GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het gebed in het gezin.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebed in het gezin.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een accuraat lezer wijst er ons op, dat in ons hoofdartikel in No. 1464 geeegd werd, dat in het gezin door den huisvader het tafelgebed moet worden gesproken, terwijl in No. 1452 de opmerking voorkwam, dat „het gezin eerst ontstaat, wanneer uit het huwelijk kinderen v/orden geboren." Beide uitspraken met elkaar in verband brengende, doet hij ons nu twee vragen: vooreerst of de roeping van den man om in het gebed voor te gaan, eerst begint, als er kinderen zijn geboren en een gezin ontstaan is, dan wel of die plicht op hem rust als man in het huwelijk? En ten tweede, of er zich nooit gevallen kunnen voordoen, dat het uitspreken van het openlijke gebed ook door een der andere huisgenooten moet worden verricht?

De eerste vraag is zeker het gemakkelijkst te beantwoorden, want het spreekt wel van zelf, dat de priesterlijke roeping van den man om in het gebed, voor te gaan, niet eerst ontstaat doordat er kinderen geboren worden, maar van meet af op hem rust. In het eerste citaat werd eenvoudig geconstateerd, dat in het gezin niet aan de kinderen of aan de moeder, maar aan den huisvader de plicht opgelegd is om het tafelgebed te doen. Maar daaruit af te leiden, dat zoolang er geen gezin in de volle beteekenis des v/oords bestaat, omdat de kinderen ontbreken, die plicht dus niet zou bestaan, is een conclusie, die geheel onjuist is.

Moeilijker is het zeker, de tweede vraag te beantwoorden. Wanneer God aan het hoofd des gezins deze priesterlijke taak oplegt, is het zeker niet goed, wanneer een ander die taak overneemt. Toch spreekt het wel vanzelf, dat ook deze regel niet zonder uitzondering is. Wanneer de huisvader ziek is of afwezig, moet de moeder de taak van haar man wel overnemen. Evenzoo wanneer de man wel, aanwezig is maar door lichamelijke gebreken, bijv. stomheid of geesteskrankhdd, het gebed niet doen kan. En eindelijk bestaat ook de mogelijkheid, dat de huisvader totaal ongeloovig is, daarom niet bidden wil, maar er geen bezwaar tegen heeft, dat zijn vrouw of een zijner kinderen een zegen voor den maaltijd vraagt. Al deze gevallen zijn echter uitzonderingen en heffen den regel niet op, m.aar bevestigen dien. In normale verhoudingen behoort de huisvader deze plechtige handeling van het gebed uit naam van zijn gezin te doen. En tenzij bepaald onvermogen hem dit belet, is het een schuld voor God wanneer hij deze taak aan anderen overlaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Het gebed in het gezin.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's