GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Rotterdamsche Kerkbode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Rotterdamsche Kerkbode

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 Decetnber 1910.

In de Rotterdamsche Kerkbode ontspon zich een debat over de vraag, of het bekende rijmpje:

„Wer Bicht liebt Wein, Weib nnd Gesang, Der bieibt ein Narr sein Lebelang«,

dat in den volksmond gewoonlijk aan Luther wordt toegeschreven en te Wartburg in de zoogenaamde Luther-kamer ondesr audere bekende spreuken van Luther zelfs een eereplaats kreeg, metterdaad van Luther afkomstig is of niet.

Eenige zekerheid, dat dit rijmpje door Luther zou gedicht zijn, is er niet. Eer pjeit het resultaat van het zeer nauwkeurig onderzoek, dat hieromtrent is is^gesteld, er tegen. In de uitgegeven werken van Luther komt hst nergens voor; ook niet in de door hem verzamelende spreuken; en in de Tafel gesprekken van Luther, door huisgenooten opgeteekend, wordt het niet gevonden. En evenmin is bö tijdgenootcn van Luther ook maar het geringste bewijs te vinden, dat zg met dit rijmpje bekend waren. De eerste, die het aaa Luther toeschreef, was de bekende dichter Johannes Heinrich Voss ia de Wandsbecker Bothcn van 1775, die het daarna nog meermalen als een woord van Luther aanhaalde. Niettegenstaande hij hierover werd aangevallen door verschillende predikanten, die er een smaad in zagen voor Luther's nagedachtenis, heeft Voss zich tegen deze aanvallen nooit verdedigd door de bron te noemen, waaraan hij dat rijmpje ontleend had. Al bestaat de mogelijkheid, dat Voss gebruik heeft gemaakt van schriftelijke aanteekeningen uit Luther's tijd, waarvan nog vele in Duitsche bibliotheken verscholen liggen en die nog niet alle doorzocht zijn, toch pleit zijn stilzwijgen, toen hij tot verantwoording geroepen werd, niet voor de betrouwbaarheid van zijn getuigenis. Op dien grond neemt men tegenwoordig algemeen aan, dat ditrgmpje ten onrechte aan Luther is toegeschreven. Daarbij komt nog, dat ditzelfde r^mpje ook in andere landen voorkomt, die zeker niet onder Luther's invloed hebben gestaan, zooals bijv. in Italië, zoodat men vermoedt, dat het een oud volksgedichtje is, dat eerst later in Duitschland door [den volksmond aan Luther is toegekend, omdat men er den geest van Luther in meende te beschouwen.

Maar al is het dus, zooals het onderzoek w thans staat, niet juist, dit] rgmpje aan Luther zelf toe te schrijven, toch volgt daaruit niet, dat de gedachte, daarin uitgesproken, tegen den geest van Luther zou ingaan, of dat men Luther's nagedachtenis bezoedelen zou, wanneer men deze woorden op ztjn rekening stelt. Wie de preeken, brieven, spreuken en tafelgesprekken van Luther kent, weet, hoe Luther zich vaak nog veel krasser heeft uitgedrukt over vrouwenliefde, wqn en gezang. Wie daarom dit rijmpje aanhaalt, om daarmede te typeeren, hoe Luther over deze punten dacht, doet den Wittenburger Reformator zeker geen onrecht. Een asceet was Luther niet. Eer ging hij in zijn realisme soms ver genoeg. Al raag het dus historisch niet juist zijn, dat Luther dit gedichtje gemaakt heeft, men slaat den bal nog veel verder mis, wanneer men van Luther een beeld zou willen teekenen, dat met de historische waarheid nog veel meer in strijd zou wezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's

In de Rotterdamsche Kerkbode

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's