GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ohristelijke feestdagen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ohristelijke feestdagen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opmerking werd ons gemaakt of wij, door uit de Rotterdamsche Kerkbode met instemming een artikel over te nemen, waarin op het hoog belang van de Christelijke feestdagen gewezen werd, niet in strijd kwamen met het gevoelen onzer Gereformeerde Vaderen, die van geen anderen „heiligen dag" wilden weten dan den door God zelf ingestelden Sabbathdag.

Nu kan dit belangrijk vraagstuk zeker niet in een kort artikel terloops worden afgedaan. Wanneer de artikelenreeks over „Onzen Eeredienst" wordt voortgezet, komt dit onderwerp van-zelf aan de orde. Eerst dan kan principieel op deze quaestie worden ingegaan.

Thans zij er alleen op gewezen, dat de strijd onzer Vaderen een geheel andere was, dan dien wij te voeren hebben.

In de Roomsche Kerk was debeteekenis en waarde van den Sabbathdag geheel in de schaduw gesteld door de zoogenaamde „heilige dagen". Hoe ernstig het gevaar was, dat hierin èn voor de religie èn voor de economische belangen school, behoeft hier niet uiteen te worden gezet. Uit scherpe reactie daartegen hebben zoowel Calvijn te Geneve als John Knox in Schotland zich tegen alle feestdagen verklaard en wilden zij alleen den Sabbath vieren. Geen menschelijke of kerkelijke inzettingen, maar alleen Gods Woord mocht regel voor den kerkelijken eeredienst zijn.

In Nederland heeft deze strenge opvatting echter nooit ingang gevonden. Al wilden onze oudste Synodes de feestdagen zooveel mogelijk beperken, en al gingen enkele theologen onder den invloed van de puriteinsche richting in Engeland nog verder, het volk hield aan de groote Christelijke feestdagen vast en onze Synodes zijn voor den aandrang van het volksleven gezwicht. Een absoluut principe is er niet van gemaakt.

Ook naar onze overtuiging behoort de vraag van de christelijke feestdagen tot de „middelmatige dingen". Mits deze feestdagen maar niet dienen om eenig heilige te verheerlijken, maar uitsluitend gewijd worden aan de herdenking van de groote feiten uit Christus' leven, en het onderscheid tusschen deze door de Kerk verordende dagen en den door God ingestelden Sabbathdag maar niet uit het oog verloren worde, hebben we tegen de instandhouding dezer feestdagen geen bezwaar.

Indien we geestelijk zoo hoog stonden, dat de machtige heilsfeiten altoos even klaar en helder op ons bewustzijn inwerkten, waren die feestdagen niet noodig. Maar dit is niet zoo. En daarom is het goed, dat op gezette tijden in de prediking de beteekenis uiteengezet worde van Christus' geboorte, lijden, opstanding, hemelvaart en de uitstorting des Heiligen Geestes. We sluiten ons daarbij, wat de keuze dier dagen betreft, aan bij het gebruik van de algemeene Christelijke Kerk; en al weten we, dat Christus niet op z^ December is geboren en Passie, Paschen en Pinksteren elk jaar verspringt, er is geen reden voor onze Kerken om van het algemeen Christelijk gebruik af te wijken.

Voorzoover deze feestdagen saamvallen met den Rustdag dragen ze vanzelf een heilig karakter. Ze zijn dan niet heiliger dan de gewone Sabbath, maar om den eisch van het Vierde gebod behoort op dien dag alle slaafsche arbeid stil te staan en zou het zonde zijn tegen God, dien dag tot een dag van uitspanning ofgenot te maken.

Voorzoover ze daarentegen, gelijk Kerstfeest, 2e Paasch-en Pinksterdag en Hemelvaartsdag niet op een Sabbath, maar op een gewonen dag der week vallen, kan van een Goddelijk gebod tot .stilstand van arbeid geen sprake zijn. Wel brengt de volksgewoonte mede, dat op dien dag niet gearbeid wordt, rekent de Overheid deze dagen ofificieel tot de feestdagen en roept de kerk de geloovigen dan saam tot de bediening des Woords, maareen Goddelijk gebod om op dien dag niet te werken of naar de kerk te gaan, is er niet.

De vraag of het daarom wenschelijk is juist op deze Christelijke feestdagen algemeene vergaderingen te houden, zooals Zendingsfeesten, jongelingsbonden enz., laten we thans rusten. Principieel af te keuren is dit niet. Het geldt alleen een practisch belang. Eenerzijds is het zeker wenschelijk, dat de saamkomsten der gemeente, die op die dagen gehouden worden, niet-noodeloos worden verzuimd. Maar men vergete niet, dat deze saamkomsten geheel op één lijn staan met de gewone wekelij ksche godsdienstoefeningen, en dSt elke poging om deze tweede feestdagen een karakter van heiligheid toe te kennen als aan den Sabbath, ons af zou voeren van de Gereformeerde lijn. En anderzijds mag niet uit het oog verloren, dat saamkomsten van groote bonden moeilijk anders kunnen gehouden worden dan op zulke dagen, waarop de gewone arbeid stilstaat. De vraag is dus, wat in dit geval den doorslag moet geven: of het algemeen Christelijk belang, dat door deze bonden wordt nagestreefd, óf het kerkelijk belang, dat de sa^mkomsten der geloovigen behooren bezocht te worden. Het antwoord op die vraag is niet generaal te geven en hangt van allerlei bijkomende omstandigheden af.

Maar hoezeer we dus ook onderscheid maken tusschen deze kerkelijke feestdagen en den door God ingestelden Sabbathdag, in dit opzicht hebben we een geheel anderen strijd dan onze Vaderen, dat we staan niet tegenover de Roomsche Kerk, die de heilige dagen vermenigvuldigt, maar tegenover den geest van het ongeloof, die de groote feiten uit Christus verlossingswerk loochent en daarom op publiek terrein de herdenking van die feiten niet langer erkennen of door feestdagen aan de natuur, het familie-en volksleven ontleend, vervangen wil. Zoo en niet anders is het voorstel bedoeld, door een socialist in de Fransche Kamer aanhangig gemaakt. En in zooverre daarin de antichristelijke geest van de Revolutie weer tot openbaring komt, gaat daartegen ra& i ó, ^ Rotterdamsche Kerkbode ons protest.

In de erkenning door de Overheid van onze Christelijke feestdagen ligt nog een bewijs, dat we een Christelijke natie zijn. Dat stoot en ergert de partij, die op staatkundig gebied van geen Christelijke beginselen weten wil. Haat tegen Christus en Zijn Kerk drijft deze partij, waar zede Christelijke feestdagen wil afschaffen. Daarom verzetten we ons tegen dit onheilig streven en gelooven we, dat onze Gereformeerde vaderen, levende in onzen tijd en staande tegenover denzelfden vijand als wij, in de handhaving dier Christelijke feestdagen nog een bolwerk tegenover den geest des ongeloofs zouden zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Ohristelijke feestdagen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1905

De Heraut | 4 Pagina's