GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De theorie der „lijdelijkheid”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De theorie der „lijdelijkheid”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De theorie der „lijdelijkheid" neemt onder de Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk steeds bedenkelijker proporties aan. Wezen we onlangs op een merkwaardige uitspraak in De Waarheidsvriend, niet minder teekenend is wat thans in De Gereformeerde Kerk wordt gevonden.

Een inzender vroeg, of ingeval een collator (d. w. z. een heer van een plaats, die een predikant kan aanwijzen) iemand verkiest, tegen wien.s belijdenis de Kerkeraad bezwaar heeft, óf de Kerkeraad dan kan weigeren zulk een predikant te beroepen?

Het antwoord op deze vraag kan natuurlijk niet anders wezen, dan dat de Kerkeraad nooit iemand als predikant mag beroepen, die tegen Gods Woord en de belijdenis der Kerk ingaat. De volle verantwoordelijkheid van het beroep rust toch op den Kerkeraad en op hem alleen. Zelfs toen ds Overheid met geweld het patronaat handhaafde, heeft de Dordsche Synode toch uitgesproken, dat de patronen niemand mochten presenteeren dan die buiten eenige suspicle zijn van eenige ongezondheid in de leer en voor den Kerkeraad het recht gemaiiiteneerd om den gepresenteerden persoon te mogen verwerpen zoo zijn gaven of manieren de Kerk niet aanstaan. Hierover is althans onder de Gereformeerde vaderen nooit verschil van gevoelen geweest.

Maar De Gereformeerde Kerk weet het beter.

Al dat „getrouw" willen zijn van zulk een Kerkeraad is maar hoogmoed. „Men heeft, zoo schrijft ze, tegenover de menschen wel heel trouw gedaan, maar den Heere God heeft men eigenlijk niet erkend. Men heeft de zaak zelf beslecht, in plaats van de zaak door Hem te laten beslechten."

Wat men dan doen moet?

Men moet de zaak „in den gebede toebetrouwen aan Hem, Die ook de harten der grooten leidt als de waterbeken".

En dan?

„Dan zullen wij er zeker niet veel eer mede inleggen. Dan zullen wij straks niet te pochen hebben op hetgeen wif gedaan hebben.

„Maar dan is de zaak in handen van Hem, Die leeft en regeert en httgibtd koort. Die een weg weet, waar wif geen uitweg zien. En Die machtig is om wonderlijk er door te helpen degenen die waarlijk het heil verwachten van Hem alleen".

Zoo worden degenen, die nog getrouw willen zijn, bespot, als zoekers van eigen eer aan de kaak gesteld.

En wat nu de achtergrond is?

Zet men door, zoo zegt de redactie, dan komt er conflict. Conflict tusschen den Collator en den kerkeraad. En vóór alles moet conflict worden vermeden.

Conflictvrees is de ban, die op deze broederen rust.

En daarom moet het volk den weg der alsche lijdelijkheid opgestuurd.

Gij moet niets doen dan bidden. God zal et doen, als men 't van Hem alleen erwacht.

't Klinkt zoo innig vroom.

Maar wat zoudt ge zeggen van een vader, die, wanneer een moordenaar in zijn huis binnendrong en zijn kinderen wilde dooden, in plaats van tot het laatst toe voor zijn kinderen te strijden, op zijn knieën ging liggen bidden, en sprak: „Heere, gij kunt de harten leiden als waterbeken; ik zal me niet als een getrouwe aanstellen; Gij moet mijn kinderen beschermen; ik verwacht het van U alleen". En daa rustig toezag, dat die moordenaar de handen uitstak naar zijn kroost.

NJet waar, ge zoudt van zulk een vader een afschuw hebben. Vooral wanneer die „vrome" man er dan nog bijvoegde: verzet ik nie, dan komt er corfl'ct, en conflict in mijn huis, dat nooit.

En staat het in dit geval dan anders?

De Kerkeraad is geroepen, geroepen van Godswege, om te waken over de zielen hem toebstrouwd. Hij mag geen wolf in schaapherder& kleed in de se aapskooi binnen laten. De huurling vliedt, zegt Christus, maar de goede Herder stelt zijn leven voor de schapen.

Eii als nu een of ander heer, die naar Goddelijk recht in de Kerk van Christus niets te zeggen heeft, een modernen of socialistischen dominé aan de gemeente wil opdiiogen, dan moet de Kerkeraad vooral niet „getrouw" zijn door beslist te weigeren zulk een ongeloovige te beroepen.

Bidden is het eenige wat de Kerkeraad doen mag.

Want God moet het doen!

Arme schare, die zoo wordt onderwezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's

De theorie der „lijdelijkheid”

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's