart, en de kerken, die hij steeds bereid was met raad te dienen; voor de pers, die hij verrijkte met zijn bijdragen, en de stichtingen van barmhartigheid, wier geestelijke verzorging hem nauw aan het hart lag, is zijn heengaan een niet gering verlies. Prof. Wielenga was niet een man, die zich opsloot in den engen kring der studeercel. Al toonden de beide door hem gehouden oraties, dat hij een scherpen blik had op de beginselen en goed thuis was in de geschiedenis der kerk, toch is zijn wetenschappelijke nalatenschap niet groot. Zijn aard dreef hem meer tot de practijk. Jongelingen op te voeden tot dienaren des Woords. In te grijpen in de spannende vraagstukken op kerkelijk gebied. Te waarschuwen, waar naar zijn overtuiging onraad dreigde. Daarin lag zijn kracht en beteekenis voor onze kerken.

Bovenal, Prof. Wielenga was een man van karakter. De ernst van zijn levensopvatting sprak uit elk woord en elke daad. De invloed, die van hem uitging op degenen, die aan de school der kerken werden opgeleid, was voor menigeen ten zegen. Zijn oprechtheid en waarheidsliefde waren algemeen bekend. Voor wat hem dacht recht te zijn, streed hij zonder aanzien des persoons en zonder naar gunst of ongunst van het publiek te vragen. Het haantje van den toren, dat met elke windvlaag meedraait, was hem een gruwel. Semper idem, steeds zichzelf gelijk te zijn, de eeretitel die hem wettig toekwam.

Dat zulk een scherp geteekend karakter ook zijn schaduwzijden had, spreekt van zelf. De stoerheid, aan het Friesche karakter eigen, loopt licht gevaar in scherpheid over te slaan. Vooral in de laatste periode zijns levens, toen een langzaam sloopend lijden de kalmte van zijn gemoedsleven verstoorde, was de invloed van dat lijden soms wel te merken ook in de wijze, waarop hij tegen broederen polemiseerde.

Maar aan onze waardeering voor het vele goede, wat God ons in Prof. Wielenga geschonken heeft, doet dit niets te kort. Voor de stille majesteit des doods staande, worden al onze geschillen zoo klein. En al vloekt het de mortuis nil nisi bene, van de doeden niets dan goeds, met de ootmoe dige belijdenis, dat zelfs de allerheiligsten nog maar een klein beginsel der volmaaktheid bereikt hebben, bij het geopende graf zwijgt de critiek en laat aan het bedroefde broederhart het woord.

Daarom, waar in onze dagen vaak zoo bittere klacht valt over karakterschaarschte, danken we God, dat Hij ons in Prof. Wielenga een man schonk uit één stuk; een man, die zijn overtuiging nooit verloochend heeft, maar steeds open en rond voor zijn gevoelen uitkwam; een man wiens levensdoel geen ander was dan te strijden voor de eere Gods.

Zijn gemis zal niet alleen aan onze Theologische school, maar in heel onze kerkelijke wereld diep worden gevoeld. De ledige plaats, die hij achterliet, roept de ouderen op de gelederen nauwer aaneen te sluiten, en de jongeren, om de gaven en talenten, die God hun schonk, niet te begraven, maar te gebruiken in den dienst des Heeren.

De nagedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Prof. Wielenga.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's