GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De invloed van het Boeddisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De invloed van het Boeddisme.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Boeddisme wint allengs aan invloed in onze Christelijke landen.

Percentsgewijze mag het aantal bekeerlingen nog niet zoo heel groot zijn, maar het is toch een teeken des tij ds, dat in Parijs, la ville lumière, een stad waarvan het licht eener hoogere beschaving moet uitstralen, het aantal dezer Boeddist-christenen reeds op een 30.000 wordt geschat; dat meer dan een tempel aan Boeddha gewijd, daar verrees en dat de defstigste dames en heeren er een behagen in schijnen te scheppen, zoo nu en dan dezen Boeddhadienst met hun tegenwoordigheid te vereeren.

Thans komt ook uit Duitschland een klacht over de propaganda, die daar door het Boeddisme gedreven wordt. Pastor Hoops te Mittelbüren bij Bremen schrijft er een ernstig artikel over in de Rejormirte ZeUung. Een Boeddistische catechismus beleefde reeds een zesden druk. Een stroom van Boeddistische literatuur wordt overliet volk uitgegoten. En het schijnen vooral de socialistische kringen te zijn, waar de voortreffelijkheid van het Boeddisme boven het Christendom den arbeiders ingeprent wordt.

En evenmin is Engeland en Amerika van dit voortwoekerend kwaad vrij gebleven. Het teekende reeds, dat enkele jaren geleden op het congres aller godsdiensten in Phila­ delphia aan de priesters van het Boeddisme een eereplaats werd gegund. Tot onder de hoogste aristocratische kringen in Engeland vinden „bekeeringen" tot het Boeddisme plaats. En een renegaat van het Christelijke geloof, een Engelschman, die Boeddapriester geworden is, drijft in Ceylon zending voor het Boeddisme en doet de Christelijke missie concurrentie aan.

Nu behoeft het gevaar, dat in deze propaganda schuilt, niet overdreven te worden. Voorloopig is er zelfs geen gedachte aan, dat bij eenig Christelijk volk deze Bceddhavereering vasten voet zal krijgen en naast de Christelijke kerk een macht in de maatschappij zal worden. Te diep heeft het Christelijk geloof nog zijn wortelen in het hart der Christen-natiën geslagen, dan dat een algemeene afval tot deze afgoderij zou te vreezen zijn. En ook al mag het socialisme in Duitschland, om het christendom te ondermijnen, het Boeddisme verheffen, de materialistische levensbeschouwing, die aan het socialisme ten grondslag ligt, wil van geen enkele religie weten. Het Boeddisme met zijn Weltverneinung, zijn strenge ascese, zijn dooding van het lichaam, staat lijnrecht tegenover het socialisme, dat juist in stoffelijke welvaart zijn ideaal zoekt. Het Boeddisme dient in handen der socialisten alleen als stormram, om het hechte' bolwerk der Christelijke kerk stuk te rammelen; maar wanneer het dien dienst bewezen heeft, werpen de socialisten het verachtelijk weg, In de wereldbeschouwing van het socialisme is voor geen godsdienst plaats.

Maar al is een openlijke afval van het volk tot dezen Boeddhadienst niet te duchten, toch mag het oog niet gesloten voor den invloed, die van hun propaganda zelfs in onze christelijke kringen uitgaat. Vooral niet, waar deze propaganda liefst min openlijk wordt gedreven, met opzet den naam van het Boeddisme mijdt en onder allerlei schoonklinkende titels haar waren toeleg verbergt.

Het Boeddisme is de religieuse vorm, waarin het Pantheïsme zich hult. Het is in den grond niet anders dan de verleidelijke gedachte, dat God niet boven de schepping staat, als de Verhevene en Heilige, maar de schepping uit God is voortgevloeid, een deel is van het goddelijk leven en daarom de hoogste bestemming van den mensch daarin ligt, dat hij zijn individueel bestaan vernietigt, om weer te keeren en opgelost te worden in God. Walr dit Pantheïsme in Duischland schier de geheele philosophische ontwikkeling beheerscht heeft en in Fichte, Hegel en Schelling zijn bezielde pleitbezorgers vond, die elk op eigen wijze van dit Pantheïsme uitgaande, een wereldbeschouwing hebben geleverd, daar is het geen toeval, maar leidde de innerlijke consequentie van deze philosophie er toe, dat onder de religiën niet aan het Christendom, dat tegen alle Pantheïsme zich kant, maar aan het Boeddisme de eerepalm werd toegekend.

Van philosophie alleen leeft de mensch niet. De wijsbegeerte mag het denken bevredigen, maar het hart vraagt om meer. Te diep schuilt in de menschelijke ziel het semen religionis, het zaad der religie, gelijk Calvijn het uitdrukte, dan dat hij op den duur zonder godsdienst leven kan. Aanvankelijk, toen het Boeddisme nog minder bekend was, beproefde deze pantheïstische philosophie nog de dogma's van het Christelijk geloof voor deze wijsbegeerte te gebruiken. De belijdenis der Drieëenheid, van de vleeschworiing des Woords, van de inwoning des Heiligen Geestes en de unio mystica met Christus, door het rationalisme als in strijd met het gezond verstand verworpen, werden door deze philosofen uit het slijk weer opgeraapt en als de inkleeding van hooge en heerlijke waarheden weer op de markt gebracht.

Maar dit zelfbedrog kon niet lang duren. Wat de Christelijke kerk alle eeuwen beleed aangaande de menschwording Gods en de inwoning des Heiligen Geestes, heeft met dit Pantheïsme niets uitstaande. Het christelijk geloof handhaaft zoo beslist mogelijk de absolute hoogheid Gods boven al het geschapene. Zijn eerste geloofsartikel is: Ik geloof in God den Vader den Almachtige, Schepper van hemel en aarde. Daarmede staat het lijnrecht tegenover het Pantheïsme, dat van geen schepping weten wil. De eerste bede, door Christus ons op de lippen gelegd, luidt: Onze Vader, die in de hemelen is. Niet in den mensch, niet in het geschapene, maar in den hemel der heerlijkheid zoekt de gemeente God, om Hem te aanbidden. Hoe vaak ook van den aanvang der christelijke kerk ai het beproefd is, het christelijk geloof kan met het Pantheïsme geen huwelijk aangaan. Waar de christelijke belijdenis stand houdt, daar moet het Pantheïsme wijken.

Het behoeft daarom niet te verwonderen, dat dit misleidende spel met het christelijk geloof al spoedig werd opgegeven. Toen vooral door de nauwkeurige bestudeering van de religieuse boeken der Indiërs, het Boeddisme beter bekend werd, achter de bizarre vormen waarin het Boeddisme als in symbolisch kleed zich hult, de eigenlijke grondgedachte werd verstaan, bleek het, dat deze Boeddistische religie geheel met de pantheïstische philosophie overeenstemde, en dat wat deze philosophie in het Christendom vruchteloos had gezocht, juist in deze Boeddistische religie haar op verrassende wijze werd geschonken.

Natuurlijk v/erd daarom niet plotseling het Christendom verworpen en het Boeddisme als de ware religie geproclameerd. Daarvoor beheerscht het Christendom nog te sterk de publieke opinie. Er waren slechts enkelen, die den moed hunner overtuiging hadden, openlijk met het Christendom braken en als volgelingen van Boeddha optraden. Maar de groote meerderheid bleef uitwendig nog aan het Christendom getrouv/.

Op veel subtieler en juist daarom zooveel te gevaarlijker wijze werd het gif in omloop gebracht. Christendom en Boeddisme werden

beide de groote uitingen van den religieuzen aanleg van den menschelijken geest genoemd. Ze waren niet absoluut onderscheiden als valscke en ivare godsdienst, maar er bestond tusschen beide slechts een gradueel verschil. Wie de religie v/ilde bestudeeren, moest daarom niet eenzijdig aan het Christendom alleen zijn aandacht schenken, maar evenzeer het Boeddisme leeren kennen. De faculteit der Godgeleerdheid werd een faculteit der religiewetenschap en aan schier alle hoogescholen werd college over het Boeddisme gegeven.

Toch kon men bij deze juxtapositie niet blijven stilstaan. Bij de religie is het niet te doen om een zekere uiting van het menschelijk gevoel, maar om de luaarheid. En zoo schreed het proces dan ook hier voort. De beoefenaars dezer religie-wetenschap ontdekten allerlei overeenkomst tusschen woorden van Boeddha en uitspraken van Jezus; tusschen ceremoniën en instellingen der Christelijke Kerk en die van het Boeddisme. Toevallig kon dit niet zijn. Er moest tusschen beide een verband bestaan. En daar het Boeddisme ouder was dan het Christendom, kon er geen andere oplossing gevonden worden, dan dat Jezus van Nazareth zijn hooge en heerlijke gedachten aan Boeddha ontleend had. Het Boeddisme met zijn heilige boeken was het eigenlijke en ware Christendom, dat slechts in onzuiveren vorm door den trechter van Christus'en zijn Apostelen tot ons gekomen was. Wie waarlijk Christen wilde zijn, moest tot het Boeddisme terugkeeren.

Heel lang kon deze mystificatie echter niet duren. Ook al doet deze dwaze legende nog in allerlei populaire handboeken als resultaat van het wetenschappelijke onderzoek de ronde, een nauwkeuriger historisch onderzoek heeft afdoende aangetoond, dat van een afhankelijkheid van het Christendom van het Boeddisme geen sprake kan zijn. De „heilige boeken" der Boeddisten, waarop men zich beroepen had, bleken r jet ouder maar jonger dan het Christendom te zijn. De schijnbare overeenkomst tusschen enkele ceremoniën van de Christelijke Kerk en het Boeddisme , vond haar natuurlijke verklaring in het feit, dat deze ceremoniën bij alle religiën gevonden worden en de natuurlijke uiting zijn van het religieus gevoel. De voorstelling van een Boeddistischen Christus was niets dan een spel der verbeelding en vond in de historie niet één enkelen grond.

En toen werd ten slotte het masker afgeworpen. De Christelijke religie was van semietische herkomst; in Christus leer was de Jood aan het woord. Eeuwenlang had deze Christelijke religie de kinderen van Japhet geknecht onder den Joodschen geest. De echte, de ware religie, die bij de Europeesche volkeren hoorde, waarin hun geest zich vertolkte, moest niet in Palestina, maar in Indie, de bakermat van het Indo Europeesche ras worden gezocht. Het Pantheïsme was de religie der Germaansche volkeren van den oorsprong af geweest, en daarom, na lang te zijn afgedwaald van de religie hunner vaderen, moesten de kinderen van Japhet uitgaan uit Sem's tente en weerkeeren tot dat geloof, dat alleen bij hun geestelijken aanleg, bij hun denkwereld, bij hun gemoedsleven paste. Niet het Monotheïsme van Israel, maar het Pantheïsme der Indiërs was de religievorm voor ons bestemd. Wie dit proces nagaat, zal het begrijpen waarom vooral in onze nieuwe litteratuur het Boeddisme zulk een hoofdrol speelt. Het moge dan als een mystiek Pantheïsme zich aandienen, of wel gelijk bij Borel openlijk een aanbeveling van het Boeddisme worden, dit raakt alleen den vorm, maar niet het wezen. Slag op slag kunt ge in deze letterkunde, die met graagte door ons opkomend geslacht verslonden wordt als het ware levensbrood voor den honger hunner ziel, gedachten vindt, die vloeken met de christelijke religie en in wondere harmonie zijn met wat het Boeddisme leert.

En daarnaast, zeker niet minder gevaarlijk, treedt een andere richting op den voorgrond, die in de arnalgamie, de samensmelting van Boeddisme en Christendom, naar een hoogeren religievorm zoekt. Boeddisme en Christendom zijn niets dan vormen, symbolen, waarin de ware Goddelijke wijsheid zich verborgen houdt. Het is de theosophie, die ook in ons land een zoo ijverige propaganda drijft, welke meent deze goddelijke wijsheid te hebben gevonden. In alle grootere steden van ons land houden deze theosophen hun samenkomsten; Amsterdam is reeds een afzonderlijk huis voor deze theosophie rijk; beroemde sprekers treden in deze meetings op; in onze dagbladen wordt er verslag van gegeven; als haute nouveauté op religieus gebied trekt deze theosophie de aandacht, en het behoort reeds tot den bo7i ton ook eens naar zulk een theosophische bijeenkomst te gaan.

Ook deze Theosophie nu is niets anders dan een verkapt Boeddisme, een Boeddisme zonder de uiterlijke vormen, een Boeddisme met een Christelijk etiket. De overste Henry S. Olcott, die president is van een theosophisch gezelschap, gaf in 1886 een boeddistischen Catechismus uit in het Singaleesch, die ten doel had-onder de Singaleezen den invloed van het Christendom tegen te gaan en hen voor het Boeddisme te behouden. Annie Besant erkent openlijk, dat ze op haar reizen in Indië deze ware theosophie heeft leeren kennen. En al mag het echte Boeddisme in Indië maar half tevreden zijn met de orthodoxie van dit geëuropeïseerde en gemoderniseerde Boeddisme onzer theosophen, de propaganda, die het voor het Boeddisme maakt, wordt toch dankbaar erkend.

Zoo dringt het Boeddisme van drie zijden onze Chistelijke maatschappij binnen. Ónze „religions philosophen" leeren onze theologen het Boeddisme bewonderen als den zuiversten vorm van het Pantheïsme. Onze nieuwere letterkunde draagt de Boeddistischphantheïstische wereldbeschouwing ongemerkt bij ons binnen. En de theosophen prediken een christelijk getint Boeddisme alt de ware religie, die het menschelijk hart alleen bevredigen kan.

Niet ernstig genoeg kan daarom tegen dit gevaar gewaarschuwd.

Het gevaar niet vai hel onvervalschte Boeddisme, dat in een Boeddatempel voor een Boeddabeeld geknield ligt, maar het gevaar dat allengs onze Christelijke wereldbeschouwing, onze Christelijke moraal, ons Christelijk geloof zal plaats maken voor een wereldbeschouwing, een moraal, een geloof, die aan het Boeddisme ontleend zijn.

In Sem's tente alleen vindt Japhet, naar de oude orakelspreuk door Noach gesproken, den God des Verbo.nds. En als Japhet Sem's tente verlaat, om daarbuiten naar den levenden God te zoeken, vindt Japhet den Al-god, die geen god is, maar een verdichtsel van des menschen geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 november 1902

De Heraut | 4 Pagina's

De invloed van het Boeddisme.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 november 1902

De Heraut | 4 Pagina's