Officieele Berichten.

ZENDING ONDER DE JODEN.

BEMOEDIGENDE VERSCHIJNSELEN.

Hebben we tot onze diepe droefheid er meer malen op moeten wijzen hoe in tal van Kerken weinig belangstelling openbaar wordt omtrent den treurigen toestand van Abrahams vkesche lijke nakomelingen; het is ons een oorzaak van groote vreugde thans te kunnen meêdeekn, dat er kennelijk eenige kentering is te bespeuren. Wel vloeien de giften nog niet zoo bijzonder ruim; toch is er vooruitgang waar te nemen, o. a. hierin bestaande, dat uit kringen, waar men vroeger zich niet om de Joden scheen te bekommeren, nu en dan offers der liefde inkomen.

Maar vooral is het een bemoedigend verschijn sel, dat ook door Kerkeraden de behoefte die per wordt gevoeld dan weleer, om het lot der joden zich aan te trekken. Zoo is in een spanne tijds uit onderscheidene Kerken tot één det Deputaten de vriendelijke uitnoodiging gericht om een Bidstond voor de Joden te komen hou den. En al kon nu, wegens arbeid in eigen gemeente, als anderszins, maar .aaa enkele dier uitnoodigingen worden voldaan, toch spreekt het feit voor zich zelf. Bemoedigend vooral was het dat, toen een der Deputaten de vorige maand in een onzer Kerken op een avond in de week optrad, er stoelen bij moesten worden gezet, en een schare van zeker 500 menschen met ademlooze stilte de zaak der Joden wilde hooren bepleiten. Bemoedigend, dat niet alleen de collecte zeer verrassend was, maar dat eenige dagen later ook nog een nagift ingekomen is.

Bemoedigend is het, dat genoemde uitcoodi gingen niet enkel meer komen uit Kerken van '34, maar dat ook de Broeders die in '86 ont komen zijn, meer begeerte openbaren dan wel vroeger, om speciaal op het volk der Joden te worden gewezen.

Och, had men over wat meer tijd en krachten te beschikken, hoe gaarne zou men overal willen optreden, waar een deur door geliefde Broeders wordt geopend.

Nu echter één man ook maar één weg gaat, de arbeid in eigen gemeente ia de eerste plaats moet worden behartigd, en daarom van veel tijdroovende reizen moet worden afgezien, nu zeggen we: laten toch de Leeraars zelf in eigen kring in het belang der Joden eens optreden, en tot het gebed voor dat thans helaas! zoover aigewekene volk, aansporen. Als zij, des Heeren knechten, zich opmaken en bouwen, zal God van den hemel ook dit werk wel doen gelukken.

Er is nog meer bemoedigends, waarop we kunnen wijzen.

Zooals ieder weet, althans kan weten, is onze Colporteur, Broeder Smit, sinds een jaar of vier in den Haag werkzaam.

Van dag tot dag tracht hij gesprekken aan te knoopen en tractaten te verspreiden, hetwelk meestal ook gelukt, al is het niet immer van aangename gevolgen, en al schijnt het menigmaal een ploegen op rotsen te zijn. Sinds geruimen tijd gevoelde hij dan ook de begeerte om ook nog op andere wijze tot heil der Joden werkzaam te zijn. En ziet! boven bidden en denken heeft de Heere deze begeerte vervuld.

In overleg met het plaatselijk „Comité tot bevordering der Zending onder de Joden" is eene wekelijksche Bijbellezing voor volwassen Joden en Jodinnen in het leven geroepen, die nu al eenige malen telkens door pl.m. 20 zonen en dochteren Abrahams - werd bijgewoond. Br. Smit behandelt dan dat gedeelte uit Mozes en de profeten, hetwelk den vorigen Sabbath in de Synagoge is gelezen. Niet alleen is alles ordelijk toegegaan, maar er werd ook met aandacht geluisterd, terwijl een enkele zelfs verklaarde gaarne langer te zijn gebleven.

En eindelijk kunnen we nog meêdeelen, dat we in den laatsten tijd briefwisseling hebben kunnen houden met een Joodsch jongeling, die vast gelooft, dat Jezus is de Christus, en be hoefte gevoelt, dien Christus als Zaligmaker voor zijn arm zondaarshart noodig te hebben.

Om den Heiland te kunnen belijden, en zich vrij onder ons Christenvolk te kunnen bewegen, heeft hij de ouderlijke woning moeten verlaten, is thans als bediende in een Manufactuurzaak bij Christenen werkzaam, en ontvangt bij een onzer leeraren onderwijs, ten einde voor het afl< ; ggen van openbare belijdenis te worden voorbereid.

De brieven, die we van hem ontvangen, maken ook op anderen, die ze gelezen hebben, een zeer aangenamen indruk.

Gedenken 'we zijner veel in de gebeden; want de strijd, dien zoo'n Joodsch jongeling heeft te strijden, is zwaarder dan de meeste Christenen zich kunnen denken. Ea spore ons al het meegedeelde aan om de belangen van Gods oude volk in het algemeen, hoe langer hoe meer voor den troon der genade neer te leggen; waarbij wij dan den arbeid vandebroe ders en zusters in den Haag en Rotterdam wel niet zullen vergeten.

Maar laten we dien arbeid ook met onze stoffelijke gaven steunen; want de eenmaal weivoorziene kas zal, als er geene merkbare verandering komt, weldra uitgeput zijn.

Daarom Iiopen we van harte, dat vele Kerke raden, in navolging van enkele, besluiten zullen om eene collecte te houden voor de Zending onder de Joden, gelijk we een collecte hebben voor de Heidenen.

Penningmeester is de beer N. Koops, Oosterstraat 25, Rotterdam.

Als men de gelden direct aan hem over maakt, dan kunnen tijd en porto's worden bespaard.

Met den innigen wensch dat Israels God ons vee! gebed geve voor de beminden om der Vaderen wil, wordt het heil der Joden aan de biddende belangstelling van al des Heeren volk minzaam aanbevolen door hun broeder uit Israël,

E. KROPVELD.

Rijswijk, 27 Dec. '04.

P.S. Onze Kerkelijke bladen worden vriendelijk, maar tevens dringend verzocht, bovenstaande zoo spoedig mogelijk over te nemen

E. K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen