GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bekende G. uit A. geefc in De Bazuin een reeks artikelen over: „Levensbeschoumng naar het Doopsformulier, " die, gelijk al wat van deze welversneden pen tot ons komt, door frischheid van toon uitmunt.

Ditmaal handelt de schrijver over het verband tusschen onze levensbeschouwing en het volkskarakter:

De beschouwiijg van het leven die uitgaat van de Schepping, heeft tot uitgangspunt de openba ring, de erkenning van het feit, dat God zich in zijn woord geopenbaard heeft, en dat wij daaruit weten, dat God alles heeft geschapen en nog door Zijnen eeuwigen raad en voorzienigheid onderhoudt en regeert.

En de andere beschouwing heeft tot uitgangspunt óf de onwetenheid, de stelling: wij weten van het begin en einde der dingen niets af, óf de meer positieve stelling: er is geen God.

En zoo zijn er ook op dit gebied allerlei variaties. Afkomst, levenskring, opvoeding, temperament, voor-en tegenspoed, alles heeft invloed op onze beschouwing van het leven.

Ook in wat men de Christelijke levensbeschouwing noemt is verschil, dat weder met al het genoemde in verband staat.

Er zijn Christenen die wat men noemt een vroolijk temperament hebben. Dit komt in alles uit. ZIJ zien immer de lichtdjde van het leven en hebben weinig behoefte aan de vermaning: verblijdt u altijd! Ze worden bemind en geprezen en verspreiden licht en vroolijkheid om zich heen. Maar er zijn ook Christenen, die een zwaarmoedig en teruggetrokken temperament hebben. Zij hebben zout in zichzelven, maar weinig vrienden, met wie zij van hart tot hart kunnen spreken, en uiten vaak den diepen weemoed van hun hart in woorden van humor, en, als de weemoed in bitterheid ontaardt, in woorden van vlijmende satire.

Want de wedergeboorte heft het natuurlijke niet op, maar vernieuwt het in beginsel, en dus ten deele in de uitwerking: want een beginsel is hetgeen waarvan of waarbij men begint. Het einde, of de voleinding, der wedergeboorte, komt eerst na de opstanding uit den dood, in den staat der heerlijkheid.

Spreken wij dus van levensbeschouwing naar het Doopsformulier, din bedoelen wij daarmede die Christelijke levensbeschouwing, welke in dit geschrift heerscht.

Men heeft wel eens de opmerking gemaakt, dat het Duitsche volkskarakter volkomen ongeschikt is voor het Calvinisme.

Aan de Duitschers de poëzie, aan de Franschen de logica: aan den een het lied; aan den anderen de redeneering.

Dit is niet zoo bedoeld, dat een Duitsch Christen niets anders doet dan zingen en een Hollandsch Christen volstrekt niet zingt en niets anders doet dan redeneeren; maar bedoeld is, dat bij den een het lied en bij den ander het redeneeren den boven toon, het overwicht heeft.

Luther en Calvijn waren beiden mannen Gods, tot groote dingen bestemd en bekwaam gemaakt, maar welk een verschil tusschen die twee menschen !

Luther, de man uit de kleine burgerij, bestemd voor de rechtsgeleerdheid, omdat zijn vader voordeel en eer voor zijn zoon begeerde, maar die om in zijn onderhoud als student te voorzien, langs de huizen moet loopen te zingen; Calvijn van deftiger afkomst, als knaap reeds een vast inkomen uit kerkelijke goederen genietend, aan de beroemdste scholen van zijn tijd studeerend, zonder haast om klaar te komen en zijn brood te verdienen. Luther plotseling bekeerd en in het klooster geworpen, kermend en klagend over zijne zonden; Calvijn van stap tot stap, al studeere.id en schrijvend en strijdend geleid, van schemering tot licht, tot het volle daglicht gebracht, den weg des gelooft en der be keering bewandelend, en zich met al zijn weten­ schap, met ziel en lichaam onderwerpend aan de souvereiniteit Gods. Luther, geboren en levend in het soldatenland, de regeering, zelfs der Kerk, aan de bestaande overheid overlatend; Cal ijn, gebracht in het land der vrije burgers, zelf wetgevende, de Overheid inrichtend naarmate hij geloofde de eisch van Gods woord te zijn. Luther zijn eigen lied aan zijn volk schenkend; Calvijn zijn volk leerend de psalmen Davids te zingen.

Inderdaad, er ligt waarheid in het gezegde van Luther, dat de Zwitsers van een anderen geest zijn dan de Duitschers.

De schrijver gaat zeker wel wat ver, wanneer hij aan de Franschen de logica en aan de Duitschers de poësie toekent, maar overigens is er menige trek in dat beeld, die juist is geteekend.

Dat de Luthersche kerk alleen in Duitsche landen invloed won, toont wel, hoe nauw het Duitsche volkskarakter met den Lutherschen geest verwant is.

Het Calvinisme bezit ook daarin den voorrang, dat het niet binnen de enge banden van het nationale leven zich opsluit, maar geschikt bleek voor de meest uiteen loopende volkeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's