GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET EEN EN ANDER OVER DE ZENDING.

„De zendingslectuur aan den haard, de zendingskaatt aan den wand!" Met deze woorden besloot onze tegenwoordige Minister van Oorlog, de beer Colijn, een van de ledngen die bij verleden najaar in verscbiUende plaatsen des lands hield, waarin hij op welsprekende wijze de belangen der zending bepleitte, met name die van de zending in onze Ojst, en tot ijverige en degelijke zendingstudie opwekte.

Zijn opwekking was waarlijk niet overbodig, want zendingslectuur treft men niet zeer veel-< ruldig aan in de huisgezinnen en, men magz'n oogen zoo goed gebruiken als men maar eeuigszins kan, een zendingskaart zal men wel bijna n< *rgi> ns aan den wand vinden.

Men zegge vrij, dat het niet zoo letterlijk bedoeld is en dat de redenaar alleen beeft willen zeggen, dat men over de zending in de gezinnen spreken en ervan lezen moet, en dat men baar zoo moet leeren kennen, — ook zóó opgevat, was de aanmaning zeker niet overbodig, want er wordt zoó weinig over de zending gesproken in de gezinnen, dat men wel baast moet gaan denken, dat er ook bee.*, weinig over gedacht wordt; dat zij voor velen buiten het eigen leven omgaat; dat men aan den zendingsatbeid persoonlijk geen deel heefi en met geen banden er aan verbonden ii.

Wie weet er nu eigenlijk, hoe de zendingskaart er uit ziet ? Wie het niet weet, wie op 't gebied van de zendingsaardrijkekunde erg acQterlijk is en zijn achterlijkheid wat inhalen, zijn onkunde wat verbeteren wil, die leze in het Ermdosch Zendingiblad, 19 iz ur. 2 en 3, het interessante artikel: „De Zeadingswereldkaart, of boe heter op 't Zendingsgebied uitziet." Het artikel is een vertaling van een voordracht, gehouden op een Zendingscocferentie in Berlijn door wijlen den Z^ndmgsinspector Stursberg.

„De Zendingswereldkaart" — zoo leest men daar — mag Gods kinderen niet onverschillig siin. Als onze Heiland in Mattb. 34:14 zegt: En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gebeele wereld gepredikt worden tot ten getuigenis aller volkeren; en d^a zal het einde komen, " dan is daarmee de Zendingawereldkaait, wel verstaan, tot een aurwijzer aan de wereldklok gestempeld, in 't bijzonder als men onder dat «einde" verstaat het begin van de wederkomst des Heeitn. Oe Zendingswereldkaait geeft dan in zekeren zin een Nieuw Teetamentisch ant­ woord op dt vrang: Wachter, wat is er van den nacht? " Nog meer. Gods kinderen dragen ook de Rijksbelangen van bunnen Hemelscben Koning op het hart; tij weten echter, dat Hij er op wacht, een schaar bijeen te zien uit alle heidfnen, volken en talen, welke eens Zijne heerlijkheid deelen zal. Het moet dus ons groot en heilig streven zijn. dat zich spoedig zulk een schaar verzamele. £n dan moet het eveneens ons streven zijn, dat de Zendingswereldkaait worde wat zij wezen moet."

Is de zendingswereldkaart ons inderdaad niet onverschillig en interesseert het ons werkelijk, of zij wordt wat zij moet wezen? Ge zottdt soms geneigd zijn, de schouders op te balen en te zeggen, dat de menschen bij ons er eigenlijk heel weinig om geven. £n als ge dat deedt, dan hadt ge wet niet geheel gelijk, — gelukkig niet —, maar dan zou in uw doen toch wel eenige waarheid schuilen.

Laat me in dit verband eens wat vertellen uit de praktijk van het leven. De classis's Gtavenhage van de Gereformeerde Keiken in Nederland besloot voor eenige jaren, een clas sicalen zendingsdag teorganiseeren. Zoogezegd, zoo gedaan. Ia den Haagschen Dierentuin had de eerste zendingsbijeenkomst van dezen aard plaats. Ztj slaagde uitnemend, ook finantieel: als bate ervan werden voor de zending circa vijfhonderd goede HoUandsche guldens opge streken!

Geen wonder, dat men op den ingeslagen weg voortging. Ieder jaar organiseerde men zoo'n zendingsdag. Ën er kwam ahijd goed publiek, al konden de zalen dan ook volier wezen. Maar het srheen, dat de zendingsijver ging veifliuwen en dat men op den duur meer kwam om eens 'n uitgangsdagje te hebben, dan om van de zending te hoocen en voor de tending te bidden en voor de zending te . . . geven. d

Verleden jaar toch was het nog lang de tiende maal niet, dat de zendingsdag gehouden werd, maar in plaats van een opbrengst van circa /500 voor de zending was er maar ongeveer bet tiende gedeelte van dat bedrag. Zao werd althans van zóó bevoegde zijde ver-. tekerd, dat aan deze gegevens wel niet behoeft te worden getwijfeld.

Nu zou het heel dwaas zijn, te gaan generaliseeren, en nu maar in eens te concludeeren, dat het in Nederland met de belangstelling en de c£f; r vaardigheid voor de zending hard achteruitgaat, want daarvoor zou men over veel meer gegevens moeten kunnen besebikken. Ooch dit neemt niet weg, dat zulke dingen locb niet moedgevend zijn, maar eenigermate ontnuchterend werken, vooral in dezen tijd, die met recht de eeuw van de zending mag woiden genoemd, of [althans de eeuw voor de zending; dat wil zeggen de eeuw, die voor de zending, menschelijketwijs gesproken, de beste kansen en gelegenbeden biedt,

Intusschen zijn tegenover dit ietwat ontnuchterend feit andere feiten te stellen, die spreken van blijvende of toenemende belangstelling in bet werk der zending. Dit schrijvende denkt men licht aan de zendingeconferentie, die verleden jaar zomer te Lunteren gehouden werd en waarmede een waardige tegenhanger geseba pen werd van de groote wereldzendingsconfe centie, welke in £liaburg plaats had.

Het welslagen van die eerste Lunterenscbe conferentie is te meer verblijdend, omdat hei hier ging om ernstige zendingsstudie. Zeker, het 'erblijf in Lunteren moet voor de deelnemers zeer aangenaam en ontspannend geweest zijn, maar er was geen sprake van, 4at het ontspanningselement hoofdzaak was en de conferentie in een amusement ontaardde.

Dezen zomer zal men de tweede conferentie van dien aard houden, weer te Lunteren. Men schijnt op veel deelnemers te rekenen, want bet plan is, er een dubbele conferentie van te maken, ioo er belangrijk meer dan 150 deelnemers zich aanmelden. In dat geval heeft de conferentie plaats van i—3 ^a van 10—16 Augustus.

Van harte is net te hopen, dat de conferentie even goed of nog beter slaagt dan verleden jiar. Aan den zendingsstudieraad, die de zaak organiseert, zal het niet liggen, want de raad < al natuurlijk rekening houden met de ervaring, die verleden jiar is opgedaan, en de weinige oezwaren, die zich toen hebben voorgedaan, trachten te ondervangen.

Zulke conferenties kunnen uitnemend werken. Ze kunnen tal van mannen en vrouwen, die den zendingsarbeid thuis willen dienen, — zelf niet aangewezen zijnde om naar de heicj^nen uit te gaan — toerusten met de noodige kennis van en liefde en ijver voor de zending, om hen in staat te stellen, in het belang van de zending krachtigen invloed in hun kiing uit te otfenen.

En dat is nuttig en . , , noodig! Daar zijn ceekenen der tijden, die et op wijten, dat de heidenwereld in een goeden toestand is om de boodschap van den grooten Zender te ontvangen; maar helaas zijn er in ons land nog niet \? eel teekenen, die er op wijzen, dat het Caristenvolk van Nederland zich aangoidt om met meer kracht en moed en ijver en volharding dan tot dusver, te volbrengen dat gedeelte van de zendingstaak, hetwelk het kan, mag, maar ook: moet vervullen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's