GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

EEN MEDEWERKSTER.

II.

Op zekeren dag zat Rika in het tuintje voor het huis. Zij breide, gelijk wel meer, kousen voor een gezin met vele kinderen, dat op Zandhoeve woonde en waarvan de jonge leden heel wat „sleten aan de voeten" zooals de huisvrouw zei. Ze bedoelde het natuurlijk anders. Terwijl Rika daar zat, hoorde zij iemand voorbij gaan.

Zij keek op en ontwaarde een heer, dien ze nog nooit op het dorp gezien had. Hij was in een luchtig zbmerpak en droeg een stroohoed, die een gelaat overschaduwde, dat er heel vriendelijk uitzag. Rika was dan ook in 't minst niet verlegen toen de vreemdeling, dicht bij haar gekomien, voor het hek staan bleef en zei.

„Kunt u mij ook zeggen, wat dit voor een huis is? ”

Die vraag was al zoo dikwijls door anderen gedaan dat Rika het antwoord er op, als 't ware uit het hoofd kende, en vlug antwoorde:

„Dit huis heet de Zandhoeve, naar de boerderij van een vroegeren bewoner, die het bij uitersten wil bestemde tot woningen voor eerzame dorpsgenooten. De oude naam moest echter behouden blijven, ”

„Wel, meisje, dat heb je netjes opgezegd", sprak de heer glimlachend, maar nu wou ik nog wel wat meer weten”.

„Ja mijnheer, dan zal ik even iemand roepen", zei Rika, „komt u maar hier”.

Zij gaf den vreemdeling een tuinstoel en ging binnen. Weldra keerde zi} terug vergezeld door grootvader. De heer groette den ouden man zeer beleefd en vroeg of hij eens komen mocht, op een gelegen dag, om iets naders omtrent de Zandhoeve te vernemen, „Ik heb, " zei hij, „wel het een en ander daarover gehoord, maar weet het rechte niet. Ik ken iemand die veel schrijft, wat ik dan laat drukken in bladen of in boeken. Zoo zou ik nu ook graag wat over de Zandhoeve vertellen, dat belangrijk is. Misschien wilt u me wel iets meêdeelen. Ik heb op mijn eerste vraag al zulk een duidelijk antwoord gekregen, dat ik niet twijfel of ik mag nog wel meer hooren”.

„Ja, mijn kleindochter weet wel haar woord te doen", zei de oude man. „Ik ben de Vader van de Zandhoeve, zooals ze dat hier noemen. Ik zal de heeren vragen of ze goedvinden, dat ik u, als 't kan, alles vertel wat u weten wilt. Als u dan de volgende week of zoo eens terugkomt, zal alles wel goed loopen”.

De heer stond op, en terwijl de grootvader hem uitliet sprak hij:

„Uw kltindochter is een meisje om trotsch op te zijn, mijnheer. Zij weet haar woord te doen en ook hoe men iemand moet ontvangen. Daar ontbreekt bij dorpskinderen dikwijls veel aan. Nu, zij ziet er dan ook niet als een hoerenkind uit en is zeker heel goed opgevoed",

„Och, we zijn maar eenvoudige menschen", antwoordde de oude man, „En mijn kleindochter is, zooals het den Heere God beliefd heeft, haar te maken, 't Is maar goed dat zij niet heeft gehoord wat u daar van haar zei”.

De heer keek den „vader" eenigzins vreemd en met een medelijdend lachje aan, doch zei alleen:

„Nu beste vriend tot den volgenden week Dinsdag over acht dagen; is dat goed? 'kHeb er natuurlijk graag wat voor over.

„Dat is niet noodig mijnheer" zei vader, en zoo namen zij afscheid van elkaar.

De bepaalde week brak aan.

De heeren hadden er niets tegen gehad, dat over de Zandhoeve eens iets zou worden geschreven. Er moest dan echter bij, zoo zeiden zij tot vader, wie de bestuurders waren, en ook dat het hun zooveel zorg en werk kostte de stichting goed te besturen. Vader beloofde te zullen zorgen, dat dit er ook inkwam.

Om echter alles duidelijk te maken was het noodig allerlei oude papieren, te hebben, vooral één over den oorsprong van de Zandhoeve. De oude man kreeg daarom een heelen bundel papieren thuis, die hij moest lezen of laten lezen, maar niet uit zijn handen geven. Zelf moest hij ze maar eerst eens inzien om van alles op de hoogte te zijn, als de vreemde heer kwam, wiens naam en adres de heeren ook weten moesten.

Grootvader was wel wat verlegen met de zaak. Hij had in zijn jonge jaren huizen getimmerd en juist niet veel boeken gelezen, en nog minder obde papieren en geschriften. Hij zag den bundel eens aan en toen in. 't Waren meest oude gele papieren, ook perkamenten, sommige met groote zegels in roode en in zwarte was.

’t Ergste was. wel, dat enkele letters die er op geschreven stonden soms heel onduidelijk waren geworden, en vooral dat het zoo'n rare taal was, heel wonderlijk gespelde woorden, of ook allerlei vreemde, die vader niet begreep, of lange zinnen waar hij niet uit kon komen.

De goede man raakte met de zaak verlegen. Hij kon wel den dominee of den schoolmeester in den arm nemen, maar 'twas de vraag of de heeren dit zouden goedkeuren. Ook vond hij het wel wat raar om te zeggen, dat hij, de vader van de stichting, van al wat in die papieren stond zoo weinig wist, al kon hij dit niet helpen. En dan was er nog al uitlegging voor hem noodig, die hij misschien niet naar zijn wensch zou krijgen.

Doch eindelijk kwam een gedachte bij hem op. Rika kon hem helpen. Zij had op school goed geleerd, las veel en kon met allerlei terecht. Waarom ook niet hiermee? Zijn zoon die veelal van huis was, kon hem reeds daarom niet helpen, en zijn dochter al evenmin.

Zoo treeg dan Rika de taak als uitlegster en secretares misschien wel voor grootvader te dienen. Zij had hem zeer lief, en nam dus graag op zich het eens te beproeven. Al spoedig vond zij dat het werkje lang niet onaangenaam was. Wel was het soms heel vervelend oude brieven te lezen, maar het schrift was op zichzelf nog al leesbaar, soms zelfs heel mooi en als zij 't dan grootvader voorlas en hij 't uitlegde, begreep zij ook meestal spoedig wat er bedoeld werd. Alleen vatte Rika niet, waarom de menschen vroeger zoo onnoodig veel woorden gebruikten, en sommige dingen twee, ja wel driemaal zeiden.

Nadat eenige brieven w*ren gelezen kwamen zij aan een stuk, dat in een zwaren, lederen band gebonden was, en met rood zijden koorden afgesloten,

„Dal i% het stuk over de stichting van Zandhoeve" zei Grootvader: „ik geef dit liefst niemand in handen. Want het is veel waard. Je moet dit maar voorzichtig 'en netjes overschrijven Rika. ”

Het meisje beloofde dat. Weinig vermoedde zij of grootvader van wat groote gevolgen de schijnbaar geringe arbeid wezen zou.

CORRESPONDENTIE.

P. B. P. te T, We hopen het te beantwoorden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's