Verplaatsing van Kampen’s gymnasium.

Ook Prof. Honig heeft in De Bazuin ttn rnstige waarschuwing geschreven, om de vraag of men het kerkelijk gymnasium te Kampen houden zal, dan wel het aan een vereeniging te Groningen zal overdoen, toch niet tot een partijzaak te maken.

Hij schreef er dit van:

Het is mijn doel niet in dit stukje te behandelen hetgeen voor en tegen de overplaatsing van het Geref. gymnasium in hel midden is gebracht. Misschien bestaat daartoe later voor mij aanleiding. Ik wil er daarom thans alleen dit van zeggen, dat mijns inziens de voordeelen die aan eene verplaatsing naar Groningen verbonden zijn, niet genoeg in hel licht zijn gesteld, en dat mogelijke nadeelen tegen waarschijnlijke voordeelen voor de Theologische School meer opgewogen hadden moeten worden.

Natuurlijk is het eene geheel andere quaestiej of de voorwaarden, waarop de Vereeniging te Groningen het Gymnasium wenscht over te nemen, aannemelijk zijn. Het zou kunnen blijken, dat zij van dien aard waren, dat de curatoren der School er althans nu niet op duifden ingaan. Zij zouden uit geldelijk oogpunt al te bezwaarlijk kunnen zijn. Maar ook al moest dit voorloopig of di finiiief de uitslag zijn toch zou het overleg met de broeders te Groningen eene nuttige zaak zijn geweest. Reeds hierom, wijl die kerken, die er ernstig bezwaar tegen hebben, dat door de gezamenlijke kerken een gymnasium in stand gehouden wordt, gemakkelijker hierin zouden berusten, als zij bespeurden, dat hierin althans voorloopig geen verandering is te brengen.

Veel schijnt te pleiten voor den raad: laat de Overijselsche Vereeniging het gymnasium overnemen. Maar zelfs met den grooten steun, dien de kerken aanvankelijk bereid zijn te geven, is dit mijns inziens hoogst bezwaarlijk.

Maar gelijk ik zeide, hierop wensch ik thans niet in te gaan. Wat mij tot schrijven dringt is iets anders. Nog steeds schijnt de meening stand te houden, alsof met deze verplaatsing een aanslag op de Theologische School is bedoeld. Zoo schreef b.v. nog korten tijd geleden een inzender in' dit blad: „Nu er weer zoo eigenaardig gestuurd wordt in zake de losmaking van het Gymnasium — moet deze stem maar eens gehoord worden". Welnu, tegen eene dergelijke uitlating moet ik ernstig opkomen. En ik zou dat reeds eer gedaan hebben, wanneer ik er slechts de gelegenheid toe had kunnen vinden.

„Van een eigenaardig sturen" was en is hier in 't geheel geen sprake. De quaestie van de verplaatsing is in October j 1. ter sprake gebracht van eene zijde, die allerminst gequalificeerd kan worden als minder sympathiek jegens de School gestemd. Meer zal ik er niet van zeggen, omdat ik van H.H. curatoren niet de machtiging ontving het gebeurde in de jongste curatorenvergadering te publiceeren, en ik mij niet gaarne aan onbescheidenheid zou schuldig maken. Maar wanneer 't verslag dezer vergadering gepubliceerd wordt, dan zal ieder zien, dat ik mij daareven eer te zwak, dan te sterk heb uitgedrukt.

Maar zelfs al ware dit niet zoo, dan zou toch geen Christen het recht hebben gehad er zijne medebroeders van te verdenken, dat het bij hen eigenlijk niet ging om het welzijn van het Geref. Gymnasium en om hel geldelijk belang der kerken, maar om 't verzwakken der School. Te minder nog vlak na eene Synode, waarop Ds. Noordewier vertolkte de begeerte, die in aller hart leefde, toen Z.Eerw, aan den Praeses Synodi verzocht te doen zingen: Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen.

Daarom verzoek ik dan ook bescheiden maar ernstig, alle broeders zulke gedachten niet langer te voeden. Ieder heeft onverkort het recht zijne meening te zeggen. Wie meent, dat verplaatsing niet in het belang der School, geldelijk voor de kerken niet voordeelig, voor den bloei yan het Gymnasium niet bevorderlijk is, hij zegge het vrij uit. En van zijne argumenten neme men nota. De vrijhei 1 der gedachtenwisseling moet onverkort blijven. En wie bewijzen aanvoert heeft er recht op, dat die bewijzen gewikt en gewogen worden.

Maar men oordeele niet over het binnenste. Men wekke geen wantrouwen. Gods Woord verbiedt het ons. En het belang der School wordt er waarlijk niet door gediend.

Bij dit kalme en bezadigde woord sluiten we ons van harte aan.

Na de Utrechtsche Synode behoort over en weer elk wantrouwen uit de ziel gebannen te worden.

Zou De Wachter, die eerst zulk een goeden toon deed hooren, nu niet mee willen werken, om den vrede te bewaren.'

Over de al of niet wenschelijkheid van de verplaatsing van het Gymnasium kan verschil van gevoelen bestaan. Dat De Wachter het Gymnasium liever te Kampen houdt, is haar goed recht. Maar de insinuatie, alsof de voorstanders der verplaatsing weer een aanslag op de Theologische School bedoelen, is niet anders dan verdachtmaking en komt onder Christenbroeders niet te pas.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen