Kerkelijke rechtspraak.
Amsterdam, 19 Juni 1903.
Een typisch staaltje van de eigenaardige wijze, waarop in de Hervormde kerk recht wordt gesproken, levert het vonnis, door het classicaal bestuur van Amsterdam geveld over den onbezoldigden godsdienstonderwijzer Th. van Eesteren.
Deze godsdienstonderwijzer was voorstander van de „geloofsgenezing op het gebed, " stak zijn gevoelen niet onder stoelen of banken, maar dreef er 'openlijk propaganda voor, en werd deswege door denkerkeraad in zijn betrekking geschorst.
De geschorste kwam nu in hooger beroep bij het classicaal bestuur, dat niet alleen de schorsing handhaafde, maar hem ook vervallen verklaarde van de bevoegdheid tot het uitoefenen van kerkelijke rechten en tot het aanvaarden van kerkelijke bedieningen, omdat hij door zijn handelwijze in strijd kwam met zijn belofte, „den Heiland getrouw te willen volgen, en den bloei der Nederlandsche Hervormde kerk te bevorderen, ja, overeenkomstig de beginselen en het karakter dier kerk, het Evangelie van Jezus te onderwijzen en te verkondigen."
Een zeldzaam geval dus van „leertucht" in de Hervormde kerk, te opmerkelijker, omdat als eerste onderteekenaar van dit classicale vonnis, de naam staat van Ds. E. Laurillard!
Natuurlijk denken wij er niet aan, het voor dezen godsdienstonderwijzer op te nemen. De leer van de „genezing door het gebed alleen, " is ook in ons oog een gevaarlijke leer, die Christus' kerk te bestrijden heeft.
Maar wat in dit vonnis ons ergert is, dat het classicaal bestuur van Amsterdam een godsdienstonderwijzer uit al zijn kerkelijke rechten ontzet, en bij publiek vonnis voor heel de kerk te schande maakt, omdat hij voor de gebedsgenezing ijvert, terwijl ditzelfde classicale bestuur geen vinger uitsteekt naar de moderne predikanten, die openlijk de Schrift verwerpen, Christus' godheid loochenen, het zoenbloed van het kruis verachten, en van de wedergeboorte door den Heiligen Geest niets weten willen. Ja, dat ditzelfde classicale bestuur een dier predikanten tot zijn voorzitter kiest, en door hem dit banvonnis teekenen laat.
Hier geldt meer d? n ooit het: Wee u! van Christus over hen, die den mug uitzijgen en den kemel doorzweigen,
Zulk een tuchtoefening openbaart erger nog dan volkomen tuchteloosheid, hoe diep een kerk zinkt, die den „bloei van haar eigen kerk" stelt stelt boven de waarheid Gods, en alleen als er gevaar dreigt, dat ieltjes voor haar zullen verloren gaan, - naar en banbliksem grijpt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1903
De Heraut | 4 Pagina's