GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Zal men meehelpen an de oprichting van een standeeld voor Calvijn?

Vele pennen zijn in Duitschland in beweging ekomen om het plan, dat in Geneve werd op evat om een standbeeld voor Calvijn op te ichten, te bescrijden of aan te bevelen.

Wij Gereformeerden, in Nederlacd denken r niet aan, gelden te geven voor een standbeeld an den grooten reformator van Geneve. Maar it neemt niet weg, dat wij de gedachte om een alvijn-stichting in het leven te roepen, zeei oejuichen. Het heerlijkst zouden wij het vinden anneer de Duitsche Gereformeerden er toe onden overgaan, de grondslagen te leggen voor et stichten van eene Vrije Universiteit op ereformeerden grondslag.

ereformeerden grondslag. ^og onlangs werd er in de Reformirte irchenzeitung door pastor H. Villaret te tuttgart op gewezen, dat in breede kringen van uitschland de meening verbreid is, „dat er n Duitschland nog eenige duizenden of een onderdduizend Gereformeerden gevonden orden, die opgeschreven schijnen te zijn om e verdwijnen en die zich reeds lang in dit elverdiende lot met stompzinnige berusting eschikt hebben, en die men daarom steeds als ene res negligenda (eene zaak waarmede men een rekening heeft te houden), mag behandelen ? et genoemd orgaan zijn wij het eens, dat dit oet ophouden en dat de Gereformeerden zich iet de kaas van hun brood moeten laten eten. och wij meenen, dat het weinig baten zal ndien er geageerd wordt, dat aan de Rijksniversiteiten eenige leerstoelen door Gereforeerden zullen bezet worden Ook zal het niet eel geven, als een „Calvijn stichting" geld offert m Gereformeerde privaat-docenten te onder teunen of de vorming van zulke docenten beordert, of als deze stichting voor de Gereforeerden in Duitschland doen zal, wat de ustaaf-Adolf-vereeniging voor het Protestansme in het algemeen doet.

Het plan orn in Duitschland eene Vrije niversiteit op Gereformeerden grondslag te tichten, is vóór een vijf en twintig jaar in het art van Gereformeerde belijders in Duitschland pgekomen. Het is te betreuren dat men dit sliet. Zou nu het oogenblik niet gekomen zijn m het weder op te vatten, nu de vraag opuikt, wat hebben wij te doen om de nageachtenis van den grooten reformator van eneve, wiens arbeid van zooveel beteekenis eweest is voor de geheele wereld, te eeren ?

Jammer dat de redactie van de Reformirte ircher.zeitunq met het plan om een standbeeld oor Calvijn te Geneve op te richten, instemt. eze schreef: „De hoofdzaak schijnt ons te zijn, at de kunstenaar een gelukkige hand heeft, n een Calvijn waarlijk uit het steen tot ons preekt, gelijk uit het prachtig standbeeld te ausanne de ware Alexander Vinet ons toepreekt. Wellicht geeft dan het berispte beeld en een of anderen gedachteloozen beschouwer anleiding, de beteekenis van den man na te aan en naar waarde te schatten." Wij voor ns kunnen ons beter vinden in hetgeen de oogleeraar Dr. F. L, Rutgers ia zijn jongste ectorale oratie in deze uitsprak: „Onder hen, ie in de geschiedenis als mannen van beteeenis bekend staan, zal wel niemand hem een laats ontzeggen; en misschien zijn er wel niet elen geweest die hem evenaarden, niet slechts n velerlei geestesgaven, maar ook in den in loed die er voor de leiding van de geesten an hem is uitgegaan. Een invloed, dien hij iet alleen persoonlijk uitoefende door zijn eestelijk overwicht, maar die door de leerlinen die hij vormde en door zijne geschriften ich alom deed gevoelen, en die niet beperkt leef tot zijn eigen tijd, maar voortdurend blijft erken.

En toch, als Calvijn zelf nog eens kon gehoord worden, er zou van dergelijke huldiging wel niets komen; zelfs niet eens van eene feestviering. Ziende, hoe het thans gesteld is in die landen, waarop zijn invloed zoo groot was, en wat thans geworden is van die kerken en scholen, die van hem haar gereformeerd karakter ontvingen, zou hij aanleiding vinden, niet voor een feestdag, maar voor een vast-en biddag. En een monument zou ook zeker niet in zijn geest zijn: het zou zelfs niet passen bij hem, die van menschelijk eerbetoon zóó affceerig was, dat dit hem bij zijn leven niet veel kon gegeven worden, en ook op zijn graf door hemzelven verhinderd is, doordat naar zijn eigen beschikking dat graf zelfs niet door een steen cf teeken mocht gekenmerkt worden, en juist daardoor later niet eens meer was terug te vinden.

Uiterlijke hulde, met een zichtbaar gedenkteeken, zou dus bij Calvijn minder passen. En ik mag wel verder gaan en daarbij voegen: zulk een monument heeft hij reeds lang, op de rechte wijze en zoo eervol mogelijk. Toen hem in zijn laatste levensjaren door een smaadschrift o. a. was voorgeworpen, dat hij geen kinderen had, was zijn antwoord kort en treffend: „God had mij een zoontje gegeven; Hij heeft het genomen. En nu word ik ook gesmaad wegens kinderloosheid. Maar ik heb immers zonen, bij tienduizenden, in de gansche Christelijke wereld, " Welnu, in die zonen, die hij sinds dien tijd nog voortdurend gehad heeft, in die groote familie, die met hem verwant is in geloof, beslistheid en ijver en zelfverloochening, en die de door hem weer aan het licht gebrachte beginselen verder uitwerkt en toepast, in die allen heeft hij voortdurend, nier slechts hetzelfde wat een standbeeld geven kan, maar ook inderdaad nog veel meer: iets dat zijn aandenken levend houdt niet op ééne plaats en dan onbewegelijk, maar door heel de wereld en in volle actie. En zijn monument, dat is wel inzonderheid dat geheel van Gereformeerde kerken, voor wier bouw en inrichting hij de grondlijnen weer zoo duidelijk in het licht heeft gesteld; althans voor zooveel dat gebouw in zijn eigen stijl onderhouden is. Marmer en steen zou er voor Calvijn eerst noodig zijn, wanneer al die levende gedachtenii weg was. Thans gelukkig nog niet."

N.-Amerika. De Chr. Gereformeerde Kerk der nieuwe wereld zal weldra hel feit van haar vijftig-jarig bestaan mogen vieren. Dreigde een oogenblik eene discussie over een ondergeschikt punt (het al of niet houden van een maaltijd bij de herdenking) zekere ontstemming te zullen veroorzaken, gelukkig dreef deze kleine wolk voorbij.

De Heere heeft deze aanvankelijk zoo kleine Kerk kennelijk gezegend en tot een zegen gesteld. Zij mag „Rehoboth" roepen, want de Heere heeft haar ruimte gemaakt en haar doen wassen in de Vereenigde Staten,

Het verheugt ons zeer, dat het deze Kerk gegeven wordt met klimmende klem de banier der Gereformeerde waarheid omhoog te heffen. Als bewijs hiervoor laten wij hier het artikel volgen, hetgeen wij in de Wachter, het hoofdorgaan der Chr. Geref. Kerk, van 3 April vonden.

„De Hope van eenige maanden vermeldde van een leeraar die in zijne prediking het leerstuk der Drieëenheid nooit te berde bracht. Niet dat hij deze waarheid loochende, maar hij chtte hare voorstelling aan de gemeente overbodig. Zijn ï wijgen echter had zeer nadeelige evolgen, hetwelk daaruit bleek dat de gemeente a zijn dood de leer der Dtieënheid loochende n overging tot de Unitariërs. Toen ik dit stukje as dacht ik dadelijk aan de leer der uitveriezing. Deze leer bij uitnemeqdheid is een chibboleth in tal van kerken. Zïlfs in vele ereformeerde kerken zijn duizenden die van en particuliere genade niets weten willen, ja r beslist vijandig tegenover staan. Ook predianten die nog wel voor echt gereformeerd illen doorgaan en theoretisch het ook zijn, ie toch in de practijk zich naar zulke tegentanders gaan schikken. Men predikt het Evanelie en zwijgt van de uitverkiezing. Waarom ou men zijn gehoor ook ergeren ? Is een ruime, rije Evangelieverkondiging dan niet voldoende ?

Helaas, het is een droevig feit dat in vele ereformeerde kerken de leer der uitverkiezing l in jaren niet meer gepredikt werd. De een elooft er niet meer ia, de ander houdt haar nder een koornmait. En wordt ze terloops l eens genoemd, in elk geval maakt men de itverkiezing niet tot een macht in de prediing. Waar dit op uitloopen moet? Op het aakte arminianisme of methodisme! Zulk een wijgen, zulk een op den achtergrond schuiven an dit gewichtig leerstuk loopt noodzakelijk it op een ontkenning en loochening er van. e ervaring heeft dit meer dan voldoend beezen. Vele gereformeerde kerken zijn reeds p deze klippen gestrand. De zondige menchelijke natuur strijdt tegen Gods voorverorineering, want ze ontneemt den mensch alle igen grootheid, roem en kracht. Ze is zeer ereederend voor het vleesch. Ze maakt den ensch tot niets, God tot alles. Daarom j aist heben we deze leer zoo noodig. Alle andere waareden wortelen er in. Ze beheerscht heel het lan der verlossing en der genade. Door deze eer komt God tot zijn glorie. De vaderen oemden haar „cor ecclesiae", het hart der kerk. at we dan goed acht geven op dit „hart", pdat het niet ophoude te kloppen, en de echte, ereformeerde prediking niet den dood sterve. ooral in dit land waar dearminiaansche stroofiing onder de christenen zoo sterk is, dreigt ier een groot gevaar. Blijven wij de uitverkieing doodzwijgen, dan duurt het maar korten ijd en heel de belijdenis der Gereformeerde aarheden wordt ons een doode letter. Onze inderen en kinds kinderen zullen er mets meer oor gevoelen, en er gemakkelijk toe komen m de palen der ouden te verzetten. Wachten ij ons voor dit nadeelig zwijgen. Gods eer is r mee gemoeid. Niet straffeloos zwijgen wij".

Dergelijke stemmen worden meer in dit rgaan vernomen, en het kan ons niet anders an tot dankbaarheid stemmen, dat in het land waar de Arminiaansche strooming onder de hristenen zoo sterk is", zoo gezond gepleit ordt voor hetgeen terecht het hart genoemd ordt van de belijdenis der Gereformeerde erken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's