GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

De Veenkolonie van Nieuw-Dordrecht

(Drente’s Zuidoosthoek).

Nogmaals de schreiende nocd!

Geliefde Broeders en Ztisters in Jezus Christus!

Vergeeft ons gel., als wij u nogmaals met den fchreienden nood onzer veenkolonie komen lastigvallen. Maar wij kunnen en mogen niet zwijgen tot hier de grondslagen voor een Christelijk en maatschappelijk leven zijn gelegd, waarop toch ieder Christenmensch aanspraak heeft. Zulks ontbreekt hier ten eenenmale; èn geestelijke èn stoffelijke hulp is dringende eisch voor de Christenen in ons vaderland.

Wij begonnen met te vragen om een school voor hel jeugdig geslacht, ten einde het door Christelijk onderwijs op te heffen uit den poel van donkerheid en ellende, tot het licht en de beschaving van het Christelijk maatschappelijk leven. Die arbeid is nog niet ten einde. De schoolbouw overtreft onze raming, omdat de school groot moet zijn Het aanvankelijk succes op onze roepstem om hulp gaf het bestuur den moed om het werk met spoed door te zetten. Evenwel / lo.ooo zijn daartoe noodig en nog ƒ 4000 ontbreken om, D.V., nog bij den aanvang van dezen zomer de school met pl.m, 145 kinderen te kunnen openen.

Wij bidden u, beschaamt onze hope niet! Wilt dit werk krachtig blijven steunen! Gij, Broeders en Zusters, die tot nog toe niets deed, och helpt ons; maar ook gij, die uwe gaven zond, och, zoude uwe barmhartigheid voor dezen nood niet zoo groot zijn, dat ge uwe gave wildet verdubbelen ? Voleindigt dit werk van Christelijke barmhartigheid, dat zoo heerlijk en met zoo warme liefde uwerzijds is aangevangen; doch op voltooiing wacht. Een heerlijk voorbeeld gaf de familie J. te Rotterdam, die in eigen kring een suppletiefonds oprichtte, waardoor thans reeds een dertien-tal kinderen worden instaat gesteld, het Christelijk onderwijs te genieten. Ja, indien ge, gelijk deze familie hier de toestanden kent, ze ook zelf maar eens kondet gadeslaan en de ellende geestelijk en stoffelijk aanschouwen, zeker dan zoude, al ware het ook uw laatste penning, ter hulpe worden aangeboden. Och, laat dan Christelijk medelijden u voor onze arme kolonisten bezielen ! Er wordt hier al zooveel geleden, en moet dan na zooveel ellende dit geslacht reddeloos verloren gaan ? O, dat het niet eenmaal tegen éen onzer ooit getuige!

Ook thans bij de vele kranken, die ter nederliggen in de schamele hutten, op armzalige legersteden, ontoereikend gedekt voor den snerpenden wind, die huilende door de reten en gaten dringt en den armen kranke komt teisteren, als spande hij alle kracht in om het lijden nog akeliger te doen zijn om zijn dood te verhaasten, breekt u het hart, waar ge daar hulpeloos op die ellende moet staren. Stelt u voor een drama, zooais wij nog onlangs o. a. aanschouwden. Eene vrouw van ruim 60 jaren, liggende in een donker hok op wat kaf, bedekt met lompen. Het hoofd omwonden met een gescheurden rooden doek, het ongekamde haar verwilderd hangende over het gelaat. Geen vleeschkleur is ergens ook meer op den ontblooten hals, het aangezicht of de armen te erkennen. Het zit alles onder een dikke laag van vuil en smeer. Sedert maanden was ze zeker niet gewasschen. Slechts op twee plaatsen was de kleur der huid nog te onderscheiden. Het waren gioote ronde kringen, rondom de vochtige jeneveroogen, die met den knokkel van den wijsvinger der rechterhand blijkbaar gedurig waren weggeveegd. Daar was nog eenige blankheid der huid waar te nemen; doch dit gaf zoo iets spookachtigs om aan te zien, dat men er van moest rillen en de arme lijderes al het menschelijke in haar voorkomen deed missen. Het eenige opwekkende (? ) middel dat wij waarnamen, was een glas gevuld met jenever. Zij lag daar stervende. Geen andere gewaarwording konden wij in hare ziel opwekken, dan vreeze voor den dood en het oordeel. O. schrikkelijk einde! Een ziel nog zwarter dan het uitwendig gelaat. Hier stond ik met machteloosheid en diep medelijden geheel verslagen. Geen hope voor de eeuwigheid, geen hulpe voor dit leven en toen ik de hut dezer jammerlijk ellendige verliet, gedacht ik met weemoed aan het Schriftwoord, Spr. 31 : 6: Geeft sterken drank dengene, die verloren gaat, en wijn dengenen die bitterlijk bedroefd van ziele zijn."

Beseft gij dan ook, broeders en zusters, wat wij onder deze toestanden lijden?

Beseft gij ook hoezeer hier, meer dan ergens elders, hulp noodig is?

Beseft gij ook wat er worden moet van de jeugd, die onder zulke omstandigheden opgroeit? Och, mocht er zich nog eens een comité vor men van edele Christenen in den lande, om hier een gebouwtje met een paar lietdezusters te plaatsen, tot Christelijke verpleging onzer lijdenden!!!

Voor ditmaal genoeg, gaarne geven wij meerdere inlichting voor wie er meer belang in stelt en tot helpen bereid is.

Helpt ons, om Jezus wil, in den nood en steunt ons dan broeders en zusters krachtig door uwe gaven en het gebed!

Heilbiddend,

Uw Dw. Br. in Christus,

Nieuw-Dordrecht, Febr. I903.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's