GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van der heer Brummelkamp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van der heer Brummelkamp

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van den heer Brummelkamp te 's-Gra-venhage ontvangen we het volgend schrij.ven, dat we gaarne een plaats verleenen.

’s-Gravenhage, 22 Mei 1909.

Hooggeaehte Redacteur,

Vergun mij ook ditmaal, voor de vele vrienden I van wijlen Dr. De Vlieger, in Uw blad een kort verslag te geven van de plechtigheid, welke ik t op Zaterdag den Ssten dezer in zijue Kerk te ; Chorlton-Cum-Hardy bijwoonde.

Naar Engelsche gewoonte hadden zijne ge-meenteleden een marmeren gedenktafel doen \ plaatsen in een der zijwanden van zijne kapel, en deze zou, onder gepaste toespraken, gezang ; en gebed, op dien dag worden onthuld. Mevrouw r De Vlieger had vriendelijk en dringend doen I weten, dat zij en velen met haar er grooten prijs ; op zouden stellen, wanneer de HoUandsche i vrienden daarbij door een hunner zouden worden i tm ertegenwoordigd; en zoo was het mij eenweeoedig-aangename taak aan die uitnoodi^iing e kunnen voldoen. Allervriendelijkst te Manhester .door den heer en mevrouw Muir, leden er kleine gemeente, geherbergd, waar ook me rouw De Vlieger logeerde, begaven we ons tegen rie uur des middags naar de kapel, die met emeenteleden en belangstellenden gevuld was; ant de overledene had ook buiten zijne ge eente zich veel vrienden gemaakt. Zoo had ik elegenheid vooraf de kennis te hernieuwen met s. Morrison, den consulent der gemeente, en ennis te maken met Dr. Meharty, predikant bij en der Fresbyteriaansche Kerken in Londen, een persoonlijke vriend van Dr. De Vlieger, die et houden van de eigenlijke toespraak op zich had genomen. Op het kleine spreekgestoelte zat, naast Mr. Morrison en Dr. Meharry, ook de Baptisten leeraar Mr. Williams, weer een per soonlijk vriend van De Vlieger, en werd ook een plaatsje ingeruimd aan ondergeteekende, die zijn verlangen te kennen gegeven had om een woord van deelneming en nagedachtenis te spreken.

We begonnen met het zingen van Psalm i naar de bekende Engelsche berijming:

That man hath perfect blessedness. Who walketh not astray. —

het lied dat ook bij de nakomelingen der Covenanters in Schotland zoo geliefd is, en dan gezongen, staande, en op dien vlaggen, opgewekten toon, die zoo bezielend werken kan op het oor en het gemoed.

Nu volgde het gebed door den Consulent, en daarna las Mr. Williams, de Baptisten leeraar, achtereenvolgens al de Schriftuurplaatsen uit Jesaja en Openbaringen, welke van de zaligheia der dooden die in den Heere sterven, gewagen. Mr. Williams las op dien innigen, tot de ziel gaanden toon, die, naar ik meen opgemerkt te hebben, den Ëngelscben Baptisten meer eigeo is dan predikanten van andere kerken. Het was door den eenvoud der voordracht en de majesteit der v/oorden schoon, stichtelijk in dt hoogste mate. Het voerde de aandacht rechtstreeks, zonder eenige bijgedachte, naar hetgeen geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, wat God bereid heeft dengenen die Hem liefhebben.

Toen zongen we weer een hymne uit het Presbytetiaansch Gezangboek, en nam Dr. Mehariy het woord. Aanvangende met den heerlijken rouwzang van David op Jonathan en Siul, knoopte hij daaraan welsprekende woorden 7an dankbare en liefdevolle herinnering vast. Sommigen dingen die blijk gaven van diepr denkkracht, zou ik gaarne nog eens over hooren Sprekende over de zalige geesten der afgestorvenen, vroeg bij onder anderen, of onze ontslapen vriend nu ook behooren zou tot dt gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden dergenen die de zaligheid beërven zullen ? Maar wat ons HoUandsch oor en hart bijzondei boeide, was wat hij zeide van Dr. De Vlieger's komst in de Engelsche Presbyteriaansche Kerk. Er was namelijk bij sommigen eenig bezwaar gerezen, omdat hij een buitenlander was. Me harry had bet toen voor hem opgenomen en gezegd, dat Dr. De Vlieger veeleer dubbel welkom moest wezen, omdat hij uit Holland kwam; uit Holland, aan welks kerk en theologie meij in Eogeland en Amerika zooveel verplicht was! „De Kerk is in Holland en Holland is in de Kerk". En daar volgde" opeens een lofspraak op onzen Willem de Zwijger, den grondlegger onzer vrijheid, zoo eerbiedig en uit het ban geweld, dat het ons, was als had de spreker evenals wij pas een nieuwen Oranje doop onder gaan door de geboorte van Prinses Juliana.

Aan het slot van zijn rede, terwijl het gordijn werd weggeschoven, verklaarde de redenaar deze gedenktafel in den naam van Vader, ZOOE en Heiligen Geest, te wijden aan de nagedachtenis van den man wiens naam erop vermeld staat, met den wensch dat zij dienen mocht om zijn persoon en arbeid in liefdevolle en dankbare herinnering te houden. Op de marmeren gedenkplaat staat, behalve Dr. De Vliegers naam en titels, dat hij was een evangelisch prediker, een getrouw herder, aangenaam in den omgang een goed echtgenoot en vader, een man van oprechte vroomheid, rijpe geleerdheid en talenten van den eetsten rang, welke hij gaarne en gewillig gesteld had in den dienst der gemeente. „Hij rust van zijn arbeid en zijne werken volgen hem."

Dit is, ik stem het toe, in 't geheel niet Hollandsch, en ér is zelfs iets in dat ons vreemd voorkomt. Toch geloof ik niet dat het onscbriftuurlijk is. Immers ook in onzen Bijbel staat: „Gedenkt uwen voorgangeren, die u het woord Gods verkondigd hebben" en worden we opgewekt hun voorbeeld te volgen. Ook heboen wij onze grafschriften, waartegen, als ze maar de eer Gode en niet den mensch geven, niemand bezwaar heeft. Alleen de manier waarop het hier geschiedde, was Engelsch, niet Nederlandscb; en dan geldt het bekende: „'s lands wijs, 's lands eer".

Na deze plechtigheid volgde weer een roerend schoone hymne, en toen werd mij het woord verleend, om namens de HoUandsche vrienden een blijk van belangstelliiig te geven. Ik herinnerde aan onze kennismaking voorleden jaar op de Synode te Newcastle, mijn omgang met hem gedurende een week in zijn eigen woning, en hoe hij daarna onze Synode had bezocht en op zijn eigenaardige, half spelende manier haar had toegesproken; hoe hij vooral een nauwere aan raking met onze kerken en onze Theologie had gewenscht, ten einde grondiger en beter fundeermg in de aloude waarheid voor zijne Kerk te verkrijgen, opdat ook zij kloeker staan en strijden mocht tegen de velerlei afwijkende meeningen, die ook aan de overzijde van het Kanaal het geloof der gemeente ondermijnen. Ik zeide hoe opmerkelijk het was, dat hij in Holland heihaaldelijk over den pottebakker had gepreekt (Jeremia r8), en hoe niemand onzer toen vermoeden kon, dat zijn vat" zoo spoedig voltooid en door den grooten Pottebakker voorgoed van de schijven afgenomen worden zou. Ik mocht daarbij gedenken aan zijn liefhebbende natuur, zijn ruimen blik, zijn hoogachting voormannen die hij als zijn leermeesters beschouwde, zijn geest en humor in de conversatie en zijn onwankelbare genegenheid voor zijn geboorteland, zoodat het was alsof het scheiden hem ditmaal dubbel moeilijk en zwaar viel. Ook had hij op ons den indruk gemaakt van bereid te zijn, als zijn ure komen mocht, om heen te gaan. Ik verzekerde de Engelsche vrienden van de deelneming in hun verlies bier in Holland, en herinnerde hen bij het gemis, dat hun zoo plotseling overkomen was, aan het majestueuze woord uit Jesaja: „Mijne gedachten zijn hooger dan ulieder gedachten", en wat hun behoefte aan een nieuwen leeraar betreft, aan de belofte uit Psalm 81: „Doet uwen mond wijd open en Ik zal hem vervullen". Eindelijk kon ik niet nalaten Dr. Meharty hartelijk te danken voor de welsprekende hulde door hem gebracht aan de geschiedenis van ons land en met name aan Willem den Zwijger.

Toen volgde een innig gebed van Meharry oor de gemeente en de bedroefde weduwe, ie getuige van deze plechtigheid was geeest, en hare beide kinderen, ver van de laats waar hun vader herdacht was thans vertoevende, en na het uitspreken van den egen was de dienst geëindigd. Nog een ogenblik van gezellig samenzijn aan een echt Engelsche „tea" in de consistorie en men ging uiteen. Wij maakten ons den avond ten nutte om nog een bezoek te brengen aan het graf van onzen vroeg ontslapen vriend, waarop als zinnebeeld der opstanding de bloemen reeds welig groeiden.

Den volgenden dag hoorden we een der twee leeraren preeken, op wie de aandacht der vacante gemeente aanvankelijk gevallen was, en waaruit de defioitieve keuze spoedig zou plaats üebben.

Met mevrouw De Vlieger sloten we vriend schap. Ds deelneming der HoUandsche vrienden «vas kennelijk balsem voor haar gewonde hart. Hij, die meer dan een moeder troosten kan, zij haar sterkte en toevlucht, ook in de opvoeding barer kinderen. Den velen vrienden in Holland zal het, vertrouw ik, aangenaam zijn te vernemen, dat zij ons beloofde, dezen zomer met haat kroost - Nederland te bezoeken en door persoonlijke ontmoeting den band hechter te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Van der heer Brummelkamp

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's