GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

AGENDUM DER GENERALE SYNODE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AGENDUM DER GENERALE SYNODE.

38 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. VERZORGING AAN DE EMERITI-PREDIKANTEN, PRED. WEDUWEN, EN - WEEZEN NAAR ART. XIII K. O.

1. Opening der Synode, namens de saamroepende Kerk van Arnhem, door Ds. H. Hoekstra, op Dinsdag 12 Augustus, des voormiddags tien uur, in de Obsterkerk (Rietgrachtstraat).

2. Onderzoek der credentie-brieven.

3. Verkiezing van het moderamen.

4. Voorstel van de saamroepende Kerk.

De Synode noodige Ds. J. H. Donner, Emerit. Zendingsdirector, Ds. L. Adriaanse, Mission.-pred. der Kerk van Utrecht te Poerworedje, en Mission-arts J. G. Scheurer te Solo, de beide laatsten met verlof hier te lande, uit, als adviseur voor de zaken der Zending onder Heidenen en Mohammedanen, deel te nemen aan de vergaderingen en beraadslagingen.

5. Behandelingen der volgende punten (Indeeling voorgesteld door de Kerk van Arnhem).

A. DIENST DES WOORDS.

I. Opleiding tot den dienst des Woords.

a. Rapport van Curatoren der Ttieol. School. Rapporteurs: Ds. W. Doorn en Ds. L. Neijens.

b. Rapport van Hoogleeraren der Theol. School, gedeputeerd voor de zaak genoemd Acta Gron. Art. i6o,

c. Rapport van Deputaten voor het geval van het ontstaan eener vacature onder de Hoogleeraren aan de Theol. School.

d. Rapport van Deputaten voor de oefening van het verband tusschen de Geref. Kerken en de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit te Amsterdam.

Rapporteur: Ds. P. J. W. Klaarhamer. Sec: Dr. L. H. Wagenaar.

e. Gelderland. De Provinciale Synode van Gelderland, zich vereenigende met het Concept-Contract, dat door BB. v. Andel c. s. aan de Kerken is aangeboden, verzoekt aan de Gen. Syn. der Gerf. Kerken te Arnhem vergaderd, om met de Vereen, voor H. O. op Geref. grondslag het genoemde voorgestelde Contract aan te gaan, met-dien verstande, dat

I. de punten I, II en III van de adviezen worden opgenomen in het Contract;

2. tevens worde vastgesteld dat de Vereen, voor H. O. nimmer zoodanige subsidie van de Overheid aanneme, waardoor de Theol. Facult. der Vrije Univ. en met haar de Kerken ten opzichte van benoemingen, onderwijsprogram of examina, in eenig opzicht afhankelijk zouden worden van den staat.

Mocht evenwel de tegenstand tegen het Conc.-Contr. bedenkelijke afmetingen aannemen, waardoor de Geref Kerken met scheuring zou den bedreigd worden, zoo wordt der Generale Synode wijsheid van den Heere toegebeden, om zulk eene beslissing te nemen, als het meest strekt ter eere Gods en tot den welstand der Kerken.

Aldus besloten met 14 tegen 6 stemmen.

f. Utrecht. De Provinciaie Synode van Utrecht, zich bepalende tot de beoordeeling van het Concept Contract als zoodanig, spreekt hare hartelijke begeerte uit, dat de Generale Synode vrijheid vinde, om overeenkomstig dat Concept-Contract te handelen; althans zoo dit met eene goede meerderheid kan geschieden.

Zij geeft de Synode echter in overweging:

1. dat art. 3 zóó worde verstaan, en dienovereenkomstig worde geformuleerd, dat de bevoegdheid van Directeuren der Vereenignig bij het nemen van het initiatief tot de benoe ming van een hoogleeraar even ver strekke als die van Curatoren der Kerken.

2. dat de ; feweede alinea van art. 10 aldus worde gelezen: „Jongelieden, die geen getuigenis als bedoeld in alinea i kunnen overleggen, kunnen, ter beslissing van de hoogleeraren^alsauditores of hospitanten worden toegelaten."

3. de additioneele bepalingen sub I en II op te nemen in het Contract.

aa. Schrijven inzake het Concept Contract, van den Kerkcraad der Geref. Kerk te Bun schoten A.

bb. Idem van Kerkeraadsleden te Westbroek. g. Noord Holland. De Provinciale Synode van Noord Holland, van oordeel dat eenheid van opleiding dringend gewenscht is met het oog op vele belangen,

van oordeel dat in het advies Van Andel c. s. een weg is gewezen om tot eenheid van opleiding te geraken, brengt dit genoemd advies ter Generale Synode, met den wensch, dat op de grondslagen, in dat advies gelegd, een Contract met de vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gerefor meerden grondslag gesloten worde, waarin met behoud van de beginselen zooveel mogelijk tegemoet gekomen worde aan de bezwaren, die van verschillende zijden geopperd zijn, daarbij met name uitsprekende de begeerte, dat gerekend worde met de handhaving van den vrede der Kerken.

(Hierbij als Bijlage het Advies aan „de Gereformeerde Kerken in Nederland" inzake de eenheid van opleiding tot den Dienst des Woords van Ds. J. van Andel c.s.)

h. Zuid-Holland. De Provinc. Synode van Zuid Holland verzoekt aan de Generale Synode, met de vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag aan te gaan het Contract, gelijk dat in Concept door de BB. van Andel c.s. aan de Kerken is aangeboden, en dat in bijlage hierbij gaat; en verzoekt in dit Contract op te nemen zoodanige bepalingen, waardoor wordt vastgesteld dat

1. de vereenigde inrichting tegelijk School der Kerken en Theol. Faculteit der Vr Univ. is, en derhalve de hoogleeraren in de Theologie eene dubbele kwaliteit dragen, nl. die van hoogleeraren van de Theologische School der Kerken en die van hoogleeraren in de Theol. faculteit der Vrije Universiteif;

2. de band, waardoor Art. 2 der Statuten der Vereeniging vooj H. O. op G. g. de Theol. Professoren aan de belijdenis bindt, dezelfde beteekenis voor hen heeft als de onderteekening van de Formulieren van Eenigheid, door de Kerken gevorderd;

3. de Vereeniging voor H. O. op G. g. nimmer zoodanige subsidie van de overheid aanneme, als waardoor de Theol. Faculteit der Vr. Univ. en met hen de Kerken ten opzichte van benoemingen, onderwijsprogram of examina in eenig opzicht afhankelijk zoude worden van den Staat.

aa. Voorts besloot de Synode nog ter kennisse van de Generale Synode te brengen, dat door ééne Classe was voorgesteld Art. 5 zóó te wijzigen, dat van tractement en pensioen elk de helft betaalt en van collegegelden elk de helft ontvangt. Dan nog: om Art. 9 aan 't slot aldus te lezen: .... «door de Curatoren der Vr. Univ. in overleg met de Curatoren der Kerken vastgestelde; terwijl die zelfde Classe den slotzin van Art. 5 der adviezen wenscht te zien vervallen.

De Provinc. Synode wijst er evenwel op, dat zij het door bedoelde Classe voorgestelde niet behan deld en dus pok niet beoordeeld heeft. Slechts besloot de Synode het ter kennisgeving aan de Generale Synode door te zenden. Het oordeel der Prov. Synode over het Concept-Contract is alleen en uitsluitend vervat in het bovenvermeld verzoek aan de Generale Synode.

bb. Schrijven in zake het Concept-Contract van leden der Geref. Kerk te Rotterdam A.

cc. Idem van Kerkeraadsleden en leden der Geref. Kerk te Delft.

dd. Idem van de Kerkeraad der Geref. Kerk te Leiden A, vergezeld van idem van Kerkeraads

ee. Idem van Kerkeraadsleden der Geref. Kerk te Rotterdam A.

i. Zeeland. In zake het Concept-Contract der BB. V. Andel c.s. is het oordeel der Prov. Synode van Zeeland als volgt:

1. De Generale Synode verwerpe het Concept Contract in zake de eenheid van opleiding tot den dienst des Woords, met de daarop ingediende amendementen.

Hierbij moet medegedeeld worden dat dit voor stel op de Prov. Synode met 11 tegen 9 stemmen is aangenomen.

2. De Generale Synode stelle andere pogingen in het werk om tot die eenheid te komen, waarbij de rechten der Kerken ten opzichte van het Theologisch Onderwijs volkomen worden gehandhaafd.

j. Noord-Brabant en Limburg. De Partic. Synode van N.-Brab. en Limb., overwegend dat. blijkens de geschiedenis der laatste weken en maanden, de Kerken nog niet rijp zijn voor eene samenvoeging van Theol. School en Theol. Faculteit der Vrije Universiteit, stelt aan de Generale Synode voor, het bekende Concept Contract met de adviezen van de 25 broeders niet in behandeling te nemen, en te handhaven de besluiten in zake de Theol. School van de Gen. Synode in 1899.

Ze verzoekt tevens op het agendum te plaatsen het voorstel der minderheid aldus luidende:

aa. De Partic. Synode, het advies der 25 Broederen, aan de Kerken toegezonden, verworpen hebbende, acht wèl de eenheid van opleiding gewenscht, doch zóó, dat het recht en de vrijheid der Kerken en der Opleiding onverzwakt worden gehandhaafd. Mocht de eenheid van opleiding kannen tot stand komen in een weg, waarbij het recht en de vrijheid der Kerken en der opleiding onverzwakt worden gehandhaafd, dan toch neme de Generale Synode geene beslissing vóór de te wachten wijziging van de wet op 't Hooger Onderwijs is tot stand gekomen.

Ook vinde het voorstel der Classis Klundert op het agendum eene plaats, dat aldus luidt:

bb. De Partic. Sj'nodo van N, Brab. en Limb., oordeelende:

1. dat eenheid van opleiding gewenscht is voor den bloei der Kerken,

2. dat die eenheid van opleiding niet mag geëischt worden ten koste van eene der bestaande inrich tingen volgens contract,

geeft de Generale Synode in overweging, het aangeboden Concept-Contract v. Andel c.s. te aanvaarden, behoudens zulke redactie-wijzigingen en bijvoegi^i§erl-als ter wederzijdsche zekerheid noodzakelijk geacht worden, «pdat ook uit de letter van het Contract duidelijk zij, dat er wèl is eene saamvoeging' van beide inrichtingen, maar niet eene opheffing van eene van beide.

k. Friesland. De Provinc. Synode van Friesland verzoekt de Generale Synode met de Vereen, voor H. O. op Geref. grondslag aan te gaan het Contract, gelijk dat in Concept door de BB. V. Andel e. a. den Kerken is aange boden, en dat in bijlage hierbij gaat;

verzoekt in dat Contract tevens op te nemen zoodanige bepalingen, waardoor wordt vast­ gesteld dat

1. de vereenigde inrichting tegelijk School der Kerken en Theol. Fac. der Vrije Univ. is, en derhalve de hoogleeraren een dubbele kwaliteit dragen, n.l. die van hoogleeraar aan de Theol. School der Kerken en die van hoog leeraar in de Theol. Fac. der Vrije Univ.;

2. dat d< -band, waardoor Art. 2 der Statuten van de Vereenig. voor H. O. op G. G. de Theol. professoren aan de belijdenis bindt, voor hen dezelfde beteekenis heeft als de onderteekening van de Formul. van Eenigh., door de Kerken gevorderd; ,

3. de Vereeniging voor H. O. nimmer zoo danige subsidie van de Overheid aanneme, als waardoor de Theol. Fac. der Vereen, en met haar de Kerken, ten opzichte van benoeming, onderwijsprogram of examina, in eenig opzicht afhankelijk zouden worden van den Staat.

MEMORIE VAN TOELICHTING.

De Prov. Synode heeft aangenomen het volgende voorstel: »dat /irt. I en II van den adviezen en mededeelingen ingelascht worden in het Contract, en dat voorts, de Gen. Synode wake, dat het Con tract niet door een eventueel wetsvoorstel van de zijde der Regeering tot zulk eene wijziging gedrongen worde dat de Kerken iets van hare rechten zouden mosten prijsgeven, in geno-=md Contract omschreven.

De bedoeling van de Prov. Synode ten dezen ligt uitgedrukt in het volgend door haar aangenomen voorstel: »Door de Vereen, voor H. O. op G. G. zullen geenerlei voorrechten noch voordeelen van de Regeering aangenomen worden, waardoor de vrijheid van de vereenigde Inrichting voor Theol. en Opleiding, in welk opzicht ook, verkort of belemmerd wordt.«

Aangaande Artikel II der Statuten heeft de Synode het volgend voorstel aangenomen:

»Mocht een hoogleeraar in de Theol. bezwaar hebben tegen de formuleering van Art. II van de Statuten der Vereen, voor H. O., dan verklare de Vereeniging, dat zijne onderteekening van genoemd Art. II, niet geacht zal worden voor hem iets anders in te houden dan hetgeen in de onderteekening van de drie Formul. van Eenigh. van hem door de Kerken geëischt wordt.»

Naar deze drie voorstellen moet verklaard worden het boven vermeld besluit.

aa. Schrijve\i inzake het Conc.-Contract van den Kerkeraad der Ger. Kerk te Ureterp.

bb. Idem van den Kerkeraad der Ger. Kerk te Dokkum A.

cc. Idem van leden en van den Kerkeraad der Ger. Kerk te Bols ward A.

I. Groningen. De Provinc. Synode van Groningen stelt in het aangeboden • Concept-Contract inzake de eenheid van opleiding tot den dienst des Woords de volgende wijzigingen voor:

1. Punten I en II van de adviezen en mededeelingen worden Artikelen i en 2 van het Contract.

2. In Art. 3 worde in de tweede alinea achter: „Ingeval geen bezwaar bestaat" gevoegd : „of het ingebrachte bezwaar door de Synode ongegrond vi'ordt verklaard.”

De derde alinea worde aldus veranderd:

„De andere maal zenden de Directeuren van de de Vereeniging voor Hooger Onderwijs eene voordracht in bij de Curatoren der Keiken, voor ieder te benoemen hoogleeraar een dubbeltal. Indien bij deze Curatoren bezwaar bestaat hieruit eene benoeming te doen, dan geven zij bij gemotiveerd schrijven binnen twee maanden van dat bezwaar kennis aan de Directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs, en indien het bezwaar niet bij minnelijke schikking uit den weg te ruimen is, volgt geene benoeming, terwijl de eerstvolgende Synode over het bezwaar beslist. Wordt het ingebrachte bezwaar door de Synode ongegrond verklaard, dan gaan de Curatoren tot de benoeming uit de voordracht over, en laten de Directeuren daarop hunne benoeming volgen. Wordt het ingebrachte bezwaar door de Synode gegrond verklaard, dan zullen de Directeuren eene andere voordracht moeten indienen; geschiedt zulks in een geheel Synodejaar niet, dan hebben de Curatoren der Kerken het recht eene benoeming te doen, waarbij de weg gevolgd wordt, aangegeven in het eerste gedeelte van dit artikel. Wanneer geen bezwaar tegen de voordracht bestaat, doen de Curatoren [daaruit eene benoeming, waarop de Directeuren hunne benoeming laten volgen.

3. Het laatste gedeelte van Art. 4 worde geschrapt, van af: „en ontvangen van de Kerken vrijheid" enz.

4. Aan Art. 5 wordt toegevoegd: „terwijl van de college-en examen gelden de Kerken drie vijfde, en de Vereeniging twee vijfde ontvangen."

5. Op Art. 5 volge als een nieuw artikel punt IV van de adviezen en mededeelingen. 6. Na Art. 11 worden drie nieuwe artikelen gevoegd:

„Ten aanzien van de plaats van vestiging zal door de Generale Synode in overleg met de Vereeniging voor Hooger Onderwijs worden beslist, met dien verstande, dat noch Amsterdam noch Kampen zal gekozen worden.”

„De Vereeniging voor Hooger Onderwijs verbindt zich bij eventueele wetgeving op Hooger Onderwijs nu oflater altijd de onafhankelijkheid der Vrije Universiteit zóó te zullen blijven handhaven, dat nooit van den Staat voorrechten of financieele voordeelen zullen worden aanvaard, waardoor de School der Kerken tot opleiding van dienaren des Woord op eenige wijze, direct of indirect, financieel of administratief, van de Overheid afhankelijk zou worden." Als derde artikel volge hier punt VII van de adviezen en mededeelingen, met schrapping van het woord eventueel.”

7. Art. 12 worde aldus gewijzigd: „Het Contract van de Kerken met de Directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs wordt aangegaan voor onbepaalden tijd, met dien verstande, dat het van weerszijden opzegbaar zal zijn, mits hiervan één jaar van tevoren kennis gegeven worde.”

m. Drente. De Provinciale Sijnode van Drente, in hare meerderheid overtuigd van de hooge noodzakelijkheid van eenheid in de opleiding, laat het aan de wijsheid der Generale Synode over, of het Concept van Ds. J. van Andel c.s., met het oog op de vele bezwaarde broeders in den lande, nu reeds kan worden aangenomen.

Bijaldien de Generale Synode hierin geen bezwaren heeft, dan brenge zij in dit Contract zoodanige wijzigingen, dat:

1. de handhaving van beide inrichtingen voor Theol. onderwijs in de vereenigde inrichting beter uitkome, doordien Art. I en II der additioneele artikelen geplaatst worden in 't Contract.

2. achter het woord „bestaat" in alinea twee van Art. 3 van het Contract worde-ingevoegd: „of het ingebrachte bezwaar door de Generale Synode ongegrond wordt verklaard.”

3. Art. 4 van het Contract worde gelezen: „De hoogleeraren in de Theologie onderteekenen de Formulieren van Eenigheid, volgens een door de Kerken vast te stellen formulier, waarmede tevens voldaan zal zijn aan de bepaling van de Vereen, v. H. O. in art. 2 van hare statuten;

4. de Vereen, voor H. O. nimmer eenige subsidie aanvaarde, waardoor de Theol. Facult. op eenige wijze afhankelijk zou worden van den staat. Bij mogelijk verschil van zienswijze blijve de beslissing bij de Generale Synode;

5. Art. IV der additioneele artikelen worde gebracht boven artikel 6 van het Contract, en daarmede tot één artiket vereenigd.

Het gevoelen der minderheid is uitgedrukt in het volgende bezwaarschrift aan de Provinciale Synode:

aa. Aan de Prov. Syn. v. Drente, te houden op 12 Juni 1902 te Meppel.

Eerwaarde Vergadering!

Eene minderheid, van leden dezer Synode, die, gelijk Uwe Eerwaarde vergadering reeds gisteren zal begrepen hebben, bezwaar heeft tegen het Concept-Contract Ds. v. Andel c.s., wenscht om den hoogen ernst der zaak die het geldt, eenvoudig, maar ook zoo mogelijk duidelijk te motiveeren.

Zij zien namelijk volstrekt geen heil in eene zoogenaamde eenheid van opleiding volgens het genoemde Concept Contract, hoe ook gewaardeerd, zoolang het slechts een compromis blijft. Een compromis toch biedt geen principieele op'.ossing der kwestie en zal daarom, in plaats van de zoozeer gewenschte rust, vrede en bloei der Kerken te bevorderen, juist onrust en onvrede bewerken en den Kerken schadelijk zijn. Komen h. i. zoowel aan den kant der Vereen, voor H. O. als aan de zijde der Kerken de beginselen in het gedrang, daar moet het wel een worstelen blijven, totdat óf de Kerken óf de Vereen, voor H. O. zegevierend uit het strijdperk treedt. Immers, personen beheerschen niet de beginselen maar omgekeerd de beginselen de personen.

Als dus eene minderheid van de leden dezer Prov. Syn. bezwaar heeft tegen het Concept v. Andel c.s, hoe ook gewijzigd, zoolang het een compromis blijft, wil ze daardoor niet staan ineen hoek van wantrouwen, maar gevoelt zij zich om des beginsels wil gedrongen, om de Prov. Syn te verzoeken haar bezwaar aan de Gen. Syn. over te brengen, in de hoop, dat de Gen. Synode met dergelijke bezwaren zal rekening houden. Bestrale de Heere Uwe vergadering met Zijn licht.”

bb. De Kerk van Schoonoord vereenigt zich volkomen met het contra advies van Ds. v. Anken c.s.

n. Overijsel. Voorstellen inzake de opleiding tot den dienst des Woords.

1. Van de Prov. Synode van Overijsel.

De Prov. Syn. van Overijsel, gezien het advies der 25 broederen inzake de opleiding, overwegende dat het advies:

a. slechts eene eenheid in praktijk aanbiedt, zonder eenheid van beginselen;

b. van de verkeerde stelling uitgaat, dat de Kerken en de Vereeniging voor H. Onderwijs twee gelijke grootheden zijn;

c. te kort doet aan het recht en de vrijheid der Kerken;

d. hoogst onvolledig is;

e. zonder eenige vastheid is voor de toekomst, en dus de onrust der Kerken niet wegneemt.

Overwegende voorts, dat dit advies de hoogleeraren bindt aan, en de Kerken tot rechter stelt over een grondslag, die een andere is dan de grondslag der Kerken en dus eene onnoodige en ongeoorloofde verantwoordelijkheid legt op de Kerken;

en overwegende dat de kwestie van het moge lijk verkrijgen van rijkssubsidie en den effectus civilis voor de Vereeniging van te gewichtigen en te teederen aard is, dan dat de eenheid van opleiding zou [kunnen beslist worden, alvorens genoemde kwestie geheel baar beslag heeft gekregen.

Stelt voor, schoon eenheid van opleiding wenschelijk achtende, dit Concept ter zijde te leggen, als hare overtuiging uitsprekende, dat alleen zulke eenheid van opleiding aannemelijk is, waarbij de vrijheid en het recht der Kerken en hare eigene opleiding onverzwakt wordt gehandhaafd, hierbij verwijzende naar de laatste alinea van de verklaring van de Professoren der Theol. School, Bazuin 22 Maart 1901,

en acht het noodig dat de Synode, ook in geval met de Vereeniging een Contract wordt gesloten waarbij de kerkelijke hoogheid gehandhaafd blijft, niet tot de uitvoering overga, aleer de regeling van het Hooger Onderwijs door de Overheid is beslist.

2. Van de Prov. Syn. De Prov. Synode van Overijsel dringt ten zeerste aan op verbetering van den tegenwoordigen toestand inzake het verband tusschen de Kerken en de Theol. Faculteit van de Vrije Universiteit.

3. aa. Van de Kerk van Kampen. De Generale Synode, ve' gaderd in Augustus dezes jaars te Arnhem, stelle aan de Vereeniging voor H. Onderwijs op Geref. grondslag voor, hare Theol. Professoren over te nemen, opdat de opleiding tol den dienst des Woords door middel van de wetenschappelijke beoefening der Theologie voortaan alleen uitga van de Kerken als zoodanig, zonder dat hierdoor het beginsel van vrije studie prijsgegeven worde.

Bijaldien dat voorstel door de Generale Synode niet overgenomen wordt, en ook het bekende Concept Contract hare instemmig niet kan verwerven, stelt de Kerkeraad van Kampen voor «het bestaande verband tusschen de Geref. Kerken en de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit op te zeggen, en tot het leggen van een nieuw verband niet over te gaan.»

o. Ds. J. van Andel c. s. Advies aan »de Geref. Kerken in Nederland» inzake de eenheid van opleiding tot den dienst der Woords.

p. Ds. P. J. W. Klaarhamer. Advies inzake idem; met begeleidend schrijven.

II. Toelating tot den dienst des Woords.

Zuid Holland, i. Praeparatoir-examen. De Provinciale Synode van Zuid-Holland verzoekt aan de Generale Synode in overweging te nemen het wijzigen van de uitdrukking in het Synodaal besluit, betreffende Art. 4 K. O. letter d. (Uitgave Feringa en Hessels, pag. 20, 21) in: „eene acht dagen van tevoren door hem ingeleverde korte leerrede over een 7'eertien dagen tevoren aan hem opgegeven tekst.”

2. De Generale Synode neme maatregelen tot eenstemmigheid te geraken in zake het onderzoek naar de beweegredenen, die een examinandus geleid hebben tot het staan naar het ambt van dienaar des Woords.

b. Bezwaarschrift van Br. J. Hermans Jr. te Amsterdam.

III. Bediening der H. Sacramenten. Friesland. De Provinc. Synode van Friesland vraagt, naar aanleiding van een concreet geval, of een Kerkeraad de moeder, mede belijdend lidmaat der Kerk en bij den doop van haar kind tegenwoordig, de beantwoording van de doopvragen mag weigeren.

aa. Bezwaarschrift van Br. D. J. de Witte te Heeg.

IV. Bededag.

Rapport van de Classis 's Gravenhage, gedeputeerd voor 't uitschrijven van bededag of bidstond in de Kerken (Acta Gron. Art. 39).

B. CONFESSIE.

a. Rapport van Deputaten voor advies inzake het ingediende gravamen tegen Art. 36 van de geloofsbelijdenis der Nederl. Geref. Kerken CActa Gron. Art. 41).

b. Zuid-Holland. De Provinciale Synode der Geref. Kerken in Zuid Holland, .met leedwezen verstaande, dat door de deputaten, benoemd inzake het bekende gravamen tegen Art. 36 onzer Geloofsbelijdenis, door de Generale Synode van Middelburg, en gecontinueerd door de Generale Synode van Groningen, voor de tweede maal niet is voldaan aan de hun door de Synode gedane opdracht, om één jaar vóór de te houden volgende Synode aan de Kerken toe te zenden een advies inzake het bedoelde gravamen.

verzoekt aan de Generale Synode mededeelicg van de redenen, waaraan deze vertraging is toe te schrijven; en vraagt maatregelen te beramen, opdat zoo spoedig mogelijk zoodanig advies de Kerken bereikte.

c. Overijsel. De Provinciale Synode van Overijsel spreekt haar leedwezen uit, dat de Deputaten in zake het gravamen op Art. 3Ó der Confessie andermaal niets van zich lieten hooren.

C. TEKST VAN BELIJDENISSCHRIFTEN EN LITURGIE.

a. Rapport van Deputaten voor advies, inzake vaststelling van den authentieken tekst der Belijdenisschriften en der Liturgie (Acta Gron. Art. 10 en 21.) Rapporteur: Dr. A, G. Plonig.

b. Utrecht. De Particuliere Synode van Utrecht geeft aan de Generale Synode in overweging, bij de vaststelling van het formulier voor de bediening des H. Avondmaais de bij de uitreiking tot dusver algemeen gebruikte kortere formule te handhaven.

D. KERKENORDE,

Schrijven van Dr. H. Franssen te Zwolle, vragende wegneming van de Art. 20, 2r, 54 en 55 uit de Kerkenorde; van 't woord , , vast en" uit Art. 4, 2e alinea; van de woorden „en degenen, die te voren in dienst van Ouderlingschap en Diakenschap geweest zijn" uit Art. 10; van de woorden „en scholen" uit de 3e vraag, 2en zin van Art. 41 en van de woorden „en schoolmeesters" uit Art. 44.

E. EMERITAAT VAN DIENAREN DES WOORDS, EN VERZORGING VAN EJIERITI, ENZ.

ART. XIII KERKENORDENING.

I. Emeritaat.

Zuid-Holland De Provinc. Synode van Zuid-Holland stelt de Generale Synode voor, de volgende instructie vast te stellen voor deputaten ad examina, door de Generale Synode aangewezen om de Classes te steunen bij de ontheffing van de dienaren, die onbekwaam zijn geworden tot de uitoefening van hun dienstwerk (Art. 13 K. O.), vertegenwoordigen bij die handeling het generale Kerkverband.

Zij zijn dus geroepen toe te zien of de bepalingen onzer Kerkenorde en latere Sijnodale besluiten behoorlijk zijn in acht genomen, en kunnen dus hunnen steun niet verkenen, tenzij zij zich overtuigen:

1. dat er is een aanvrage om emeritaat.

2. dat, indien die aanvrage uitgaat van den dienaar des Woords, er ook is eene verklaring van zijn Kerkeraad, dat deze daarin bewilligt (Art. 10 K. O.).

3. dat de reden „onbekwaamheid lot uitoefening van den dienst" aanwezig is.

4. dat, is ziekte de oorzaak der onbekwaamheid, die uit eene verklaring van een bevoegd deskundige blijkt.

5. dat de Classe de aanvrage op bovengenoemde gronden gerechtvaardigd acht.

6. dat de Classe zich heeft vergewist, dat de Kerkeraad behoorlijk toezegging aan den dienaar heeft gedaan van zijn honorarium.

7. dat bij de bepaling van dit honorarium genoegzaam rekening is gehouden met de besluiten der Generale Synoden.

8. dat van een en ander een behoorlijk onderteekend stuk is opgemaakt, waarvan gewaarmerkt afschrift aan betrokkene Kerk en den betrokken dienaar is gegeven. Aanbeveling verdient, dat hét betrokkene stuk in het archief der Classe worde bewaard.

II. VERZORGING AAN DE EMERITI-PREDIKANTEN, PRED. WEDUWEN, EN - WEEZEN NAAR ART. XIII K. O.

a. Rapport van Deputaten v. d. Generale kas voor Emeriti-pred., pred. wed. en - weezen. Rapporteur: Ds. J. A. Goedbloed.

b. Noord-Holland, i. De Provinciale Synode van Noord-Holland verzoekt de Generale Synode geen verandering te brengen in de verzorging der Emer.-pred., pred. weduwen en - weezen naar Art. 13 K. O. 2.

Ook verzoekt zij het mandaad der deputaten, door de Generale Synode voor deze zaak te benoemen, te veranderen, en wel zóó, dat zij het recht verkrijgen, eene aanvrage van eene der Provinciale vergaderingen te verminderen of te weigeren na gedaan onderzoek.

3. Voorts verzoekt zij de Generale Synode een maximum te bepalen, te heffen volgens den rooster door de Generale Synode vastge-

steld, waarover deputaten kunnen beschikken ten behoeve der hulpbehoevende Provinciën, behoudens buitengewone omstandigheden, bijv. epidemieën die noodzaken boven dat maximum te gaan.

c. Zuid Holland, i. De Generale Sj'node spreke uit, dat de minima, bedoeld bij Art. 77. alinea 5 (Synode Middelburg 1896) alleen gelden voor die Kerken, die gesteund worden uit de Generale kas.

2. De Provinc. Synode van Zuid Holland biedt aan de Generale Synode ter overweging aan een Concept reglement voor een Kerkelijk pensioenfonds, voorzien van toelichtingen en tarieven. Afdrukken van dit reglement c. a. zijn aan al de leden der Synode toegezonden.

d. Zeeland. De Prov. Synode van Zeeland heelt de eer de volgende Proeve eener regeling inzake Art. XIII K. O. aan de Generale Synode aan te bieden.

STELLINGEN:

I. Gehandhaafd moet worden het begin? el, dat de Kerken verphcht zijn, in verband met Art. XIII K. O. in het onderhoud van de dienaren des Woords te voorzien. De uitdrukking: „nooddruft" in Art. XIII K. O. hebben we dan ook te verstaan als omvattende al wat elk dienaar gedurende zijn leven noodig heeft to" levensonderhoud.

2. Omdat de dienaren des Woords niet als op zichzelf staande personen, meer als gezinshoofden aanspraak hebben op voorziening in hun nooddruft, is de verzorging van hunne weduwen en weezen niet anders dan de voortgezette voldoening aan de verplichting der Kerken jegens hare dienaren.

3. Tevens mott worden vastgehouden het beginsel, dat elke plaatselijke Kerk, in deze vertegenwoordigd door haren Kerkeraad, geroepen is, haar eigen emeritus, pred. weduwe en - weezen van levensonderhoud te voorzien.

De tegenwoordige toestand der Kerken evenwel maakt het noodzakelijk, dat de plaatselijke Kerken (ten einde in staat te zijn hare verjiUchtingen na te komen) onderling een Generale Kas oprichten.

Uigaande van deze beginselen biedt de Prov. Synode het volgende voorstel ter o v'erweging aan de Generale Synode aan.

1. De Geref. Kerken in Nederland hebben onderling een kas om aan hare verplichting ter verzorging van hare emeriti, pred. weduwen en -weezen te kunnen voldoen.

2. Elke Kerk stort daarbij naar den maatstaf van het predikantstraktement een jaarlijksche bijdrage, terwijl de Classis de bijdrage bepaalt der Kerken, die geen dienaren des Woords kunnen beroepen.

Elk jaar v/ordt er een begrooting der uitgaven opgemaakt en dienovereenkomstig de bijdrage van iedere Kerk bepaald.

3. De Kerk, welke eene eigen emeritus, eene weduwe of weezen te onderhouden heeft, ontvangt de volle som, die aan hen uitgekeerd moet worden, uit de kas, tenzij de emeritus, weduwe of weezen van hun recht jegens de Kerk geen gebruik wenschen te maken.

4. Indien eene Kerk een jaar nalatig is ge weest in het betalen van het voor haar vastgestelde bedrag, verbeurt zij het recht om geholpen te worden, zoo zij een em. pred., weduwe of wees te verzorgen krijgt. De Commissie, die met het beheer der kas is belast, zal, na ingewonnen advies der Classis, besluiten hoe in deze zaak te handelen, opdat de betrokken personen nimmer schade mogen lijden.

5. ledere Kerk is verplicht aan haren emertius, aau weduwen of weezen de volgende quota uit te keeren:

Emiriti. a. Aan een emeritus zonder huisgezin / 600.

b. Aan een emeritus met vrouw, doch zonder kinderen beneden achttien jaar / 600.

c. Aan een emeritus, met of zonder vrouw, indien hij niet meer dan twee kindt-ren (beneden achttien J^.ar) heeft, voor elk kind ƒ 50 en voor elk kind boven die twee/25, boven het aan a. en b, toegekende.

Weduwen. a. Aan eene weduwe zonder kinderen beneden achttien jaar / 500.

b. Aan eene weduwe met niet meer dan twee kinderen beneden achttien jaar / 50, voor elk kind boven het sub a. toegekende. Voor ieder kind (beneden achttien jaar, boven die twee/25.

c. Bij overlijden van een dienaar, stort iedere Kerk binnen een maand i gld. (? ) in de Generale Kas. Hiervan ontvangt de weduwe terstond ten hoogste / 300. Het overige verblijft aan de kas, met dien verstande, dat bij het overlijden van een Em. pred., indien hij eene weduwe nalaat, daarvan aan die weduwe, zoo zij het begeert, terstond ten hoogste / 150 zal worden gezonden.

Weezen. Aan de weezen de quota, welke door de Generale Synode van Middelburg 1896 zijn bepaald, tot 20 jarigen leeftijd; en derhalve :

a. Aan éénen of den oudsien wees eene som van / 200.

b. Aan een tweeden eene som van / 100.

c. En voor de overigen van dit gezin ieder / 50 's jaars.

In bijzondere gevallen oordeelen de deputaten. in overleg met de plaatselijke Kerk.

e. Groningen. De Provinc. Synode van Groningen brengt inzake Art. XIII K. O. het volgende voorstel ter Generale Synode.

Uitgaande van het beginsel, dat de Kerken elk voor zich verplicht zijn hare emeriti, pred. weduwen en weezen te onderhouden, en dat dit onderhoud een recht is van de betrokken personen;

Overwegende evenwel, dat het voldoen aan deze verplichting voor iedere Kerk afzonderlijk in den regel te bezwaarlijk zou zijn; biedt de Provinciale Synode het volgende voorstel aan.

1. De Gereformeerde Kerken in Nederland hebben onderling een kas, om aan hare verplichting ter verzorging van hare emeriti, pred. weduwen en wezen te kunnen voldoen.

2. Elke Kerk stort daartoe naar een vast te stellon maatstaf eene jaarlijksche bijdrage in die kas. Elk jaar wordt er eene begrooting der uitgaven opgemaakt en dienovereenkomstig, volgens den aangelegden maatstaf, de bijdrage van iedere Kerk bepaald.

3. De Kerk, welke een eigen emeritus of weduwe of wees te onderhouden heeft, kan de volle som, die aan hen uitgekeerd moet worden, trekken uit de kas, tenzij de emeritus, weduwe of weezen van hun recht jegens de Kerk geen gebruik mochten maken.

4. Indien eene Kerk gedurende minstens een jaar nalatig mocht zijn geweest in het betalen van het voor haar vastgesteld bedrag, zal, zoo die Kerk een emeritus of pred. weduwe of - weezen krijgt te haren laste, de commissie, die met het beheer der kas is belast, na ingewonnen advies der Classis, besluiten, hoe in deze zaak te handelen, echter met dien verstande, dat de betrokken persoon niet het mogelijk nadeel der beslissing ondervinde.

5. Iedere Kerk is verplicht, aan haren emiritus, aan hare pred. weduwen en - weezen uit te keeren, | zooals door de Generale Synode van Middelburg is vastgesteld.

aa. zvvaarschTif!: van den Kerkeraad der Geref. Kerk te Bedum B in zake emeritaatsgelderi; en missive van Ds. J. M. Stroes te Hardenberg, em. pred. v. Bedum B.

f. Schrijven van Ds. E. Th. Ploos v. Amstel te Amsterdam.-

F. HULPBEHOEVENBE KERKEN EN PERSONEN.

a. Rapport van Deputen voor deAlgemeene kas voor hulpbehoevende Kerken.

b. Mededeeling van de Partic. Syn. v. Z Holland, dat tot Deputaat voor de Generale kas (Art. 11) is benoemd Ds. W. B. Renkema te Rijnsburg.

e. Rapport van Deputaten voor hulp aan catechiseermeesters en oefenaars, door de actie van 1886 in raoeielijkheid geraakt.

d. Verzoek om hulp, ter voorziening in de geestelijke behoeften van tijdelijk in IJmuiden liggende visschers, aan de Synode gericht door den Kerkeraad der Geref. Kerk te Velsen.

G. OPZICHT, TUCHT IN GESCHILLEN.

a. Rapport van Deputaten voor de zaak te Uithuizermeeden (Acta Gron. Art. 152) Rapporteur Dr. J. Hania Pz.

Rapport van Deputaten voor de zaak te Nieuvvendijk (Acta Gron. Art. 135) Rapporteur Mulder.

c. Zeeland. Br. D. De Provinc. Synode van Zeeland vraagt van de Generale Synode advies, hoe te handelen met eene zuster der gemeente, die in het huwelijk getreden is met den broeder van haar overleden man.

d. Groningen. De Provinc. Synode van Groningen verzoekt van de Generale Synode, dat zij bepale op welke wijze doopleden, die onder kerkelijke vermaning staan, en zelven den band met de Kerk niet verbreken, buiten de Kerlc moeten worden gesloten.

e. Beroep van den Kerkeraad Beekbergen tegen besluit van Provinciale Synode v. Gelderland.

f. Bezwaarschrift van Zr. Wed. G. Muller te Rotterdam A (Delfshaven).

g. Bezwaarschrift van Br. Krijn Wielemaker te O. en W. Souburg.

h. Bezwaarschrift van Br. J. Huitsing teZandeweer (Kerk van Uithuizen).

i. Bezwaarschrift van de BB. G. ten Brink en G. Kamp te Enschede over een besluit der Synode van 1899 (Acta Gron. Art. I48).

H. ZENDING.

1. Onder Joden.

Rapport van Deputaten voor de Zending onder de Joden, Rapporteur: Ds. J. van Andel.

II. Onder Heidenen en Mohamedanen.

a. Rapport van Deputaten voor Soemba (Acta Gron. Art. 114, punt i). Rapporteur: Ds. A. M. Donnei.

b. Rapport van Deputaten voor Midden-Java ten Zuiden. Kerk van Utrecht (Acta Gron. Art. 103).

c. Rapport van Deputaten voor Midden-Java ten Noorden. Deputaten (Acta Gron. Art. ros) en Kerk van Rotterdam B. (Art. 114, punt 2).

d. Rapport van Deputaten voor den missionairen Medischen dienst. [Deputaten (Acta Gron. Art. 107, punt 4 en ir4, punt 3) en Kerk van Amsterdam (Artt. 82, punt 7 en ro8).

e. Rapport van Deputaten voor de Keucheniusschool (Acta Gron. Art. ir4, punt 3).

f. Rapport van de Deputaten voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen. Rapporteurs: Dr. J. Hania Pz., Ds. J. van Haeringen, Ds. J. D. van der Munnik en Dr. L. H. Wa-genaar.

g. Rapport van Deputaten voor advies in zake de huwelijksverhoudingen op Soemba (Acta Gron. Artt. 61, 67 en 161). Rapporteur: Ds. J. V. Andel.

h. Zuid-Holland, i. De Provinc. Synode van Zuid Plolland stelt aan de Generale Synode voor, eene subsidie van f 200 per jaar te willen verleenen tot oprichting, uitbreiding en instandhouding eener Zendingsbibliotheek ten dienste der uitgezonden predikanten naar Oost-Indië.

2. De Provinc. Synode van Zuid-Holland vraagt aan de Generale Synode, dat er rekening en verantwoording moge geschieden van de Zendingsfinanciën voor den termijn tusschen 1896 en 1902.

i. Friesland. De Provinc, Synode van Friesland vraagt aangaande de Zending onder Heidenen en Mohammedanen :

1. Moeten de gedoopte volwassen Christenen het H. Avondmaal gebruiken, vóórdat het gekomen is tot de institueering van eene Kerk, of moeten_ zij wachten totdat op de plaats hun ner inwoning een Kerkeraad is opgetreden ?

2. Moet de doop, door Sadrach bediend, als wettig worden erkend?

3. Op welken naam moeten de onroerende Zendingsgoederen op Midden-Java gesteld worden ?

en steunt

4. het verzoek om aan de Generale Zendingsdeputaten machtiging te verleenen tot het uitkeeren van eene jaarlijksche som van f 200 gedurende drie jaren, ten behoeve van een op te richten Zendingsbibliotheek op Midden-Java,

Concept-Zendingsorde.

j. Gelderland. De Provinciale Synode van Gelderland stelt aan de Generale Synode voor te overwegen, of de bepaling van leeftijd, genoemd in Art. IV (bladz. 6) van de Concept-Zendingsorde, niet te absoluut genomen is.

k. Utrecht. De Particuliere Synode van Utrecht stelt de volgende amendementen op de Zendingsorde voor :

1. Art. Ill, de tweede zinsnede aldus te lezen: „Bij het vaststellen daarvan overweegt deze onder meer, of de roepende Kerk vol doende middelen kan aanwijzen, ter voorziening in de financiëele behoeften van den arbeid op het terrein, waarheen zij den te beroepen dienaar des Woords wenschte te zenden."

2. Art. IV, het tweede gedeelte van a aldus te lezen : „en eene verklaring van twee door Deputaten aan te wijzen geneesheeren, dat hij geen organische gebreken heeft" enz. enz.

d. aldus te lezen : een mede door den beroepene onderteekend afschrift van de stipulatiën betreffende het honorarium, de onkosten bij buiten-en binnenlandsch verlof, de kosten van repatriëering, het emeritaats-honorarium, het pensioen voor de weduwe en weezen.

Nog toe te voegen:

e. Zoolang het onderzoek naar de kennis der Javaansche taal nog niet onder de missio naire examenvakken is opgenomen — een testimonium, afgegeven door een bevoegd deskundige, dat de beroepene in zooverre kennis van de Javaansche taal heeft, dat hij uiterlijk na een jaar van in loco voortgezette studie in staat kan zijn, om in de? e taal te onderwijzen en koempoelan te houden.

3. Art. IX, de eerste zin aldus te lezen; „Zoolang hierin niet voorzien wordt door Gereformeerde Vereenigingen, die haar arbeid onder toezicht der Kerken stellen, zullen de Kerken zelve nevens den dienst des Woords op haar zendingsterrein ook hulpdiensten inrichten." 4. Art. XII, alinea drie aldus te lezen:

„Subsidie uit de Generale kas kan alleen ver strekt worden, na goedkeuring door de Generale Synode of door hare Deputaten" enz. enz.

5. Art. XIV. In dit artikel worden nog deze voorziening voor de volgende gevallen ingelascht.

a. dat alk Kerken eener Classe samenwerken ; dan behoeven zij de goedkeuring der Prov. Synode.

b. dat de Kerken eener Classe samenwerken met de Kerken eener andere Classe, hetzij dat beide Ciassen tot dezelfde provincie of tot onderscheidene provinciën behooren; zij behoeven dan of de goedkeuring der respectieve Classicale samenkomsten of die der betrokken Provinciale Synoden.

c. dat sommige Ciassen eener provincie saamwerken met enkele Ciassen eener andere provincie; dan is de goedkeuring der belrokken Provinciale Synode noodig.

6. Art. XVI. Hier nog in te voegen, „en na gehoofd te hebben de Kerken van Euro peanen op Java en de Javaansche Kerken.”

7. Art. XVIII. De tweede alinea te lezen: „Zij hebben het beheer over de Generale kas" enz.

In alinea drie in te voegen achter „Zendings veld" — „die bij hen aanhangig gemaakt worden ”

8. Art. XX. het slof, aldus te lezen: . . . „Europeanen aldaar, en in geval dat begeerd wordt Woord en Sacramenten te bedienen aan Europeanen van Christelijke belijdenis en wandel, en te arbeiden tot het „vergaderen van Kerken.”

9. Art. XXVII. te lezen:

De administratie van de Generale Ka? berust bij den quaestor, benoemd eu geïnstrueerd door de Generale Synode.

Zij doen geen andere betalingen dan die, waartoe zij krachtens besluiten van de deputaten der Generale Synode adres missionis schriftelijk gemachtigd worden.

f. Znid-Holland. De Provinc. Synode van Zuid-Holland stelt de volgende wijzigingen van Concept-Zendingsorde aan de Generale Synode voor.

1. Art. IV. c. worde gelezen: „Een beroepingsbrief en eene door den Kerkeraad in overleg met de Classis (Classes) vastgestelde instructie”.

2. Art. IV, alinea 2. „Generale Synode Gedep." worde veranderd in: „Provinc. Syn. Gedep.”

3. Art X, alinea 2. De laatste woorden dezer alinea: „De Deputaten... gehoord" vervallen.

4. Art. XI, alinea 2 worde gelezen: „Deze kweekschool, waaraan .... staat onder leiding van de algemeene vergadering der arbeiders op het terrein, waarop zij is gevestigd. Deze brengt op elke Generale Synode een beredeneerd verslag aangaande dezen arbeid uit. De 10 (5) deputaten doen telken jare aan die vergadering toezegging van het bedrag waarover voor het volgend boekjaar kan worden beschikt, en ontvangen van die gelden rekening en verantwoording.

5. Art. XIV. De laatste alinea vervalle geheel. De middelste alinea worde aldus gewijzigd: . . . „kunnen zich ook vereenigen, mits niet zonder goedkeuring der Provinc. Synode en Synoden.”

6. Art. XVIII. De woorden „of de goedkeuring" late men vervallen. De derde alinea vervalle geheel.

7. Art. XVII. Het getal tien worde in vijf veranderd. Dan vervalt vanzelf: „uit elke provincie één”.

8. Art. XXI. Dö woorden: „of meer" vervallen.

9. Art. XXVII. De woorden: „bij de quae-, stores" vervange men door: „bij den quaestor”.

10. Art. XXV. De woorden „één tiende" verandere men in: „een twintigste”.

11. Art. XXVI vervalle geheel.

12. In Art. IV vervalle de leeftijdgrens, opdat elk geval op zichzelf worde beoordeeld.

13. In Art. VIII, slotalinea, worde „kunnen" in „zullen" veranderd.

14. In Art. XXIII worde de uitdrukking „Europeesche Kerk" en in Art. XV eene soortgelijke uitdrukking veranderd in „genabuurde Kerk van Europeanen".

m. Zeeland. De Generale Synode neme de door de tien deputaten ingediende Concept-Zendingorde aan, met deze wijziging, dat in Art. IV, eerste alinea, achter „ressorteert" inge voegd worde: „ten overstaan van Gedeputeerden der Prov. Synode"; en dat de tweede alinea aldus gelezen worde: „Voor deze laatste doet zich de Classis bijstaan door de Generale Synode gedeputeerden.

n. Noord Brabant en Limburg. De Partic. Synode van N.Brab. en Limb., kennis genomen hebbende van de Concept Zendingsorde der tien deputaten voor de Zending, stelt aan de Generale Synode voor, deze Concept Zendingsorde te aanvaarden voor den dienst der Zending in onze Kerken.

0. Groningen._ De Provinciale Synode van Groningen stelt in de ConceptZendingsorde de volgende wijzigingen voor:

1. In Art. IV a worde de bepaling van den leeftijd geschrapt.

2. Van Art..VI worde de derde alinea geschrapt.

3. In Art. X worde de tweede alinea aldus gewijzigd: „De vereischten, waaraan Inlandsche helpers, in die scholen werkzaam, behooren te voldoen, worden, de algemeene vergadering der arbeiders op het terrein gehoord, door de Depu laten vastgesteld.”

4. In Art. XVII worde de eerste alinea alzoo H gelezen: „De Generale Synode benoemt uit d dubbeltallen, door de Provinciale Synodes ge A steld, tien deputaten met hnnne secundi voor m den dienst der zending, uil elke province één. b In de tweede alinea van dit artikel worde, „ in plaa's van: „vertrek naar het buitenland", i gelezen: „vertrek uit de provincie.”

5. In artikel XXVIII worde de redactie alzoo veranderd: „De Quaestores doen elk jaar rekening en verantwoording aan de Deputaten der Generale Synode voor de Zending. Laatstgenoemden doen telken male rekening en verantwoording aan de Generale Synode. Deze zal geen décharge verleenen dan na gehoord advies van drie deskundigen.”

6. Het woord „missionair" worde overal in deze Zendingsorde door een Nederlandsch woord vervangen.

P. Drente. De Provinciale Synode van Drente betuigt hare instemming met de Concept-Zen dingsorde en adviseert de Generale Synode haar aan te nemen met de volgende wijzigingen.

1. In Art. IV a wórde gelezen in plaats van „30 jaar" : „35 jaar.”

2. In Art. VI alinea drie, worde gelezen: . . . „zal de Classis, deputaten der Generale Synode voor de Zending gehoord op dit punt" enz.

3 het woord „missionair" worde zooveel mogelijk door „Zending(s)" vervangen. l h

I._ Over ijs el. De Prof. Synode van Overijsel adviseert tot aanneming der ontworpen Zendingsorde, maar stelt voor:

1. In Art. VI de laatste zes woorden te vervangen door „een gemotiveerd advies verstrekken.”

2. aan 't slot van Art. XIV bij te voegen; o „als financiëele hulp uit de Generale kas wordt gevraagd.”

I. GEREF. KERKEN VAN MINDER VASTE FORMATIE.

Rapport Kerk van Arnhem, aangaande correspondentie met Kerken, bedoeld Acta Gron. Art. 163 confer. Acta Middelburg, Art. 12 en 13. Rapporteur: Ds. H. Hoekstra.

J. BUITENL.\NDSCHE KERKEN.

a. Rapport van Deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche Kerken (Acta Gron. Art. i6i). Rapporteur: Ds. J. van der Linden. Sec: Ds. B. v. Schelven.

Gelderland, b. De Provinciale Synode van Gelderland, van oordeel, dat de Gereformeerde Kerken in Nederland niet elk afzonderlijk in de geestelijke verzorgingiiarer leden, die naar de Rijn Provincie vertrekken, kunnen voorzien, met voldoening kennis genomen hebbende van den arbeid der Classes Zutfen en Arnhem, die zich de geestelijke belangen dier leden hebben aangetrokken, stelt aan de Generale Synode voor, dezen arbeid te bevorderen.

c. Schrijven van broeders te Tres Aroyos (Prov. Buénos-Ayres, Zuid-Amerika), vergezeld van eene missive van Ds. W. Bouwman te Hallum.

K. KERK EN OVERHEID.

a. Rapport van Deputaten voor de Correspondentie met de Hooge Overheid (Acta Groningen, Art. 161).

b. Rapport van Deputaten voor de requesten inzake de doodstraf en de roepende zonden (Acta Gron. Art. rss). Rapporteur: Dr. A. G. Honig.

c. Zeeland. De Provinc. Synode van Zeeland oordeelt dat vanwege de Gereform. Kerken een stem behoort uit te gaan tot de Hooge Regeering, om weder aan te dringen op de wederinvoering der doodstraf in het burgerlijk strafrecht.

d. Overijsel. De Provinc. Synode van Oiferijsel spreekt haar leedwezen uit, dat de Deputaten der Generale Synode inzake de roepende zonden (zie Art. 155 der Acta '99) geen uitvoering aan hun opdracht gaven.

e. Verzoek van 't Hoofdbestuur der Gereformeerde Vereeniging voor Drankbestrijding, dat de Synode bij de regeering petitioneere in zake drankwetsherziening en afschaffing van den ver koop van sterken drank in de cantine's.

L. KERKBLAD.

a. Rapport over „liet Kerkblad^ (Acta Gron. Art. 52, punt 8 en Bijlage A, 2 op pag. 115).

b. Noord-Holland. De Provinciale Synode van Noord-Holland is van oordeel, dat het onregelmatig verschijnen van „het Kerkblad' in strijd is met het besluit van de Generale Synode.

c. Friesland. De Provinc. Synode van Friesland stelt voor aan de Generale Synode, dat de uitgave van „Het Kerkblad"' gestaakt worde.

M. GRENSREGELING.

a. Bezwaarschrift van den Kerkeraad der Geref. Kerk te Hendrik-Ido Ambacht over de grensregeling tusschen deze Kerk en Zwijn drecht, in 1899 te Groningen vastgesteld.

b. Bezwaarschrift van den Kerkeraad der Geref. Kerk te Beverwijk over de grensregeling met Velzen.

N. WIJZE VAN WERKEN.

Zeeland. De Provinciale Synode van Zeeland raadt der Generale Synode aan, de ingekomen voorstellen enz. niet commissioriaal te behandelen, tenzij ze eerst door de leden der Synode zijn besproken.

O. SAAMROEPING. KOSTEN.

Rapport der saamroepende Kerk van Arnhem (Acta Gron. Art. 163).

Zuid Holland. De Provinciale Synode van Zuid Holland spreekt den wensch uit, dat bij de meubeleering enz. voor de Generale Synode de noodige zuinigheid en soberheid betracht worde, en de vergaderkosten tot een minimum mogen worden beperkt.

Groningen. De Provinciale Synode van Groningen vraagt wijziging van den omslag over de provinciën, voor de kosten der Generale Synode, en stelt voor den rooster aldus vastte stellen: Groningen twaalf, Friesland twaalf, Drente vier, Overijsel zeven, Gelderland zeven, Utrecht acht, N.-Holland veertien, Z.-Holland acht en-twintig, Zeeland vijf, N.-Brabant en Limburg drie procent.

P. ARCHIEF. GEWEZEN MODER MEN VAN GRONINGEN.

Rapport van de Kerk van Amsterdam aangaande het archief.

Rapport van 't gewezen moderamen der Synode van 1899 (Act. Gron. Art. 165)

Aldus opgemaakt, natnens de Kerkeraden der Geref. Kerk van Arnhem {A en B).

H. HOEKSTRA.

H. A. HAFFMANS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juli 1902

De Heraut | 4 Pagina's

AGENDUM DER GENERALE SYNODE.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juli 1902

De Heraut | 4 Pagina's