GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het feit, dat een student

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het feit, dat een student

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 25 Novemlwr 1910.

Het feit, dat een student van de Vr^e Universiteit publiek optreedt in meetings van het Leger des Heils, schijnt in sommige kringen ergernis te hebben gegeven.

Indien uit dit feit metterdaad bleek, dat de Vrije Universiteit haar leerlingen aanmoedigde, om zich bij het Leger des Heils aan te sluiten, dan zou er voor deze ergernis billijke reden zijn.

Hoe hoog we toch den socialen arbeid van het Leger des Heils waardeeren en hoezeer we in menig opzicht de poging van het Heilsleger om de „verlorenen" te zoeken, beschamend achten voor de Christelgke Kerk, toch hebben we als Gereformeerden te ernstige bezwaren èa tegen de beginselen van het Heilsleger èn tegen de methode van zgn optreden, dan dat er van eenige gemeenschap tusschen ons en het Heilsleger sprake kan wezen.

Blijkbaar heeft men bij deze critiek echter vergeten, dat de Vrije Universiteit geen kerkelgke kweekschool is, die van haar leerlingen een bepaalde geloofsovertuiging eischt, maar een Hoogeschool, die haar poorten openzet voor ieder, die haar colleges volgen wil. Alleen bij het promoveeren tot doctor wordt onderteekening van een formule geëischt, die instemming met den grondslag der Vrije Universiteit inhoudt. Dit moest, omdat wie tot doctor gepromoveerd wordt, daarmede in het corpus Academicum een plaats inneemt en recht ontvangt om hooger onderwas te geven. Maar voor degenen, die alleen onderwijs willen ontvangen, is zulk een beperkende bepaling nooit gemaakt, en ze zou ook met het «afo^Z der Universiteit in strijd wezen. Een Universiteit dient toch om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van het volksleven, en hoe zou ze dan haar gehoorzalen kunnen sluiten voor degenen, die van haar colleges wenschen gebruik te maken 1 Studenten van de meest verschillende richting hebben zich dan ook aan de Vrije Universiteit laten inschrijven, en nimmer is hun dit geweigerd omdat ze een andere overtuiging hadden dan den grondslag, waarop onze Hoogeschool staat. Het beginsel van „vrije studie" wordt ook ia dit opzicht door onze Gereformeerde Universiteit gehandhaafd.

Maar daaruit volgt dan ook, dat de Vrije Universiteit zeker niet aansprakelijk kan worden gesteld voor hetgeen door h& ar leerlingen wordt gedaan of geleerd, wanneer althans niet blijkt, dat dit de vrucht is van het onderwijs zelf. Zeker heeft de Universiteit de roeping cm ook toezicht te houden op de studentenwereld zooverre dit het zedelijk leven aangaat, en al wat contra Deunt aut bonos mores is, wordt dan ook in het Reglement van Toezicht en Tucht op de studenten strafbaar gesteld. Mtiar verder gaan kan de Universiteit niet. Hoogstens kunnen de Hoogleeraren dcor persoonlijken omgang en gesprekken trachten, waar een afwijkende geloofsovertuiging openbaar wordt, invloed ten goede uit te oefenen; maar het recht om deswege tucht toe te passen, hebben ze niet.

Nu kan uit het feit, dat één van de vele leerlingen, die de Viije Universiteit heeft gehad, bijzondere sympathieën voor het Heilsleger koestert, ze*r niet worden afgeleid, dat dit de vrucht zou wezen van het onderwijs der Hoogeschool. Eer zou, bij eenig nader onderzoek, gebleken zijn, dat de Hoogleeraren èn op hunne colleges èn in persoonlek gesprek de bezwaren tegen het Heilsleger meermalen en met nadruk hebben ontwikkeld. Het is dus onbillijk, wanneer aan de Vrije Universiteit van dit op zichzelf staand geval een verwijt wordt gemaakt.

Een geheel andere vraag is natuurlijk, in hoeverre de Theologische faculteit, nu door de Gereformeerde Kerk aan haar candidaatsdiploma zekere waarde wordt toegekend, dit diploma zonder meer zou kunnen uitreiken aan degenen, die van de belijdenis der Gereformeerde Kerken op principieele punten afwijken. Een dergelijk geval heeft zich dusverre nog niet voorgedaan, omdat niet-gereformeerde studenten, die een tijdlang de colleges volgden, er geen belang bij hadden een examen af te leggen, dat practisch alleen waarde heeft voor hen, die bij de Gereformeerde Kerken predikant willen worden. Alleen wanneer bleek, dat iemand van dit candidaatsdiploma gebruik zou willen maken om in de Gereformeerde Kerken predikant te worden en daar pro pagands te gaan drijven voor afwijkende meeningen, zou de vraag kunnen opkomen, of de Theologische Faculteit niet verplicht was de Eerken te waarschuwen.

Intusschen vergete men niet, dat dit candidaatsdiploma van de School alleen wetenschappelijke waarde heeft en de Kerken niemand op grond van dit diploma tot den Dienst des Woords toelaten. Zelfs het „pro poneeren" is aan de studenten niet geoor' loofd, voordat ze door de Kerken onder zocht zijn naar de zuiverheid hunner be lijdenis. Bij dit kerkelijk onderzoek moet dan ook het zwaartepunt blijven liggen, De Kerken hebben toezicht te houden, dat niemand tot het predikambt wordt toC' gelaten, die niet van ganscher harte met hare Belijdenis het eens is. Zelfs zou het licht tot een verzwakking van dit onder zoek kunnen leiden, wanneer de Kerken te veel vertrouwen gingen op het feit, dat iemand aan een Gereformeerde Hoogeschool gestudeerd had. In dit opzicht is het mis schien goed, dat deze zaak publiek ter sprake is gebracht. Het caveant consults kan aau de Kerken nooit ernstig genoeg wor den toegeroepen, waar het de toelating tot den Dienst dea Woords betreft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 november 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Het feit, dat een student

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 november 1910

De Heraut | 4 Pagina's