GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Te Beverwijk, waar de vrijzinnigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Te Beverwijk, waar de vrijzinnigen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 3 Maart 1911,

Te Beverwijk, waar de vrijzinnigen jarenlang de macht in handen badden en alleen vrijzinnige predikanten beroepen werden, zqn de hekken thans verhangen.

De laatste predikant, die-nog door den modernen Kerkeraad beroepen werd, omdat hrj als „vrijzinnig" bekend stond, schijnt daarna van overtuiging veranderd te zijn en werd orthodox. Dat dit een tegenvaller was voor de vrijzinnigen, is te begrijpen, te meer omdat de predikant, door hun toedoen beroepen, nu weigerde zijn kansel aan moderne collega's af te staan. Zelfs een oüücieel verzoek van het Bestuur der vereeniging van Vrijzinnigen te Beverwijk om op enkele Zondagen het kerkgebouw te mogen gebruiken, werd door den Kerkeraad, die blgkbaar eveneens orthodox werd, afgeslagen, omdat hij dit verzoek in strijd achtte met Art. 11 van het Algemeen Reglement, dat handhaving van de leer der Hervormde Kerk aan hare ambtsdragers voorschrijft.

Natuurlijk zijn de vrijzinnigen over deze weigering bitter boos. De Kerkbode, van vrijzinnige zijde uitgegeven, acht dit beroep op Art. II een dwaasheid, omdat de Hervormde Kerk hare leer reeds lang niet meer handhaaft of handhaven kan, daar duizenden van hare leden en tal van voorgangers openlijk met die leer hebben gebroken. En ten tweede, omdat de Synode bij de aanvaarding van het predikambt nist de belofte eischt, dat men de leer der Kerk zal handhaven, maar alleen dat men „overeenkomstig beginsel en karakter der Hervormde Kerk hier te lande, het Evangelie van Jezus Christus zal verkondigen." Aangezien dit beginsel en karakter der Hervormde Kerk in de practijk vrijwel er op neer komt, dat de Hervormde Kerk er geen beginsel er geen karakter op na houdt (laat ze zelfs geen godloochenaars, Boeddisten en socialisten als predikanten toe? ) kan ook een moderne dus met een geruste conscientie deze belofte afleggen en is hij dientengevolge een wettig predikant in de Hervormde Kerk.

Dat we op zichzelf de daad van Beverwijk's Kerkeraad goedkeuren als een daad van trouw tegenover den Koning der Kerk, spreekt wel vanzelf. Een Kerkeraad, die het kerkgebouw afstaat voor een godsdienstoefening, draagt de verantwoordelijkheid voor wat daar gepredikt wordt. En wanneer een modern predikant daar zal op> treden, om den Christus der Schrift te verloochenen, dan mag de Kerkeraad hiertoe de hand niet leenen. Ia zooverre achten we het besluit van den Kerkeraad volkomen juist, en we hopen, dat hij dit besluit ook zal handhaven, wanneer straks bij eventueele vacature de moderne ringpredikanten den dienst willen vervullen.

Maar hoe beslist we dit besluit van den Kerkeraad goedkeuren, toch blijkt uit dit geheele geval opnieuw, hoe onwaar de verhoudingen in de Hervormde Kerk zijn.

Ze houdt er officieel een belijdenis op na, die haar ambtsdragers moeten handhaven, en ze maakt de mazen van haar proponentsformule met opzet 200 wijd, dat iedqr er door heen zwemmen kan. Ze stelt moderne predikanten als wettige ambtsdragers der Kerk aan en laat tegelijk toe, dat aan deze ambtsdragers de kansel ontzegd wordt door een kerkeraad, omdat l ze de meest fundamenteele leerstukken der Kerk loochenen. Ze erkent moderne leden als wettige leden der Kerk, en ze weigert in hunne godsdienstige behoeften te voorzien. Dit alles is een meten met twee maten, dat voor elk rechtsbesef stuitend is, en het toont opnieuw, hoe een Koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, niet bestaan kan.

Intusschen, hoe droef zulke toestanden in de Hervormde Kerk zijn, we protesteeren daarom niet minder ernstig tegen de onjuiste conclusie, die ««n roomsch orgtan, de Nieuwe Haarlemsche Courant, naar aanleiding van dit gevaltrok, alsof deze innerlijke verdeeldheid en onmacht der Hervormde Kerk om de leer te handhaven, nu de wettige vrucht zou wezen van de beginselen der Reformatie. De vrijheid van geweten om het Woord Gods te mogen onderzoeken, waarvoor onze Reformatoren tegen Rome opkwamen, heeft niets te maken met de vrijheid, waarvoor het modernisme pleit, om in de Kerk alles te mogen leeren, wat men maar wil. Noch Luther, noch Zwingli, noch Calvijn hebben die leervrijheid in de Kerk ooit gewild, Ea men doet aan de Kerkhervorming der i6ï eeuw geen grooter onrecht, dan wanneer men haar beginsel en karakter beoordeelen wil naar de jammerlijke carricatuur, die, helaas, van hetP rotestantisme in het Hervormde genootschap wordt gevonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Te Beverwijk, waar de vrijzinnigen

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's