GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIt de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIt de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over „Huisbezoek en Arbeid" schrijft de Frusche Kerkbode als volgt:

Nu de tijd van het huisbezoek weer daar is, zal ook weer openbaar worden de telkens wederkeerende moeielijkheid om het geheele huisgezin bij elkander te krijgen. Veel meer dan vroeger is dat in onzen tijd een bezwaar.

In de steden komt het niet zelden voor, dat alléén des nachts alle leden des gezins onder het ééne zelfde dak zijn. 's Morgens - vroeg gaat de eene naar zijn werk, om er 's avonds eerst weer in te komen; na het ontbijt gaat de ander naar zijn kantoor, en de kleinen naar school; de lesuren der verschillende leerlingen loopén vaak zoo ongelijk, dat het niet mogelijk is, de kinderen allen tegelijk aan tafel te hebben. Hoewel op den Rustdag de arbeid en de school stil staa, n, heeft het huiselijke leven nog geen rust. Tweemaal naar de kerk is goede oude zede; daar komt nu nog bij de eene of ander vergadering en de Zondagsschool; door dat alles wordt zelfs op den Rustdag het huisgezin soms alleen bij het middagmaal samen gezien.

Ware nu die drukte, dat bezige, dat gejaagde beperkt tot de stad! Maar op het platteland, zelfs in zoogenaamde boerenstrekeu breekt dezelfde gedwongen uithuizigheid door. Het moet al bijzonder slecht weer zijn, waarin niemand verkeeren kan; anders vindt gij de onderscheiden leden des gezins niet, bij elkander.

Dese moeielijkheid maakt het huisbezoek voor een goed deel zoo onvruchtbaar. Het huisbezoek heeft immers het huisgezin tot voorwerp. Het bedoelt niet te zijn een bezoek der enkele geloovigen persoonlijk in hunne huizen, maar een bezoek aan de huisgezinnen. Wie de° geloovigen persoonlijk wil spreken, moet ze onder vier oogen spreken, wil hij over het meer intieme gemoedsleven handelen. Het huisbezoek zoekt en onderzoekt, sterkt en troost het familieleven, het huisgean. In het huisbezoek wordt onderzocht naar de vervulling van de roeping der ouders jegens huune kinderen, en der kinderen jegens hunne ouders, der heeren en vrouwen jegens hunne dienstbaren, en der dienstbaren jegens hunne meerderen; der kinderen onderling en der ondergeschikten onder elkander. In het huisbezoek woidt gelet op de ïerhouding van het gezin tot de bediening des Woords en der Sacramenten. Dat alles geeft stof genoeg tot het wisselen van gedachten, tot bestieren en troosten, of ook tot vermanen en bestraffen.

Maar zal dat werk doeltreffend gedaan worden, dan is een eerste vereischte dat het gezin samen zij. Wel kunnen de Opzieners allerlei inlichtingen krijgen van den vader, als deze ten minste thuis is, en de Moeder; maar de personen, die vermaand of vertroost moeten worden, ontbreken.

Wat daaraan te doen?

Wij hebben nu niet het oog op die gezinnen, waarvan onderscheiden leden, door onverschilligheid of vijandschap gedreven, zich opzettelijk bij het huisbezoek ver van huis houden. Tegen deze lichtzinnigheid moeten de hoofden der gezinnen in Gods Naam optreden. Wij denken hier aan die huisgezinnen, die door de macht van den arbeid aan het huiselijk leven onttrokken worden. Gaarne zouden zij een paar uur geven, om bij het huisbezoek tegenwoordig te zijn, maar zij hebben eenvoudig geen tijd.

Over deze verontschuldiging moet niet te licht gedacht worden. Het is met den arbeid niet als vóór 50 jaar, en nog minder als vóór 100 jaar. Toen kon men den arbeid een poos laten staan. Toen vormde zich het spreekwoord: het w^erk loopt niet weg. Maar dat spreekwoord geldt niet mee; -. De aard van het werk is zoo, dat de mensch zelf er al minder oVer te zeggen heeft. De mensch wordt knecht van stoom en electriciteit; het huisgezin wordt onderworpen aan het leven der maatschappij.

Het huisbezoek is dan ook ia de steden zoo goed als niets meer. Het is op zijn schoonst een bezoek der enkele geloovigen aan hunne huizen; en waar dat geschiedt, draagt het gewoonlijk lieflijke vrucht. Maar wij zouden wel eens willen weten, hoeveel gezinnen jaarlijks door de Opzieners worden gezien in hunne woningen.

Het huisbezoek wordt op het platteland al meer en meer door dezelfde bezwaren gedrukt. Het moet ongunstig weer zijn, of avond (en dan nog niet te vroeg in den avond), wil het huisbezoek waarlijk passend zijn. Doch als het ongunstige weder en de avonduren de aangewezen tijden moeten worden voor dat ambtelijk bezoek, zal ieder verstaan, wat er van terecht moet komen.

De gezinnen dwingen, om zich te voegen naar de oude manier van huisbezoek ? Ons dunkt, dat dit niet aangaat. Den stroom kan men niet keeren. De Kerk zal moeten volgen den loop van het natuurlijk leven. Zoo dikwijls zij anders deed, verloor zij haar invloed. En ook is het natuurlijke eerst, daarna het geestelijke. De Kerk zal, nu de openbaring van het huisgezin minder wordt, zeker zooveel mogelijk die huiselijke afbrokkeling tegengaan, maar waar geen huis meer is, ook geen huis meer zoeken.

De Kerk moet haar bezoeken wijzigen. Het heele jaar door bezoekt de Opziener en ook de Dienaar des Woords, zoo dit mogelijk is. Kan hij de gezinnen niet meer ongeschonden vinnen, dan neme hij . ten minste de gezinshoofden, en vinde de aparte leden des gezins ten tijde en ter plaatse, als zij te vinden zijn.

Om practische redenen is vroeger het huisbezoek in het najaar gesteld. De practische redenen gaan langzamerhand vervallen. De Kerk zij er op bedacht, dat zij niet achteraan komt. Als het huisbezoek van 1907 achter den rug is en van de honderd gezinnen, die gij gezocht hebt, hebt gij er maar vijfentwintig bijeen gevonden, dan moogt gij niet zeggen: dat werk is ook weer gedaan.

Het zal in alle Kerken moeten worden: geregeld het heele jaar bezoeken, kan het niet met z'n tweeën, dan maar alleen. Van die bezoeken worde gerapporteerd op den Kerkeraad, die aanleiding genoeg zal krijgen, om de huisgezinnen, waar mogelijk, in hun geheel nog te bezoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1907

De Heraut | 2 Pagina's

UIt de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1907

De Heraut | 2 Pagina's